GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 46

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 46

Rede ter gelegenheid van den 52sten Dies Natalis der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

36 zien. Maar juist daardoor kon hem op den duur niet ontgaan, waar de fout van ZENO lag. En deze ontdekking kwam ook z'n inzicht in de beteekenis van z'n „metaphysisch principium contradictionis" ten goede. Daarvan getuigt het begin van den Parmenides. ZENG bestrijdt daar in naam van dit princiep de erkenning van de lagere wereld: voor hem was de verhouding tusschen beide terreinen dus een van „ja" en „neen". PLATO verwerpt echter deze gedachte als niet helder: de ééne wereld is wel anders dan de andere, m a a r niet haar tegengestelde. Wijl dus de verhouding tusschen beide terreinen er één van anderszijn (êTBQÓrrjg) is, komt de term „tegengesteld-zijn-aan" {svavnórrji;) vrij. Dezen gebruikt hij dan ook voortaan alleen voor de tegenstelling van ja en neen in de ideeënwereld ^s). Wijl daar, krachtens het Eleatisch uitgangspunt, de hoogste plaats aan het ééne, nog niet verbijzonderde zijn toekomt, kan aan de tegenstelling geen plaats in dit alleralgemeenste ingeruimd. Als onderling tegengestelden komen dan ook alleen verbijzonderingen voor. Terwijl de verbijzonderingen in dit geval elkaar volgens het principium contradictionis wederkeerig uitsluiten hebben ze het algemeene, waarvan ze immers beide verbijzonderingen zijn, gemeen. Daarmee was het metaphysische principium contradictionis, ten koste van de beginselverklaring der oude identiteitsphilosophie, vruchtbaar gemaakt voor de bestudeering van de vertakkingen van het ééne zijn in de ideeënwereld. Intusschen was de scheiding tusschen haar en het terrein van het zintuigelij k waarneembare toch ook naar PLATO'S meening te scherp. Reeds de onderscheiding tusschen anders-zijn en tegengesteld-zijn maakte een verzachting mogelijk. Zou nu bovendien het argument der tegenstanders — vóór allen de individualistische subj ectivistische Megarici! — dat het aanvaarden van de ideeën een nutte-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1932

Rectorale redes | 124 Pagina's

De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 46

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1932

Rectorale redes | 124 Pagina's