GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 54

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 54

Rede bij de 54ste herdenking van de stichting der Vrije Universiteit te Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

46 overvloedige aandacht geschonken: wil hij bij ons, ondanks „de Kalvinistiese afkeer" toch ook dien kant eigenlijk wel uit, of is het louter ter overdraging op de school?), maar met de Fransche is hij al te spoedig gereed, en zijn voornaamsten zegsman voor de Engelsche citeert hij al te eenzijdig. Want in Schröer's artikel is waarlijk niet de hoofdzaak: how one does speak, maar terdege: how one ought to speak. SchrÖer, handelend over den „Standard of Spoken EngHsh" wijst op de ideale beweegreden van de En« gelsche belangstelling voor „hoe het hoort"; die is „die Freude an der Muttersprache", die bij Engelschen en Franschen vanzelf» sprekend is. Die was het ook reeds, die op het einde der middel* eeuwen de nieuwsEngelsche schrijftaal deed ontstaan, „als Er? gebnis des idealen Strebens, die Sprache als Kunst zu pflegen, eines Strebens, das dem Kulturmenschen tief eingewurzelt ist". Deze taalzorg is voor den Engelschman een kwestie van betame* lijkheid en fatsoen. Ook wijst Schröer op het belang van het duidelijk uitgesproken enkele woord, waarin alle klanken hoor* baar zijn, die de spreker ook in snel tempo steeds bedoelt te zeggen.''" De Vooys vond dit alles van geen belang voor zijn lezers. Soms zal hij het er ook beslist oneens mede zijn geweest. Zoo eischt hij hier juist van de grammatica, dat zij de eenig juiste uitspraak van nichtje, kastje, hoofdje, feestje en dergelijke zal vastleggen als nichje, kase, hoofje, feese; en de „afstraffing" (onschatbaar woord!) van een leerares, die tegen de waarschijnlijk al te zeer Amsterdamsche uitspraak het fogeltje in een gezegd vers was op* gekomen, heeft zijn volle instemming. Wij vinden een pleidooi tegen der: het kan best gemist worden, desnoods geeft men den zin een andere wending. Hij en hem en mijn behoeft men wel niet te vervangen door ie, 'm, m'n in het schrift, maar stellig moet men ze zeggen en lezen. Woorden als doch, daar, welke, vaak moet althans de leerling niet gebruiken. Er zijn maar twee geslachten; zaaknamen duidt men altijd alleen aan met hij of die. De infini* tieven en meervouden mogen niet met n worden gezegd; vooral in een spraakkunst voor buitenlanders diende dat uitdrukkelijk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1934

Rectorale redes | 142 Pagina's

Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 54

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1934

Rectorale redes | 142 Pagina's