Acta Synodi.

I.

Wij onderbreken onze voorgenomen artikelenreeks, om melding te maken van de verschenen acta der Generale Synode van Leeuwarden. Het modeïamen, doch in het bijzonder de beide scribae: ds. de Geus ©n dr. Keizer, en de drukker J. H. Kok hebben met bekwamen spoed gearbeid, zoodat het lijvig boekdeel van meer dan'300 bl., bevattende de handelingen der genoemde Synode, nu reeds op ons schrijfbureau ligt. Den verzorgers komt ©en woord van dank en hulde toe; vlugger kan het niet; wellicht is het zelfs nog ietwat te vlug gegaan, zoodat de correctie niet zoo nauwkeurig is als wenschelijk moet worden geacht; op bl. 196 b.v. staan niet minder dan zes drukfouten; maar wij willen dit klein gebrek gaarne over het hoofd zien.

Daar op dem synodalen disch het zendingsgeredht steeds ©en overwegende plaats inneemt, beslaan de verschillende zendingsrapporten ook in de acta een zeer groote ruimte; wij hebben niet de moeite genomen de bladzijden te tellen, maar wij twijfelen niet, dat, naar verhouding, de zending het leeuwenaandeel heeft opgevraagd. Het moderamen dezer Synode heeft besloten, in tegenstelling met hetgeen te Rotterdam in 1917 was beslist, de handelingen weer in historische volgorde te laten drukken; zeer zeker krijgen wij nu bij het lezen een zuiver historisch beeld der eerwaarde vergadering, maar deze methode belemmert zeer het overzicht van het geheel der verschillende zaleen; de rapporten der zending staan nu hopeloos dooreen, en wel bewijst het uitstekend bewerkte register goede diensten, maar het ware voor den onderzoeker van den synodalen arbeid veel aangenamer en gemakkelijker geweest, indien de rapporten ©enigszins oordeelkundig gerangschikt achter elkander waren gezet. Ook over dit bezwaar stappen wij heen, nu ons zooveel goeds wordt geboden, en wij^ getroosten ons dus gaarne de moeite de verschillend© stukken bijeen te plaatsen.

Wij moeten onderscheiden tusschen het hoofdrapport, dat de deputaten schriftelijk aan de Synode hebben aangeboiden, en de vel© rapporten, die door de daartoe op de Synode benoemde commissi© ki de vergadering zijn uitgebracht; het hoofdrapport leverde voor ongeveer 12 rapporten stof. Ook werden in^geleverd rapporten over de fcerkvisitaüe pp Midden-Java en Soemba, over de buitenkerken der classe 's-Gravenhage op; Java en Sumatra, over de geestelijke bearbeiding der verstrooid© Gereformeerd'en in Ned.-lndië, enz., om van de zending onder de Joden nog niet eens te spreken. Wij mogen dus zonder vrees voor tegenspraak de verzekering geven, dat d© Synode ook ten opzicht© van de zending hard gewerkt heeft, en bij onderzoek Tslijkt ook, dat zij' uitnemend werk heeft verricht, al hebben wij' tegen verscihillende van de genomten b'esluiten bezwaren.

Het aandachtig Itezen der rapporten, voo-ral van het visite'eren der aendingsposten op Java en Soemba, vervult mfet groeten dank aan God, die den arbeid buitengewoon zegent; een vergelijking tusschen 1896, toen te Middelburg de zending in het kerkelijke spoor werd geleid, en dit synodejaar doet duidelijk zien, welken vooruitgang het werk gemaakt heeft O'pi bijna alle terreinen, maar vooral toch op Soemba; in Solo ©n Magelang. Wanneer wij dezen uitwen'digen bloei mogen aanmerken als een zegen onzies Gods, dan kunnen wij ervan verzekerd zijn, 'dat wij d© rechte methode van arb'eiden hebben, - en wandelen 'in het juiste spO'oTr.

Tevens verwonderen wij ons over den reuzenarbeid der deputaten, of eigenlijk van het mo'deramen; d© twaalf deputaten kwamen toch in de drie afgeloopen jaren slechts vijfmaal bijeen (wegens de ho'O'ge vergaderkosten; ©en zuinigheidsmaatregel dus, 'die door de Synode wel geapprecieerd' zal zijn), zoodat het verrichten der werkzaamheden voor de broeders Dijkstra, Breufcelaar en Hani a overbleef. Het algemieen pordeel zal ongetwijfeld zijn, dat zij zich van hun veelo'mvattende en hoogst verantwoordelijk© taak op loffelijk© wijze hebben gekweten. Dez'e Z'endings'deputaten vormen een aaneengesloten lichaam m-et groot© macht en verreikenden invloed; al komen er gedurig nieuwe broeders bij, daar d© ouden om verschillend© redenen eruit treden, het moderamen zit nu al vel© jaren en heeft zich zóó in de zalken ingewerkt, en schier onmisbaar gemaakt, dat hun voorstellen zonder eenig verzet allen zijn aangeno'men op de Synode, ja zelfs zonder bespreking; m'en zal trouwens heel wat in zijn mars mo-eten hebben, om tegen] 'deze heeren met genoegzame kennis van zaken, en bezonken oordeel te kunnen optreden. Deze opmerking bevat natuurlijk geen verwijt; het ligt in den , ganig van zaken; zij hebben de gelegenheid) als niemand anders, om met de zaken volko'men op de hoogte t© komen; en al wo'rdt nauwkeurig rapport uitgebracht, het blijft toch voor ons-©en zien van d© dingen van den buitenkant, en wij kunnen hen, die telkens den blik naar binnen mogen slaan, slechts benijden.

De arbeid 'der deputaten, gelijk bekend is, betreft alleen algemeene zaken; elke z'endend'e kerk heeft haar eigen terrein ©n werk, waar de generale deputaten buiten mo'eten blijven; doch de volgende lijst doet zien, hoeveel hooi zij' dan toch nog op hun vork hebben; in hun rapport hadden zij de zaken onder deze hoofden saamgebracht: de kerk van Soerabaja; die van Batavia; die van Rotterdam*; van D'elft; van Amsterdam; van Heeg; vin Middelburg; van Utrecht; de Soembazending; het zendingsconsulaat; 'de zending onder de Chineezen; het Zendingsblad "jin de Zendingskalender; de scholen; de zendingsadviseur; de pandita; het bijwo'nen van conferenties; de finantiën. Men ziet, een respectabel getal oniderwerp'en! Niet alle onderwerpen vergden veel van de werkkracht der broeders; b.v. van Rotterdam en Middelburg staat opgeteekend : „Bemoeienissen tusschen die kerken en de 'deputatC'U zijn er ni.et geweest." Van de zending onder de Chineezen wordt geaegd, dat nog geen kerk zich aanbood, om dezen arbeid der han'd te nemen; de aansluiting aan het Zendingsconsulaat bleef bestendigd; en zoo is ©r meer „klein goed."

Bijzonder belangwekkend is hetgeen O'nder het hoofd „Scholein" wordt' gerapporteerd; wij kunnen bij het lezen van dit stuk ons moeilijk aan den indruk O'ntworstelen, dat de deputaten bij het benoiemen van een directeur voor de Holl. Inl. Kweekschool ni©t m©t het noodige beleid zijn te werk gegaan; d© heer Dijkema, eerst© leeraar aan d© Reucheniusscho'ol, achtte zich gepasseerd, toen een ander dan hij tot dat direoteursahap benoemd werd, en nam nu ontslag. Alle pogingen liebben de deputaten aangewend, om dezen uitstekenden onderwijzer voor de Keucheniusschool te behJO'uden, Itnaar het heeft niet gebaat; d© heer Dijkema verdedi: g|t zijn ontslagaanvrage door het bietoog, dat één Holl. leerkracht voldoiende is, terwijl de deputaten heit niet benoemen van den heer Dijkema tot directeur der Kweekschool verdedigden met de bewering, dat zij' hem als leeraar niet konden missen! En nu gaat hij toch heen! Ja, nu moeten de deputaten nog in overleg treden met de Algemeene Vergadering op Java, of men weer een tweede Europeesch© leerkracht zal nemen of niet. Onwillekeurig vraagt men zich af, waarom de deputaten niet eerst eens miet den heer Koelewijn en dfeiftj heer Dijkema hebben overlegd; dan had wellicht het verliezen van den laatstgenoe'mde kunnen voo'rkomen worden.

De oplage van het Zendingsblad is nu reeds 53250 ex. per maand, en het batig saldo p'sr jaar meer dan f 10.000! D© Zendingskalender, die gedrukt wordt in een oplage van ongeveer! 60.000 ex. brengt geen winst aan, ten minste geen duidelijk aanwijsbare geldelijke winst; de drukkosten zijn ongetwijfeld te hoog, ©n de prijs zal te laag zijn gesteld; toch hopen wij, dat de prijs niet verhoogd zal worden, daar dan wellicht veten den kalendete niet meer zullen ne'men, terwijl hij toch allerwege een welkom-e gast is en zijdelings de zending bevoordeelt.

Soemba krijgt ook een school tot opleiding van Inlaiidsche helpers bij den dienst des Woords. Zonder eenige discussie stond de Syaode de benO'Oidigde f40.000 toe. Wij verheugen óns over dit besluit, dat ongetwijfeld den zendingöaïbeid aldaar onder den zegen des Heeren grootelijks ten goed© zal komen. Een groot© moeilijkheid zal zijn om den benoo'digden 'directeur te vinden, die volgens deputaten theoretisch en praatisch bekwaam moet zijn, d.i. terdege wetenschapp'elijk onderlegd en tevens O'p d© hoogte van de eischen, die zendingsarbeid en volksleven bepaaldelijk op Soemba stellen.

Daar ons artikel reeds te lang wordt, bewaren: wij verschillende anidere punten voor een volge'nd maal.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen