De crisis.
Wat gevreesd yveri, is'gekomen. '
De economisch© crisis, die als een donkere wolk reeds lang, lang dreigde, is in volle, ontwrichtende kracht ingetreden, en het ziet er in ons maatsohapjpelijk leven verre van rooskleurig uit. Het jaar 1920 eindigt in e^en malaise, die weinig gOéds voorspelt, en de avond van dezen jaarkring is waarlijk niet omschenen van zacht avondrood, dat de hope wekt op een nieuwen, blijden, sohoonien' dag.
Het is al inzinkinig.
Van alle kanten stijigen de berichten van slapte en werkeloosheid.
In alle bedrijven dringt de ellende binnen, eb. met name in de industriecentra verscherpt , zich de crisis bij' den dag. In Tilburg b.v. is' meer daJti de helft van del arbeiders, die in de textielindustrie werkzaam zijh, werkeloos, en...' op 11 Deoembbr was de bondskas .reeds uitgeput. In de fabrieken van metaalwerken zijh tal van werklieden ontslagen, en zelfs groote firma's als b.v. de firma Stokvis in Arnhem hebbeti voor haar personeel geen wierfc meer. De textielnijverheid in T'welnte koml eveneens van de malaise niet vrij', en het is te vreezen, dat pok daar de eene fabriek na de ander|0 moet worden ptop^zet. En eindelijk is in de sigarenfabricage zulk een Blapte ingetrieden, dat te Emdhoven en te Valkenswaard de grootste fabrikanten hun arbeiders gedaan hebben gegeven.
De toestand is waarlijk onrustbarend.
Wie oogen heeft pm te zien, , die zie.
En het einde is taog niet bereikt.
Wij kunnen nog voor moeilijker conflicten geplaatst worden, en ïiiet alleen verkeert de grootindustrie in perikel, maar niet het minst krijgt de middenstand gevoelige klappen, en vele zakenlui wankelen tot teien bankroet.
Waaraan dit te danken is?
Aan allerlei factoren, en wel allereerst aan dö economische verw-ajïing, die met den oorlogstoestand is ingetreden, , en in de laatste twee jaren niet is verminderd. Ondanks alle sociale hervormingen is de wanorde niet geweken, en het evenv/icht, dat jammerlijk verbroken was, heeft zich niet hersteld. En dat moet ons niet al te zeer bevreemden. In een vroeger artikel heb ik reed'^ gewezen op dit feit, dat hel maatschappelijk leven een veel te grooten sprong heeft doorgemaakt, en de veranderingen^ die zijn aangebracht, zijn te machtig en te weinig geleidelijk getveest.
Tegen zulk een stoot kan het leven niet.
Dan groeit alles uit z'n kracht.
En... er volgt malais© en slapte.
Maar ör is nog eea aindet© reden.
In menig bedrijf doet zich ópi zeer-pijnlijke wij'zte! jde invloed gelden van ide conourrentiei, die helj buitenland ons ^anidoet, want, dank ziji vooral de valuta, kan het huitenlamd tal van artikelen tegen veel en veel lagerei prij'zien leveren. Het weekMad „Patrimonium" bevatte jde vorige week diienaamgaande enkele gegevens, die het ontleend had aan „De Nederlandsche Wijveriheid", en die ik hieir overneem, omdat ze bijzonder interessant zijn, en... wellicht menig lezer van ons blad „Patrimonium" niet ontvangt.
Het desbetreffend staatje luidt als volgt:
„In de steen industrie en aainverw^ante takken ondervindt men zeer sterk de gevolgen' vaiil buitenlandsche ooncurrentie. KaJkaaindsteem wordt door DtiitBcliland geleverd ad 300 Mk. of pl.m. f 16 a 18, hetgieeni mot de vracht op levering • telgen ongeveer f28 a f30 neerkomit, of 2/„ van : den Nederlandschen prijs. Beligische steen worden evenizeer tegen lager prijs aiangevoerd dan' • Nederlandsche. Hetz, elfde is het gieval ten aanzien 1 •van dakpannen, grèsbuiizeö' eniz. D© uitvoer staat : in verband daaxmede natuurlijik vrijwell ge-I heel stop, óók die naair Noord-Frankrijk. In • dit verband is vermeldenswaard dat per 10.000 . K.G. grèsbuizen pl.m. 5000 K.G kolen worden vei-i bruikt; per 10.000 K.G. dakpannen 2800 a 3600 ) K.G. in Duitscliland ad 250 Mk. per ton, in Nederland ad f55.40.
De lood wit industrie ondergaat niet mini der sterk de gevolgen eener ooncurrentie, die met : een prijs van f55.— per 100 K.G. netto containt francO' Nederlandsche havens elke transactie voor Nederlandscho belangen onmogelijk maakt. De D'uit-. Bche industrie betaalt per U'ur pl.m. 30 et. aan haar arbeiders^ de Nederlandsche 75—80—90 et.
De Sigarenindustrie ondervindt in hooge mate den invloed van de dalirig vajn het verbruik. Duiischland voert sigaren in ad f75 per mUle, waiarvoor 40 Mk. loon wordt betaald. Voor de cigaretten-nijverheid gelden overeenkomstige bei izwaren'.
Over de leder-en schoenindus t r'ie heb-' ben vrij eenigen tijd geleden een eni ander medege-• deeld. In den laats-ten tijd is de positie in zooverre vetranderd, dat tiiaas ook een sterke invoier uit : Ttejeoho-Slowakije is opgetreden. De detailprijizeni • izijn lager dan de Nederlandsche kostprijs. Duitsohe , fabrieken' exporteeren naai-Nederland tegen prijzen ! varieerend van 160—175 Mk. per paar.
Het loon van een looiersgazel in Duitschla|ndï ! bedraagt per uur 7 Mk. (60 ot. in' Nederland).
Wat de Glasindustrie betreft wordt de pö> -, sitie gekarakteriseerd door het feit, dat Oosten'rijk en Duitsohland 10 'en 13 cent per flesch kunnen leveren (Nederland 18 et.).
Uit de machine-indusitri e dit voorbeeld: , de levering vajn een ijZiCren bekapping eener in : a; anbouw izijnde fabriek werd gegund aan een Bmi-' sche firma ad 32 et. per K.G., een prijs, die lager is dan de kosten van het materiaal in Nederland.
In de h o © d e n n ij V © r h e i d heersclit groote •• malaise tengevolge van de coneurrentie der Duitsche industrie. De loonen bedragen in Diiitschland 300 mark per week, tegen f35.— in Nederland. Nederlandsche orders aijn eenvoudig geanntdeerd toen Duitsohland aan de miafkt i-.wam.
In de chemische industrie betaalt men ' thans ongeveer (rekening houdend met het koersverschil) twee maal KOO hooge loonen in Neder-• land als in België, en ongeveer drie maal izoo 1 hooge loonen aJs ia Duitschland. Het hooghoiuden van de grondstófprijizen door Duitschlajnd en i Engeland is vooral oorzaak van vele moeilijkheden: ; die voor waterglas^ bedragen thans bijvoorbeeld i f21.-, terwijl men in Duitschland tegen ongeveer i dazen prijs het afgewerkt product levert. Engeland . levert soda tegen f25.-, die daar te lande voor i omstreeks f 10.- van-de hand gaat.
De m o s t e r d n ij V e r h e i d verliest in Neder-1 land steeds meer terrein door de Diiitsche ooncuri rentie, die 40 pCt. beneden den Nederlaindscheni prijs levert.
De grondstoffen voor de zeepindustrie worden, voor .zoover zij door Duitschland en Ooe-, tenrijk geleverd worden, hoog in prijs gehouden. : , Gevolg van deee omstandigheden en van het ver-; schil in arbeidsloon is, dat hier te lande uit Oos-, tenrijk izeep wordt aangeboden tegen een prijs van i f 1.30 en f 1.40, die aaia aelfkosten hier te lande ' f2.25 izou komen.
De vermicellieinldustrie onder-vindt • scherpe concurrentie, speciaal door België: de prifs , van f65.50 a f66.— per 100 K.G., waartegen Bel-• gische fabrikanten leveren, blijft beneden) de fa^ bricagekosten in Nederland.
Vele takken der textielnij'verhield vei-keeren in izoodanigen toestand dat ongeveer nergenS' , meer dan 35 uur gewerkt wordt. D© coufectiefabrikanten ondervinden minder last van de btiitenlandsche ooncun'entie".
De redacteur van „Patrimonium" voegt hieraan toe, dat hij! deze gegevens niet kan controleerea, en die bekentenis maak ik graag tot d© mijnei, ma^r ik vertrouw dat d© „Nederlandsche Nijverheid" voor haar mededeelingen voldoende gronden heeft, en daarom durf ik /e hier ook overnemen.
Uit deze gegevens zal ook' duidelijk wezen, dat de malaise, die door d.eze concurrentie is ontstaan, niet een donderbui van ©en enkel uurtje is, maaa* dat wij gekomen zijn aan di© periode van algemeen© crisis, die door onze groot© economen, en in het generaal door hen, die het wereldleveo kennen, reeds lang tevoren geprofeteerd is.
Bet is in der waarheid een donker jaareindie.
Wat zal 1921 ons brmgen?
Zijn er wegen, waarin de malaise Kan bestreden worden?
Hier ligt zeetr zeker een roeping voor dé regee^-• ring, die zich te beraden heeft, wat zij' tegen de buitenlandsche concurrentie moet en kan doen, doch het is zoo moeilijk precies den rechten - weg te wijzen. Ieder huivert om een voorslag te doen. Prijsdaling jian, zegt men, de producent en winkelstaïid onmogelijk lijden. Loonsvermindering gaat even moeilijk, omdat „in de stijging der loonen eerder een tekort is ig.g^h> \ak], JLaïi dat de loonstandaard gelijken jxed Meld met den levensstandaard", en zoo weet men niet, hoe en door wien het verlossend woord moet gesproken worden.-
Het is ook niet gemakkelijk.
Toch zullen offers moeten gebiraoht worden.,
Ter eener 'zijde, waar de winstmarges, die ijQ dö laatste jaren bepaald konden worden, moeten losgelaten, en aan den anderen kant, waar men aan een loondaling in veel gevallen niet zal kunnen ontkomen.
En dan all© krachten ing^pannenl
Alle zeilen bij'gezet! 105
Er zal hard, haïd geworsteld moeten worden om het hoofd boven water te houden, maar wie zijn vertrouwen op God stelt, is voor de worsteling en voor de ontplooiing van al de energie nieï bevreesd. En misschien gaat het dan door de diepte.
Zou het zoo verkeerd zijn?
Zou het geestelijk© sdhaidJe wezen, wanneer veel oorlogswinst weer versmolt? Ik' geloof het niet-God w.erkt in dez© crisis niet tevergeefs, en • bij Hem zijn ook .uitkomsten in all©, alle levensmoeiten.
In Zijh hand leggen wij onze hand.
Wie zal ons het goed© doen zien?
Verhef Gij' over ons Uw aans'dilijn, o Heerel
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 december 1920
De Reformatie | 6 Pagina's