GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Tegenstrijdigheid in het gebed.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tegenstrijdigheid in het gebed.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mijn Slecnrots, waarom vergeet - Gij raij? Psalm 42:10.

Be n3!enëll|1|[S«lidftfQt zlijn God in de neergeb-ogenheid van zijn ziel, is niet de jnensdh van, het consequente denken. Daar is in de schikking van zijn woorden, in , de opeenvolging - van ^ijn gedaöhten het.ongerij'nide; en het is er fnfeer dan eens. Er is de sdhijnbare 'tegenstrijdigheid vaak ook' in de beelden, die hij kiest, als> -.er..de kruisweg is zijner vermoeide gedachten.

Maar wanneer in hem bidt "de Geest met' onuitsprekelijke zUchtingen, dan loet zidh het ongerijmde op in hötgeen God tezamen heeft verbonden; dan tast de tegenstrijdige gieest naar de wonderen der synthese Gods. Dan strekt de dwaasheid des gebeds onbewust zich uit naar wat Paulus noemt: de dwaasheid der prediking.

Dan wordt ook' in het bidden het dwaze lier menschen het wijze van Goid.

Psalm 42 legt daarvan getuigenis at.

Van - het eerste; maar oioik van da, f tweede, dAt ik noemde.

Kom tot dit gebed m'et nuchterheid en ontleed het in zijn beeldspraak naar de regelen der denkkunst, en ge vindt aanstonds de tegenstrijdigheid. „Mijn steenrots", zöio noemt de - man, in wiön zich neerbuigt de ziel, - zijn God. En tot die Steenrots - klaagt liij: „waarotn veïgeet gij mij'? "

Maar waarom, bidder, vergeet gij u zielf ? .W-aarotn vergeet gij zoo al niet uw God, dan toch^sai^, naam; , waarmee ge Hem noemt?

Stee'nroits — 'zoio - ziet ge uw God. Maar de steenrots —, is die niet het beeld van het onver, anderlijke, het onveraettelijke; is die niet'de pnbeweeglijkheid zleli'? „Met het hoiotd ih--de polken, den voet in de kolken, staat in golvengeklots, naakt en eenzaam de rots." De rots-steen — dat is \vat staat en wat blijft staan. Om hem' heen

het rumeier, clèjf3: P^ïig, - de pjersing; naar hem heen wat geslingerd is en' veiortgedreven; maar bij Juem zelf de onbewogenheid, de stra'kke majesteit van wat staat. Zoo ziet ook de measclh .zijjn God. Bij heim zelf de wisseling en otó hem heen de maohtien, die hem geen oogenblik' rust laten. Maar bijl God oiMtikoming, veiligheid; daax is stilstand Vcor 'den gedreven mensclli in den stilstand yan . God, die de steenrots is.

De steenrots — dat is God in ^ijn o n v e r a n-(ierlijkheid. Dat is God, die-aooit v^an-aiin plaatsgaat.

Maar Inu 'komt de dichter, in wien en om Wien alles veranderlijk is. Daar is stoi'm in zijn ziel; daar lojeit een storm om zijn hooM; al Gods baren en golven gaan over hem heen. En te midden van verdelgende machten, ender het groole dreigement van al die oipstormende ver ander lijS^beid e 'n b e w e e g 1 ij^ k h e i d z'oekt hij zijn stee n-rots — (het vaste, h& t staande, zijn o-nbeweeglijk en God. Maar in den storm der gedachten, in den drang des gebeds, spreekt hlij .zichzelf voorbij; jaagt hij zijn eigen gedachte voorbij', 't Eene oogenblik flitst 'het dooir zijii hoofd, dat God de onbew o gene is: steenrots! Maar onmiddellijk roept %; M] al wat in God beweeglijk is aan, en met *eien heerlijke tegenstrijdigheid, die zijn gebed een stuk léven, een zaelsgedicht maakt, vraagt hij: — Waarom vergeet Gij mij? Waarom komt Gij' .ï'niet naar miji toe? Gij heerlijk-onbewogene, waarom beweegt ige u niet?

Is dat tegenstrijdig of niet?

Ja, hier verdringen zich twee gedachten, die .strijd voeren in zijn ziel.

Steenrots! — De onverandeTlijkheid Gods is zijn eenige uitkomst.

Waarom veTgetend? — De bewogenheid Gods is zijia ejenige uitkomst.

In (het eene is de gedachte: ik 'moet mij bewegen naar u.

In, het tweede spreekt zich uit de .ziekerheid: giji moet u bewogen naar niij.

Steenrots, wachter, waarom . wacht Giji ?

Gij dJie het eind van mijn wegen zijt, waaro'm ben ik van uw wegen het einde niet?

Goid moet zlij-n steenrots zijn — zoo pnverzetfelijk, zoo imniobiel als de rotsgevaarten, waartegen de goilven beuken. • -

Toch mag God hem niet vergeten. Er ploet beweging in Goid zijn. Alleen de mobiele God is z'ijti redding en troost. Hij moet zóó beweeglijk zijn als golvön en als zielen, zielen van menschen.

Zoo kruist zich in dit ééne hart , in zijn wanhoo'psure het tweevoudig verlangen; het verlangen naar öen God, die o< p' hem waciht jii zijn toevluohtneïnend geloof; en daarnaast het verlangen na, ar een God, die niet wacht, maar die f; ijn vastigheden verlaat, om zich te haasben naar 'hem, ^ie ook niet wachten kan, geen dag en geen nacht.

Mijm steenrots — mag ik komen naar U?

Waarom vergeet Giji mij? ^; ; f^ijis; Gij nu nog niet gekomen bij mij'?

Twerlei beeldspraak in één zielekreet! Het paradox, dat zich zelf niet eens herkent in de benauwdheid eh de jacht-des geestes!

Maar o'nder dit alles een grijpien met heerlijke intuïtie van 'het diepste geheim van alle godsdienstig geloof — dat iin Christus Jez'us iijn grond heeft gevonden.

Want juist in de saamvoeging van die twee gedachten ligt het wezenlijke van waarachtige religie.

De steenro'ts , —, dat is God, die hoog en rustig, onbewiogen staat boven ons gew'iiemel en onze angsten en onze • stormen: de transcendente God; de God — op een afstand.

De 'God, die. mooit vergeet, die niet op een afstand blijft, maar naai' ons toekomt in den nacht — dat is Hij, die zijn kind jtegengaat en indaailt in 'zijn leven: de immanente God; de God, die geen afstand kent.

En die twee eiigenschappen van den levenden God 'worden hier tegelijk in Hem gezien, .niet door nuchtere bezinning, niet dooi" stoute fantasie, maar door koon geloof, dat de tegenstellingen opgelost weet in Hem zelf.

Wat dwaasheid is voor het verstand, ysrordt wijlslieid vcoT. het geloof. Wat raadsel is voor het denken, wordt vanzelfsheid in het bidden.

Want geen starre onverzettelijkheid is Gods on. veranderlijkheid; steenrots is Hij; maar als Hij niet moor was, zie, wij waren dood. Hij' 'is óók Ae gedenker; en daar is affect en daar 'is effect in zijai gedenken; Hij is even bewogen als óinbewogen; even ge'roierd als onberoerd is onz'e God.

En als 'zijn 'geplaagde kind klaagt, , da.t z'ijn hulp wel bij Hem is, maar dan 'zóó 'ver, als de steenrots ho'Og is voo^r den balling, uit 'den psalm', dan is die klacht nauwelijks Oiver de lippen, of het geloof heeft ze 'herroepen: de steenrots — ja, dat is wel de groote Wachter; maar onae God kan toch ni'et enkel wachten; zoiu Hij 'wel looit kunnen - vergeten? Zou Hij oioit kunnen bewogen worden uit feijn plaats en toch ook weer ooit niet zijn bij ons, waar. dan.Vook' onze plaats'is?

De tegenstrijdigheid in dit gebed verduurt de eeuwen.

Geen gebed'liQ^^w--ooit te boven lof blijft daaronder staan.

Zoodra men zfe - wegneemt, is het gebed opigelost in — een niets.

Gelukkig, •wie leeft bij' deze tegenstelling en jze in de geloofsvlucht van zijn gebed verzoent, dat hij .zelf niet weet, hoe.

Want biet is .christendo-m. Hier is, christenen, uw dogma, mysëek doorleefd.

Omdat Goid de steenrots is, de onverzettelijke, de ziclizelf handhavende, daarom stelt hij-zijiien Christus in de wereld: den handhaver Gods. Maar die Christus is te gelijik'de vrucht fvan de bewogenheid van onzen onbe\vogen God. Barmh'artiigheid! En: gedenken!

Heeft ook Paulus niet... Christus genoemd, tojen' hij aan de steenrots he^^innerde, die — volgde ? De steenrots, de toegeslotene, die volgde, die zich ontsloot? De steenrots, de onbeweeglijke, die volgde, die' zich bewoog?

In ons komen tot Hem jubelen wij: Steenrots!

Maar in zijn komen tot ons ervaren iwij het: Gij vergeet oins niet!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 september 1921

De Reformatie | 4 Pagina's

Tegenstrijdigheid in het gebed.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 september 1921

De Reformatie | 4 Pagina's