GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

KUYPER - BIBLIOGRAFIE.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KUYPER - BIBLIOGRAFIE.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

door J. C. RULLMANN.

XXVIII.

24. Stellingen, verdedigd 21 Maart 1870.

De Heraut van 12 November 1869 bevatte ...jl.de mededeeling, dat te Utrecht door Theologanten !^^.en Juristen een Debating-.Club opgericht was voor de Christelijke historische richting. Deze studentenvereeniging, - Philistoria genaamd, stond onder het patronaat van Dr Ktiyper.

Haar eerste vergadering werd geopend door Prof de Geer van Jutphaas, met een redevoering over de tegenstelling van humanistisch en Christelijkhistorisch staatsrecht.

Op Maandag 21 Maart 1870 hield deze vereeniging in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen, des namiddags te 8 uren, weer een vergadering, uitgeschreven door den abacus E. Barger. Op die vergadering verdedigde DT Kuyper de volgende stellingen:

1. Er izijn slechts twee oiitgangspunten van Staatkundige richting: „Het Christelijk beginsel en het beginsel van 1789."

2. Objectief zijn beide richtingen historisch, wijl ook het menschelijk denken een factor is in de geschiedenis van het bestaande. Subjectief — dus als richting — alleen de eerste.

3. Beide bedoelen verbetering van het bestaande, jiiaar verschillen én in diagnose én in medicatie, van hetgeen verbetering eischt.

De richting van 1789 toch zoekt de o oi r z a a k van het onbevredigende der maatschappij in de natuur (in God), de Christelijk historische richting in den mensch (de zonde). En evenzoo. De eerste streeft naar verbetering door invoering van menschelijke schemata, de laatste door den invloed eener goddelijke realiteit (het Christendom).

4. Zonder principieele bewustheid hebben beide richtingen bestaan, zoolang er staatkundig gedacht is.

Principieel bewust is in t h e t i s o h e n zin het eerst de Christelijk historische richting: opgetreden. De revol'utionnaire richting eerst sints de laatste eeuw, vooral sints 1789. Antithetisch is eerst sints dien tijd de Christelijk historische richting anti-revohitionnair geworden.

5. Tot welke dier beide richtingen men behoort, hangt af

1. Voor hem die principieel denkt, van het geloof of ongeloof aan een geopenbaarde gods-"dienst.

2. Bij hem die hier den zin voor mist, - , van de vraag of hij een hart heeft voor staatkundige belangen en welke richting in de eerste periode zijns levens bovendreef.

6. De Christelijk historische richting mag derhalve niet met de andere staats p a r t ij e n gecoördineerd worden.

Beide richtingen splitsen zich in de partijen van conservatie en innovatie.

7. Er imoet scherp worden onderscheiden tusschen de Christel ij k historische richting en de d'usgenaamde „C h r i s t e 1 ij k e p a r t ij".

De laatste mist elk beginsel, streeft alleen naar het verkrijgen van wat van haar godsdienstige belangen wenschelijk schijnt, en vereenigt zich slechts 'ter verkrijging van stem in het parlement om die belangen te doen bepleiten.

De eerste daarentegen is principieel, eischt het gansche staatsbeleid voor haar beginsel op, en aoekt niet alleen plaats in het parlement, maar ook wetenschappelijken strijd en invloed op de publieke opinie.

8. De Christelijk historische richting, principieel tegen alle staatspartijen der revolutie gekant, kan geen 'dier partijen als haar absolute antipode beschouwen, noch in een enkele haar natuurlijke bondgenoot , zien. '

9. In den gegeven toestand onzes lands moet haar eisch zijn: vrijheid voor alle partijen en richtingen om zich op g e 1 ij k e n voet met elkaar t e m e t e n. De oplossing van •het proces dat we doorloopen, - kan niet doctrinair, ma.g niet a d m i n i s t r a t.i, fi.f, : .umaar moet ethisch izijn. ' . : f$^m¥

In W e g g e V1 o t e n e Jaren, blz.. 121—^123, vertelt Ds L. C. Schuller tot Peursim% enkele bi.'i'onderheden van dezen debat-avond, o.a. ook dit, dat de jonge'de la Saussaye, Gagnebin en hij ietwat boud beweerden, dat de voorganger eener groote gemeente op zijn arbeidsveld heel wat anders te doen vond in den dienst van den Heiland, dan naar het staatsbeleid te grijpen. Dit laatste werd echter door den defendens gewraakt als te persoonlijk feit'.

Uit de wijze waarop Schuller tot Peursum de zaken voorstelt, blijkt duidelijk, dat deze hoeren opponenten reeds toen niet geheel vrij waren van IKuyper-Hetze. Ook stonden de stellingen en de oppositie daartegen zonder twijfel in verband met hei „zeer ernstig geschil", waarover Dr Kuyper in De Heraut van 18 Maart en volgende nummers schreef. Het betrof den strijd over het w^oord „christelijk" op de vergadering van Christelijk-Nationaal-met Beets gevoerd, waarna de uittreding van Beets en Saussaye uit de Vereeni.ging gevolgd was, omdat de vereeniging als politieke vereeniging was opgetreden. Deze vrees voor politiek, deze politicophobie, gelijk reeds Groen van Prinsterer ze genoemd had, wordt nu-door Dl' Kuyper in .D; e Heraut als 'niet-gereformeerd, niet-christelijk en niet-ethisch bestreden.

„Noch voor de rechtbank van het G e r e f o r-im e e r d, noch voor die van het C h r i s t e 1 ij k, noch voor die van tiet ethisch beginsel kan de politicophobie als een onschüldig-e afdwaling worden vrijgespi-oken. Ze is een kwaad, dat door den Christelijken geest moet overwonnen worden, en dan alleen , zOu ze gerechtvaardigd zijn, zoO' öf door lage naturen de Christelijke politiek tot zelfzuchtige bedoelingen misbruikt werd, — óf wel het leven van den Staat (wel te onderscheiden van de staatstheorieën) aich zóó vijandig, tegen het Christendom keerde, dat staatkundige bemoeiing ondenkbaar werd , zonder verloochening van den Heer." De .Heraut 6 Mei 1870.

Zie over deze politieke studentenvereeniging ook nog mededeeiingen van één der oprichters in: Herinneringen van de Oude Garde, blz. dQ.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 april 1922

De Reformatie | 6 Pagina's

KUYPER - BIBLIOGRAFIE.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 april 1922

De Reformatie | 6 Pagina's