GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

DE BEARBEIDING DER RIJPERE JEUGD.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE BEARBEIDING DER RIJPERE JEUGD.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Inhoud eerste artikel: de noodzake-Ir'kheid op heden voor de bearbeiding 'der Rijpere Jeugd. Kerk en Vereeniging hebben bij' haar belang. Twee factoren dringen er verder toe: de gesteldheid der Rijpere Jeugd naar lichaam en ziel en de gevaren, "die in onze dagen voor haar van alle zijden dreigen. Inhoud tweede artikel : de taak, welke de Jeugdvereenigingen in deze z-'iak hebben te vervullen. Wij mogen dankbaar ïijn voor wat reeds verkregen is, maar nu voortvaren! Evangelisatie-arbeid is en blijft contrabande en verkeerde synthese-neigingen blijven ons vreemd. De üeucdvereenigingen moeten zich wachten voor zwaarwichtigheid; inzien, dat zij ook een opzoekende en bewarende taak hebben; met alle kracht zich werpen op dett propaganda-arbeid; terwijl in de grootere •• steden • een Centraal-Verbond noodzakelijk is voor het voeren eener goede actie.

(Voornamelük floor Kerk en VereeniginB)

III.

In dit tierde artikel gaan wij b'eih, an: delen de taafc, welke de Berk' ten oipziclite van de be arbeiding der Rijpere Jeugd heeft te verrichten.

Een woord over de prediking, een deel, een •belangrijk deel van den heerlijken, maar verantwoordelijken arbeid van den Dienaar des Woords.

Speciale jeugdprediking begeer ik niet, wil ik' niet, dan in één bijzonder geval, bij ons vierde artikel ter sprake komende, 't Wooid Gods móet gebracht worden, 't volle, rij'ke Evangelie. De onderen hebben dit noodig, maar ook de jongeren. In al 'Zijn eenvoud, in al Zijn hoogheid, in al Zijn kracht. D& t Evangelie brengt Christus, de sleutel aller vragen, het licht der diepten .Gods, de ver-Maring van het raadsel der historie. Diè prediking zal het meest ook 9.e harten der jongeren winnen, die het duidelijkst den Christus predikt. Maar dan den Christus voor onze tijden. Levend en frisch. De waarheid altoos dezelfde. Maar preeken, zooals we het in 192'2 pioeten doen. In te gaan hebben de Dienaren des Woords in de noioden der jongeren; en dan in duidelijke taal, niet altoos critiseerend, maar trekkend en lieflijk opweklcende, met een w, arm hart, gloeiend van passie. In een vorrn, vrucht van deze tijden. Zeer zeker, want we staan midden in het volle leven. Maar daarbij niet allerlei kunst-en vliegwerk te hiulp roepende. Dat kan, de voorbeelden zijn er, voor een wijle winnen, bekoren, maar straks begeert mien weer andere middelen, on eindelijk heeft men er genoeg van.

't Hart, ook het jonge hart, wordt niet voor de waarheden Gods gewonnen door schoone woorden, al zal-onze taal gekuischt moeten zijn. Aügustinus wierp zijn Cicero weg, toen zijn oog voor de heerlijkheid van den Christus openging. Wij behoeven daarbij geen oude woorden „dood te rijden". Laten wij in onze schoone Nederlandsche taal Christus groot maken totet al de kracht en den rijkdomi van woorden, die ons ter beschikking staan. En dan geen preeken voor intellectueelen. (Wat zijn dat eigenlijk, en wie zijn dat eigenlijk? ) Toen LUther pas begon te prediken, predikte hij zeer geleerd. Over Johannes 1:1—4 hield hij een zeer diepzinnige predicatie, leerende, dat men onder het „Woord" het eeuwige denken in God had te verstaan; dat deze intelligentie Gods met het wezen Gods identisoh was en fdat er verband is tusschen „woord" en „gedachte" ook in de wereld der schepselen. Hij haalde Haarbij aan de leer van [Aristoteles over het voiortkomen der beweging uit het zijn en over den terugkeer der beweging tot het zijn. Maar Luther heeft het niet lang volgehouden en reeds spoedig het dwaze er van inge­ (' zien. En toen later een predikant aan Luther vroeg, hoe te prediken, gaf hij het bekende antwoord: laten lal uwe preefcen zooi eenvoudig zijn als mogelijk is. Wanneer ik in mijn prediking op Dr Melanchton zou moeten letten, 9an bracht ik niets goeds te weeg. Ken jk Grieksch, Latijn en Hebreeuwsch, dat spaar ik, totdat wij als geleerden samenkomen, en dan m'aken wij het daarin zoiobont, dat onze Heere God Zich daarover verwondert. Vervloekt en vermaledijd miogen alle predikers 'zijn, die in 'de kerk de hooge en ze§r zware dingen najagen; zij zoeken hun eer en hW roem.

Zij willen een paar hunner hoorders bevallen. Wanneer ik in Wittenberg predik, daal ik zooveel mogelijk af. Ik let niet op 'de Doktoren en de Meesters, waarvan er een veertig in de • kerk zijn, maar op de groote massa jongelieden en anderen, waai-s-an er zeker wel duizend tegenwoordig zijn. Voor hen predik ik, en tegelijk daarin ook tot de anderen." Dit bekende advies van L^uther, den grooten Hervormer, imeenden wij nog wel eens te moigen citeeren. Het kan ook tau zijn nut nog wel doen.

Ook het catechetiscÈoinderwijs staat in verband met den arbeid der Rijpere Jeugd. Ten allernauwste. Dit onderwijs acht ik een der belangrijkste deelen van den ambtelijken arbeid van den Dienaar des Woords. Eene gemeente, waarin aan het opkomend geslacht gedurende een aantal jaren catechetisch' onderwijs is verstrekt door een predikant, die toegenegenheid, aimbitie voor dit deel van zijn werk heeft, 'iie met zijn catechisanten weet om te gaan, die hun liefde heeft weten te winnen, die hun leerlust weet te prikkelen; den lust tot onderzoek weet op te wekken, in één woord, een gemeente, waarin een band is gelegd tusschen den leeraar en de Rijpere jeugd, zal daarvan de rijke vruchten dragen. Onder den zegen des Heeren zal zij opwassen in de .genade en de kennisse van onzen Heere Jezus Christus. Het goede pand zal daar door de Rijpere Jeugd bewaard worden. Een afkeer zal daar aanschouwd worden van het ongoddelijk, ijdel roepen, maar loiolk van de valschelijk dusgenaamde wetenschap. En laten wij niet de helft van den tijd van [h, et onderwijS' op de catechisatie of meer dan de helft besteden aan het overhooren en nog eens overhooren!

Vruchtbaar kunnen in de derde plaats ook zijn voor de bearbeiding van 3e Rijpere Jeugd door de (ICerk de meer vrijere samlenk'omsten van den Dienaar des Woiords met de jongens en meisjes, b.v. van 16 a 17 jaar tot , 25 jaar, gedoopt of reeds tot belijdenis gekomen. Ik schreef daarover indertijd eenige artikelen in „De Reformatie", onder het opschrift „De ïTood der Rijpere Jeugd", Ie Jaargang; , numimiers 18, 21 en 25 en acht mij ontslagen daarop thans in den breede in te gaan. 'k Houd ze drie-of viermaal in het winterseizoen. De predikant heeft de leiding, maar spreekt zelf niet veel, miaar laat de jeugd spreken over het onderwerp, actueel, dat door hem aan de orde is gesteld, of uit een aantal onderwerpen, door de jongelieden opgegeven, door hem gekozen is. Eén der jongelui is „inleider", daartoe gekozen en aangezocht doof den predikant. En dan begint het „gedebatteer", een lust om aan te hooren. De „inleider" antwoordt. En aan het slot der vergadering is het vanzelf, dat de predikant als vriend onder de vrienden een woord spreekt en in een „palckende rede" zijn meening weergeeft over de verschillende zaKen, die aangevoerd zijn. Een persoonlijk woord dan kan van grooten zegen en invloed zijn. In de pauze vrije conversatie, zingen, wat tot versterking van „den inwendigen imensch"!

In 'Almelo er mede begonnen, heb ik nu ook dezen winter te Amsterdam üe proef er mede genomen. En Ihet resultaat is verblijdend geweest. Men vroeg liegin April zelfs om nogi zulk eene samenkomst. En laat de Dienaar des Woords dan niet vergeten èn op He catechisatie èn in deze samenkomsten èn in de prediking ook te wijzen op de roieping der Rijpere Jeugd tot • ontwikkeling en het nut onzer Jeugdorganisaties! En Oiofc deze zaken in het gebed in het piidden der gemeente gedenken!

Ten vierde zal bij het Huisbezoek ook de bearbeiding der Rijpere Jeugd ter spraike komen, hetzij dit in de meer kleinere gem'eente geschiedt door predikant en ouderlingen, hetzij dit in de groote, veel te .groote stadsgemeenten geschieden moet alleen door de ouderlingen. En laat dan toch nog de predikant, als hij eenigszins kan, minstens één (middag zien uit te breken om'.zelf persoonlijk! in de gezinnen te komen en Imet hen, die hij aantreft, te spreken over idie dingen, welke bij dit huisbezoek aangevoerd worden.

't Huisbezoek nu moet ook zijn voor de jeug'digen, voor het zaad des Verbonds. Daarmede hebben wij ook te spreken, te handelen. Over de intieme dingen des harten, over den openbaren wandel, over de verhouding tot en in de kerk. Laat men met ze spreken over Se dingen des tegenwoordigen, maar niet tainder en vooral 'die des toekomenden levens. Laat men met ze handelen over wat hun' hoofd vervult, hun hart beroert. Laat men ze trekken in liefde! En niet aanstonds de wenkbrauwen fronsen en den vinger dreigend opheffen en uitbarsten, wanneer door hen eens een ketterij verkondigd wordt of een 'meer vrijere opvatting dan de onze is, omtrent somjmige dingen wordt uitgesproken. Juist door zulk een optreden, onoordeelkundig, on-psychologisch, is reeds menigeen voor de geïnstitueerde Kerk verloren gegaan. Dan trekt men niet, maar stoot men af; dan lokt men niet, maar houdt toen terug. Laat men zich trachten in de dagen der jeugd te verplaatsen, wanneer alles kookt en bruist, vonkt en spat. Vriendelijkheid doet ook hier veel. Men moet toonen, dat men het leven kent. Op allerlei twistvragen in te gaan, behoeft men niet. Het sticht ook niet. Pomen bepaalde punten in ihet geding, sectarische leeringen, en gevoelt men, dat men op dat oogenblik "daarvan niet genoeg lafweet, oan afdoende te antwoorden, zegt dan, dat ge nog eens terugkomt om' over dat speciale .punt eens te .spreken. Eerlijlcheid zal oiok hier gerespecteerd worden, meer San handigheid «to over alles heen te glijden. Zooi zal toen vat op de Rijpere Jeugd krijgen, hun sympiathie win-, nen. |Zooi zal de bearbeiding der Rijpere Jeugd zegen dragen. En zal, naast de prediking des Woords, vooral juist door het Huisbezoek de afval onder het zaad des Verbonds gestuit worden. Dan zal ook niet meer gezegd worden in de huisgezinnen: „'t Was miaar een ouderhngl" Of dat andere: „Hij verstond niets, van wat ik bedoelde, yan wat in mijn hart omgaat!" Een ouderling, en ook de „dominee" zij jn zijn huisbezoek een gewoon mensch, geen „apart" mensch. Doet hij het laatste, hij verliest meer dan hij wint. Doet hij het eerste, hij wint in alles. En al zullen er dan ook teleurstellingen zijn, en al zullen er dan ook zijn onder de Rijpere Jeugd, die geheel afvallen, het bloed derzulken komt dan niet op onze hoofden! Het ligt voor hunne rekening. En die rekening is eene zw, are! ;

Maar laten onze ouderlingen, niet minder dan de predikanten, bij deze bezoeken ook wijzen op de roeping der Rijpere Jeugd ten opzichte van de Jeugdvereenigingen, opwekken om naar de vereeniging te gaan, opwekken om mede te werken met de anderen. En laten onze jongeren den arbeid, ook van de ouderlingen waardeeren. Zij hebben hun dagelijksch werk; ze sjouwen langs de straten, zitten op het kantoor, staan in den winkel, en dan geven ze zich nog vrijwillig in de avonduren voor dat moeilijke werk; avondwerk, dat geen cent voordeel oplevert! Moet dat bij onze Rijpere Jeugd geen respect afdwingen?

Tenslotte verwacht ik, en zietdaar mijn vijf de punt bij dit deel van mijn inleiding, o ok veel van particuliere samenspreking met de afdwalenden, de onverschilligen, do'or den

predikJantiaanh'uiS; op de studeerkamer. Sohrijf oens een briefkaartje naar zult eenen. Vriendelijk uitnoodigend, zal geen pnbeleefde weigering er ; 0p volgen, 'k Heb het hoogst zelden gehad. En ga, dan maar een spreken. Niet uit de hoogte. Daar kan de Rijpere Jeugd niet tegen. Maar als vriend! Zoo gezellig! Zoo intiem! Zoo teener! En dan komt het wel naar voren, waar het [h, apert, waar het aan scheelt. En God geve den dienaar dan de wijsheid om het juiste medicijn .toe te dienen! Het juiste medicijn: (Gods Woord biovenal, het gebed, maar ook, en dat voor meer ontwikkelden, boeken, die hun ^.houvast" geven in de wankeling, boieken als van IDr Bavinck en jKuyper, als van Dr v. Andel, „Geloof en Wetensdhap"!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 augustus 1922

De Reformatie | 4 Pagina's

DE BEARBEIDING DER RIJPERE JEUGD.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 augustus 1922

De Reformatie | 4 Pagina's