GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Dankbaar, maar niet voldaan!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dankbaar, maar niet voldaan!

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(De herziening der L. O. wet.)

I.

Nu de behandeling van het wetsontwerp tot herziening der Li O. wet door de Tweede 'Kamer der Staten-Generaal is afgeloopen, meenen - wij onzen indruk van het verkregen resultaat aldus te mogen weergeven: wij zijn dankbaar, - maar-niet volda., an.

Met voldoening mag op verscheiden bepalingen van - het ontwerp-, zöioals het thans luidt, gewezen worden. Zooals het thans luidt! Wie dit wetsontwerp, gelijk ïi-et nu naar de Eierste Kamer gaat, vergelijkt met het oorspronkelijk ingediend voorstel, nader verscherpt door de bekende nota van 5 Octo-. ber, — !zal Ihet in .velerlei opziaht bijna niet meer herkennen. Wij zullen enkele {hoofdpunten naar voren brenge-n en laten dan verschillende technische bijzonderheden rusten.

Daar was [vooreerst de kwestie van , het z.g. Bonwbesluit, d.i'. het Kon. Besluit, dat algemeene regelen vaststelt omtrent den bouw en de inrichting. van schoolgebouwen. De Minister Ihlad aanvankelijk voorgesteld : 'het Bouwbesluit, dat tot dusverre minimale bepalingen bevat, zal voortaan maximale regelen. inhouden; geen Gemeentebestuur, geen Schoolbestuur mag m-eer aan schoolb-o-uw ten k'o-ste leggen, dan wij in Den Haag beslissen. In dez'en tijd van bezuiniging zou de Minister de koorden va, n de beurzen toetrekken. Daar viel inderdaad iets vóór te zeggen. Verlangt ook het Gewijzigd Unierapport niet, dat slechts de kosten van een „gewone, eenvoudig ingerichte lagere school, voor zoover de/e niet uit de schoolgelden 'te vinden zijn", uit de Overheidskas worden betaald? Maar geheel verkeerd was het, daarbij ook aan de ouders en verdere belangstellenden in het onderwijs te verbieden, uit eigen beurs gelden voor versiering of verbetering van .het schoolgebouw te besteden! Gesteld, dat de Overheid f 50.000 voor den bouw van een bijzondere school beschikbaar wil stellen, en eenige particulieren zeggen: wij leggen ler f 10.000 bij voor een sierlijker gevel enz., waarom, zoo mag men vragen, moest hun dit dan verboden 'wierden? Laat de Overheid blij-zijn met dit blijk van belangstelling en particulier initiatief, vooral nu zij zelve bezuinigen moet en laat zij 'niet, tot straf voor zoo'n vergrijp (!) alle subsidies intrekken. De voorgestelde bepaling ontmoette bij links en bij rechts, zij het uit verschillend motief, dan ook feilen tegenstand. Bij de debatten werd o.a. de gedachte uitgesprolfcen, dat ihet to-dh wel, goed zlou zijn, in het Bouwbesluit naast de minimale ook maximale eischen op te - nemen, maar de laatste dan slechts te doen gelden voorzóover de uitgaven voor schoolbouw komen uit de openbare ücassen. Zoo'Wel voor openbare als voor bijzondere scholen zouden particulieren dus schenkingen voor den bouw kunnen doen. Het is jammer, dat aan deze gedachte, die zich geheel aansluit bij het Unierapport, niet meer aandacht geschonken werd. Dan ware een positief resultaat bereikt, terwijl nu Ihet slot zuiver negatief was: de Minister trok 'zijn voorstel in. Het was dan ook niet te aanvaarden!

Dankbaar kunnen wij ook 'zijn, dat uit h'et ont-•sverp geschrapt werd het verbod om naast de onderwijzers, die 'de iwet leischt en wier salarissenhet Rijk - vergoedt, noig leen of - meer andere, op kosten van Gemeente-of SchoO'lbestuur, aan te stellen. Men ziet, dit verbod lag op één lijn met dat betreffende den schoolbouw; alle Gemeenten werden over één kam geschoren en bovendien werd

wederom aan .iièt' pïaïtïc'ulièr initiatief een felle slag toqgebracbt. .De eenlieidsschool zöu nog vollediger doorgevoerd worden. Gelukkig is ook deze bepaling, niet .gehandhaafd; zij werd reeds bij de Memorie van Antwoord teruggenotoen. Wij betren--' ren het al weer, dat niet meer aandacht geschonken werd aan dezen wensch' in hiet Voórloopig Verslag, dat Gemeente-en Schoolbesturen alleen surnu'meraire onderwijzers zouden mogen aanstellen, indien en voorz'ooverre de betaling van hun salaris door particulieren is toegezegd en verzekerd. Zullen wij tot de gewienschte bezuiniging eenerzijds, tot een terugdringien vian de Overheidsbemoeiing anderzijds komen, dan zal toch' in die ricliting •heil gezocht' moeten worden.

Niet geheel onbevredigend was ook' bet verloop der kwestie, reeds eerder in dit blad besproiken: Eal ©en op wachtgeld geplaatst onderwijzer yan. een Christelijke scihool, door een tegen zijn wil Ointv: angen benoeming aan een openbare school niet te aanv; aarden, zijn wachtgeld verliezen? Het voorgesteld art. 36 bis, dat dezie mogelijkheid tot scherpe uitdrukfeing bracht, werd teruggenomen. Zelfs verklaarde de Minister, daartoe uitgelofef, uitdrakkelijk': „dat in 'casu iemand daartoe niet gedwongen kan worden en dus Izijn wiachtgeld in dat geval niet verliest." 'Wij zijn 'voor de toezegging dankbaar, maar h.adden liever gezien, dat deze gedachte in de wet 'zelve tot uitdrukking ware gekomen. Een ministerieel leven is soms kort en de niondelinge toelichting van de wet wordt later niet steeds gebonoreerd! Maar, z: egt men misschien, spreekt dan het 6e lid van {het artikel niet van een betrekking, „die hem in verband met zijne persoonlijkheid en onistandigheden redelijkerwijze kan worden opgedragen" en moeten dus, anede in verband met de pertinente verklaring van den Minister, gemoedsbezwaren niet in aanmerking genomen worden? Is het hier' derhalve niet een „casus non dabilis"? Helaas neen, want de geruststellende woorden „persoonlijkheid" en „omstandigheden" en de toelicbting van den Minister daarop; slaain alleen op het 6e lid, en — de benoeming aan een openbare school is geregeld in bet 4e lid! Bij den Minister (en bij de Kamer) moet '^ier een misverstand gehieerscht hebben! En dit 4e lid bepaalt onverbiddelijk': „Binnen den uitersten termijn, in het negende lid vermeld, vervalt dit wachtgeld: indien de onderwijzer tot eene betrekldng v|an Rijks-, Provincie-of Gemeentewege wordt benoemd." 'Het feit der benoeming alleen doet het wachtgeld vervallen; daarop komt geen enkele bepaling terug', en wie bekend is met de wijze, waarop de Raad van State in zijn adviezen aan de Kroon de wet pleegt uit te leggen, zal m'et ons nog .verre van 'g'eriist zijn over deze zlaak!

Dankbaar zijn wij voor do inlassching. van h'et woord „tenminste" in art. 91. Uit de Memorie v; an Antwoord bleek, dat ]het Departement de opvatting huldigde, dat in de , aik'te van benoeming: der onderwijzers laan bijzondere 'scbblen geen andere bep, alingen mogen voorkomen, dan de wet uitdruik-• keiijk beveelt op te nemen. Wèl dus bepalingen betreffende salaris, ziekte-verlof, enz. Maar verboden zou zijn, in de ^kte op' te nomen, dat de onderwijzer in zijn onderwijs gebonden is aan den grondslaig' der scboolvereeniging, of dat de onderwijzeres ontslag zal ontvangen bij huwelijk. Wat deed toch de Linkerzijde tegen dit lam^endement-Rulgers (hulde aan zijn verdediging!) zoo teboop loepen? Bebooren onzie onderwijzers zoozeer tot de „economisch' zwakikten" en imoeten zij in hun contracten dermate tegen goddelooze werkgevers beschermd worden? GeluTdkig stond Redbts „met eenparigen scihouder"; hier werd dan ook inderdaad aan een levensbelang van het bijzonder onderwijs geraakt!

Dankbaar zijn wij Verder voor twee andere overwinningen van den beer Rutgers: h'et verplicht overleg piet het Rijkssdhiooltoezicht vóór de benoeming van onderwijziers aan J)ijzondere scholen verdween en ©venzoo het verbod aan de .Schoolbesturen om booger sdhioo'lgeld té heffen (ten bate van eigen kas!) dan de Gemeente voorschrijft. Wij vermoeden, dat zelfs de voorsteller dezer amendementen op zooveel suGoes ternauwernood beeft durven rekenen!

De nieuwe opleiding komt „vioorloopig" niet. WeiUc ernstig mian hiad (bet anders verwacht? De brok' was te ^[Waar om' in ©enen te verduwen; en naajr wij meenen te weten, niet enkel omdat hij z|oo feostbaar v^as! Laten zij, die verbetering der onderwijzers-opleiding voor bet Oiinboiog-voeren van ons onderwijs-peil noodzakelijk achten, beproeven, de zfl^ak stuksgewijs in orde te brengen. Men kan a^lvast met bet scibool-eindexamen b'eginnen, , waaromtrent de Minister reeds eerüge toezegging deed.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 januari 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

Dankbaar, maar niet voldaan!

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 januari 1923

De Reformatie | 8 Pagina's