GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Bedekking en dienstvaardigheid.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bedekking en dienstvaardigheid.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een iegelijk had zes vleugelen, met twee bedekte ieder zijn aangezicht, en met twee bedekte hij zijn voeten, en met twee vloog hij. Jes. 6:2.

Wanneer Jesaja in zijn visioen den geopenden hemel inziet, dan ontdekt zich aan zijn geest de verbaasdheid der aan Gods aanschouwing ws'l gewonen, maar niet gewenden. Het zijn do serals, de vurige, glanzende engelen, - welke hij ziet, bereid tot den dienst, maar dan tot hun liturgie «ereed in vreeze en beven, in ootmoed en eerbiedige bevangenheid.

Hetgeen hier ovcrheerscht, dat is de bereidheid tot den dienst van God. Waar serafs zijn, daar is het klim, aatder gehoorzaamheid. Zoo aanschouwt ook Jesaja in zijn hemielsch gezicht, dat de ser-afs vleugelen hebben, waarvan wel so'mmige in rust, doch andere ook altijd in beiweging zijn.

Met twee vloog elk van die hemel-serats. En dat vliegen is nog niet de dienst; want als Jesaja's geest in visioen den hemel ingaat, dan ziet hij daar op dat moment niet de groote daad, maar de groote aandacht. En in die aandacht is een vragen, een wachten naar het woord van bevel, dat Go'd geven zal. Op dat bevel zullen de serafs vliegen, en doen wat hun gezegd is in rappen gang van dienst. Maar nu is alles nog in afwachting: alles spelt niet den dienst, doch de bereidheid tot den dienst. Geen vliegen nog; en evenmin stilstaan; doch zweven is het, wat Gods troongeesten doen. Met twee zweefde elk, luidt eigenlijk de vertaling. Er is geem overhaasting!, aJs van wie zich spoedt en vliegt zonder bet zendend goddelijk woord. 'Er is evenmin traiaghoid, als van wie roerloos staat en dus eerst de vleugels strekken en zich bereiden moet, vóór hij het bevel kan volvoeren. Maar er is bereidheid, die aanstonds kan komen tot de daad van den dienst. De aldoor zwevefl'de serafs gaan nog niet, want ze wachten, wat antwoord God hun geeft; maar klinkt straks uit Gods mond voor hen het bevel, dan zijn ze reeds in beweging en zullen aanstonds gaan.

De zwevende seraf is ons het beeld van de eindelooze attentie tot God, van de zuivere verzoening tusschen gewilligheid en o-pmerkzaamheid. Tot haast bereid is de eerste, doch van overhaasting vrij is de tweede.

Zoo moet ook voor u, o mensch, die tot den dienst van God geroepen zijt, de bereidheid zijn tot dezen 'dienst. Gods geopenbaarde wil, zijn doorgaand gebod is •u gegeven, gelijk ook aan de serafs. D'och daarnaast hoeft elk godvi'ucbtig menschenloven zijn nieuwe, bizondere bevelen, zijn eigen wegen en wezen van dienst, zijn aparte werk, zijn atzonderlijke taak. Wat het zijn zal, weet gij niet. Wacht u, mijn ziel, dat gij de liefde niet opwekt, eer het haar nut en God een lust zij. Laat. in uw arbeid voor uw Go'd niet de overhaasting er zijn, die reeds aan het werk gaat, eer zij van Gods gebod zicii bewust worden zag; en oo'k niet de traagheid van geest en de slapheid van hand, die zoo lang den afstand maakt tusschen hooren en doen. Maar ook voor 'u zij de zwevende houding der serafs het lolckende beeld. Wachten t ó' t God spreekt; maar dan ook aanstonds doen. Wie zweeft, kan aanstonds vliegen; en zie, straks gaat hij 'uit tot zijn dienst, tot zijn Goddelijke liturgie. (Hebr. 1:14.)

oot-Doch deze geesteshoudinig wordt slechts in m o e d tot haar werkzaamheid gewekt.

Dat bewijzen ook de serafs.

Want bij de bewegende vleugels, komien de beweeglooze; htm gratie is het zweven der bedekten, do bereidheid der in ootmoed geKoudenen, die toch niet weerhouden zijn.

En 'die bedekking is dubbele zelfbedekking.

'Met twee vleugels bedekt ieder zijn aangezicht. Hij kan niet verdragen God te zien.

'Met twee bedekt ieder zijn voeten (Ez. 1:11). Hij kan niet verdragen van God gezien te worden.

De oogen bedekt en de voeten bedekt.

God niet zien zonder het bedekkende kleed.

zonder het bedek­ Van God niet gezien worden kende kleed.

Want het eerste zegt: Wie kan God zien en leven? T'e groot, Ie ieeweldig is God voor het schouwende schepsel, dat maar schepsel is, eindig en beperkt.

Alle Engienkennis En uitspraak, zwalc en onbekwaam, Is maar ontheiliging en schennis U zulks te kennen, als gij. waart. Der ee'uwigheden glans en ader, Wien is dat hcht geopenbaard? Wien is der glansen glans verschenen? D'at zien is nog een hooger heil Dan wij aan uw genade ontleenen. Dat overschrijdt het perk en peil Van ons vermogen.

> En het tw'eede: de bedekking der voeten, is de betuiginig van ©en schuchterheid, die zelfs in den hem'el, waar gee'n zond© ooit een tegenstellmg maakte tusschen God en schepsel, voor Hemi niet onbedekt zich stellen durft; die immer weet, niets te zijn voor de geweldiigheid van Hem, „wiens zoomen den tempel Vullen".

Dat is de deemoed; en zalig zijn de deemoedigen

want alloen. zij zuUe'n 'grootmoedig zijn tot sterken dienst.

Valsche zelfbedekldag, onzuivere ootmoed, onwaarachtige klcinheidsgedachtc maakt tot dienst onbekwaam.

Maar do waarachtige laat zich zien aan de dienstvaardigheid.

Bedekking en dienstvaardigheid, ze hebben elk haar yleügclcn, doch alle die zijn één. Wiekende vleugelen zijn er nooit zonder bedekkende. Maar de bedekkende houden nooit den slag der zwevende in.

Zóó worde óók in ü de groote daad geboren in ootmocdigheid.

Gij kunt God niet in de oogen zien. Vermetelheid slaat wel breed de vleugels uit; doch haar opstijg< 3n is hoogmoed, zelfdienst. Want engelen, die bij God zijn, kunnen alleen in neerwaartsche richting vliegen, als ze uitgaan van Hem. Slechts de volbrachte dienstverrichting kan ze mèt hun werk weer stijgen doen tot God. Zóó kan, wie God zag, alleen d^n stijgen, als hij immer heeft geweten, zich voor Hem niet anders dan in daling te kunnen bewegen. Bedek uw oogen; gij "vermoo.gt niet. God te zien, gelijk Hij is.

En gij schroomt ook, van God in het hart gezien te worden. Al weet gij, dat Hij het altijd doet, toch is daar uwerzijds hot bedekkend gebaar: Heere, ik ben te gering. Zelfs moet uw klacht zijn, wat de seraf nooit te zeggen behoeft: Heere, ik ben een zondig mensch. A'emedert u, broeders, onder de krachtige oogen Gods. Zijt bedekt voor Hem.

Dan zult gij Hem Icunnen dienen en het ongekende vair Zijn voor u weggelegde woorden zal u niet ledig noch onvruchtba, ar vinden.

Want ook üw bedekking is dan gevonden.

God is voor u bedekt in Christus, in Wien Hij in verberging tot 'u treedt.

En gij zijt voor God bedekt in Christus, in Wien Hij alleen ii aanschouwen wil.

De vleugelen der engelen zijn voor de menschen geworden tot vleesch en bloed en ziel van den roe n s c h Christus Jezus.

Dat is het mystieke in den Christus Gods.

En al wie in dien Christus z ij n bedekking vond voor God, en G o d s bedekking voor hem, die zal door de bedekking heen God zien en leven. En God zelf zal in zijn binnenste lezen de groote liefde, die tot den dienst des hemels op de aarde bereid is. Want alle liturgie, alle goddelijke dienst, zet in met het zwijgen, het zwijgen en wachten der bedekte zielen, die tot den dienst bereid zijn elk eerste oogenblik na het woord van Gods bevel.

Zoo leidt dan de zelf b e dekking tot den • dienst, en de dienst tot de zelf o n t dekking.

En de vrede zal in die beide groot zijn.

K. SCHILDER.

V e r b e t o r i n g. Lees in de „meditatie" van de vorige week voor „Zebel" Izebe1.

K. S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 februari 1924

De Reformatie | 8 Pagina's

Bedekking en dienstvaardigheid.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 februari 1924

De Reformatie | 8 Pagina's