GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Rondom de Bijbelsche treurspelen van Racine.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Rondom de Bijbelsche treurspelen van Racine.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Inhoud van de vorige artikelen: Kort overzicht van Radine's levensloop. Het mislukken van Phèdre brengteen omkeer in zijn leven, doet hem het terrein van de tooneelkunst verlaten en brengt hem weer terug iot de geestelijke gemeenschap met Port-Royal. Tvvaalf jaren daarna verzoekt IVIme de Maintenon hom, een tooneelstuk te schriJTen voor die leerlingen van het instituut Saint-Cyr. Uitwijding over Mme de Maintenon en haar verhouding tot Lodewijk XIV. iVJme de Maintenon sticht de school van Saint-Cyr voor meisjes van den armen adel en wijdt zich geheel daaraan. Op haar verzoek schrijft Racine voor de scholieren Esther. De voorstellingen zijn een groot succes. Tusschen den Ahasverus van den Bijbel en dien van Racine is een groot onderscheid dat eensdeels voortkomt uit het feit, dat de „klassieke" kunst zich niet inlaat met de locale kleur.

III.

Er was, evenwel, nög een motief om Ahasveros minder wreed en willekeurig, minder „oostersch" voor te stellen dan hij in werkelijkheid moet geweest zijn; het stuk, waarin een machtig vorst een eenvoudig meisje tot zijn vrouw maakt, moest worden gespeeld in tegenwoordigheid van een machtig vorst, die een arm vergeten schepsel, — een weduwe, immers, door een mismaakt dichter onverzorgd achtergelaten — ter vrouwe had genomen. De analogie drong zich aan alle toeschouwers op: Ahasveros =: Lodewijk XIV, Esther

Mme de Slaintenon. Iedereen begrijpt, dat daarom alleen de al te ruwe kanten van den oorspronkelijken Ahasveros moesten worden afgevijld. Het geheele hof toch keek den Zonne-koning naar de oogen. Elk dichter maakte op' zijn beurt een diepe buiging voor hem: Racine, Corneille, Molière, Boileau. De eenige, die niet neigt is Saint-Simon, maar diens geschriften worden eerst dertig jaren na den dood van Lodewijk XIV uitgegeven! i

Racine heeft de "actie van zijn Esther verdeeld over drie bedrijven. In elk der bedrijven is een hoofdmoment van het Boek Esther verwerkt.

De kern van het eerste is Mordechaï's bezoek aan. zijn-nicht, waarin hij' haar de ontzettende boodschap brengt van het decreet tot uitroeiing van gansch Israël.

Het tweede bedrijf groepeert zich om de vraag van Ahasveros aan Haman: , , wa, t zal men den man doen in wien de koning zijn welbehagen heeft". De di'amatische ontroering bereikt in het tweede bedrijf haar toppmrt bij het ongevraagd binnenkomen van Esther in de troonzaal.

Het derde bedrijf brengt den maaltijd, waarin Esther den snooden Haman ontmaskert; daarop volgt de van allen bekende ontknooping.

Ik zou het kader van een kleine reeks Reform a, t i e - artikelen stellig zeer ver overschrijden als ik overging tot een nadere analyse van het schoone treurspiel van Racine. Een ieder, die er voldoende belangstelling voor heeft, kan het zich voor een geringen prijs aanschaffen. Over enkele weken verschijnt bij Meulenhoff een schooleditie van Esther, die ik zelf het genoegen had te bewe-rken. Ze-is voorzien van een beknopte inleiding over Racine en zijn werk en tevens van een uitvoerigei ^woordenlijst, die voor velen het vervelende snuffelen in een dictionnaire overbodig zal maken.

Toch moet ik hier nog een paar opmerkingen geven over het stuk zelf. In de eerste plaats deze: De actie wordt herhaaldelijk onderbroken door koeren of .reien, die grootendeels gezongen moesten w-orden ^). Met opzet zeg ik hier onderbroken, want met de actie zelf hebben deze kooren, in J; egenstelling met wat men ziet bij de Grieksche tragedie, niets uitstaande; ze zijn als de echo, waarin de gebeurtenissen na-klinken. De Joodsche meisjes, die Esther hebben vergezeld naar Ahasveros' harem, geven in schoone strofen de indrukken weer die de gebeurtenissen waarvan ze getuige zijn, op' haar maken. Waarschijnlijk heeft Racine geschre-ven om zooveel meisjes als mogelijk was biji de opvoering werkzaam te doen zijn. Maar dat neemt niet weg, dat ze buitengewoon tnooi zijn en niet al te zeer verbleeken bij de psalmen, die den dichter tot voorbeeld hebben gestrekt.

De „grand siècle", hoe schitterend ook in zijn kunstuitingen, is meer dan een andere arm in lyrische poëzie geweest. De lyriek .veronderstelt een op den voorgrond brengen van 'de eigen persoonlijkheid, een uiten van intieme dingen, dat onvereenigbaar was met de harmonische levensopivatting van de menschen uit dien evenwichtigen tijd. De grootheid van een tijdperk laat zich niet

kennen uit de subjectieve uitingen van een min of meer groot aanta.l enkelingen, maar wèl uit de objectiviteit, dat is de knechting en de onderwerping van het individueele aan de sa.menstemming van het geheel. De groote tijd, waarin Pascal zeide: „le moi est haïssable" 2), kón niet rijk zijn aan dichterlijke ontboezemingen, die men aanduidt met het woord lyriek. Maar juist doordat de airmoede aajn lyrische poëzie een van de kenteekenen is geweest van de grootheid der zeventiende eeuw, doet het alleszins weldadig aa, n, tusschen de dramatische episoden van Esther de zuivere gevoelspoëzie van de maagdenreien te ontmoeten.

De tweede opmerking, die ik maken wilde, betreft de Proloog, die het stuk inleidt. Deze ^taat niet in het minste verband met het treurspel : en werd gemaakt, nadat het geheele stuk door de meisjes van Saint-Cyr onder de rechtstreeksche leiding van Racine en Boileau reeds was ingestudeerd, en toen nog iets te doen moest worden, gegeven aan een nichtje van Mme de Maintenon, Mme de Gaylus, een pas getrouwd Jong vrouwtje, da, t van verlangen bra.ndde om een werkzaam aandeel te hebben in de opvoeringen, die zulk een succes beloofden te worden. Deze proloog wordt uitgessproken door de allegorisch voorgestelde deugd der vroomheid, la Piété, en is één groote lofspraak op! het bewind van Lodewijk XIV. De begeerte om dezen monarch weibehaaglijk te zijn, is er heel duidelijk in, en wij kunnen onzen ironischen glimlach niet onderdrukken bij

Le Rhin vit tant de lois disperser les armées 5) als wij bedenken, dat dit pralerige vers slaat .op den door Condé en Turenue zelf geleiden overtocht bij het Tolhuis van Lobith, dat bewaakt werd door vijfhonderd Friesche jongens.

De slotverzen van de proloog zijn zeer merkwa, ardig, omdat ze ons doen zien hoe Racine nu, bekeerd, en met sterk geprononceerde Jansenistische neigingen, dacht over de tooneelkunst, die hij twaalf jaren geleden, met de volheid en de ma, cht van zijn heerlijk genie tot een ongekende hoogte had opgestooten. Hij spreekt daar de schouwburgbezoekers aan, die zich onder zijn gehoor mochten bevinden:

Et rous, qui vous plaisez aux folies passions

Qu'allument dans vos coeurs les vaines fictioas,

Profanes amateurs de spectacles frivoles ....*)

Hij waarschuwt hen heen te gaan vóórdat zij zich vervelen bij' den heiligen ernst yan de Vroomheid, wier eenige vermakingen God, de vrede en de waarheid zijn!

Zooals reeds gezegd is, waren de opvoeringen van Racine's Esther triomfen zoowel voor de lieftallige meisjes, die hare rollen — ook die van Ahasveros, Mordechai en Haman — 'in de perfectie speelden, zoowel als voor den dichter, die het gehoor in verrukking bracht door het zachte maatgeluid zijner statige alexandrijnen, en ook voor Mme de Maintenon, die de ziel was geweest van dit schoone dramatische feest.

Maar toch hadden verscheidene personen zich geërgerd aan het wereldsch gedoe, dat toch allerminst op' een school, die door 'zusters gehouden werd, paste. De pastoor van Versailles, Hébert, had pertinent geweigerd er bij tegenwoordig te zijn. Ook de zusters-onderwijzeressen wa.ren alleen op uitdrukkelijk bevel van den koning in de zaal aanwezig, zij zaten tusschen de meisjes in, met neergeslagen oogen, de rozenkrans aftellend onder het prevelen van hare gebeden. Wat dezie vrome zielen vooral hinderde, was de invasie van het hof, dat onder den schijn va, n vroomheid nog z, oo^ veel van den ouden zuurdeesem liet doorwerken.

Mme de Maintenon vond haar 'houding wel wat overdreven, maar nadat er twee of drie accidentjes waren geconstateerd, die niet eens met een overhaast 'huwelijk konden worden goedgem-aakt, gingen ook hare oogen open voor het groote gevaar waaraan zjij haar school had blootgesteld.

Dat heeft haar evenwel niet verhinderd, zich korten tijd na deze gebeurtenissen tot Racine te wenden met het verzoek weer voor haar pupillen een tooneelstuk te schrijven, waaruit alle liefdei verba; imen moest zijn. In 1689, twee Jaren pa Esther, was de groote dichter gereed, nu met een veel grooter en ingewikkelder 'treurspiel, Athalie. Vooraf stelde Mme de Maintenon vast, dat dit stuk zou worden gespeeld, zooals wij reeds gezegd hebben, zonder costumeering en zonder decors, en dat de koning slechts van enkele hovelingen ver­ gezeld zou zijn.


¹) De vorige week hebben wij reeds opgemerkt, dat de muziek gecomponeerd was door Moreau, den organist van. Saint-Cyr.

2) het eigen, ik is verfoeilijk.

3) De Rijn zag zijn legers zoo vaak alle kanten heen vluchten.

4) En gij, die behagen .schept in 't dwaze spel der hartstochten,

Dat in uwe harten ontstoken wordt door allerlei ijdel verzinsel.

Onheilige liefhebbers van leeg Y^rtoon....

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 oktober 1924

De Reformatie | 8 Pagina's

Rondom de Bijbelsche treurspelen van Racine.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 oktober 1924

De Reformatie | 8 Pagina's