GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERS - SCHOUW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERS - SCHOUW.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ontwapening.

Het is een teeken des tijds, dat de ontvvapeningsgedachte niet alleen het gekrijt in den Dierentuin ten hemel kan doen schreien, in dubbelen zin, maar ook onder lawaailoozen, ook onder scribenten in gereformeerde kerkbodes ter sprake komt en door hen ter sprake gebracht wordt. De heer Biem Visser schreef in de Geref. Kerkbode van Haarlem:

In de jaren die komen gaan zal een der het meest op den voorgrond tredende problemen zijn, dat van bewapening of ontwapening, van geweld of geweldloosheid, van zwaard of kruis. Daar lusschcm zal keuze moeten worden gedaan. Door de werelddeelen, door de volken, door de partijen, door de luunsclien als menscli, door een christen als Christen, óók door Gereformeerde Christenen.

En nu is het een niet te ontkennen feit, dat onder ons, ik l3edoel daarmede nu het orthodoxe Christendom, deze vraag van hot heden en van de toekomst met een zekere negatie wordt behandeld of met een schouderophalend glimlachend medelijden wordt voorgesteld. In heel de vredesbeweging schitteren wij door afwezigheid, wordt o ns geluid niet gehoord, laden we den schijn op ons, of de ontroering der goddelijke bewogenheid met de menschen, met de volken ons luet aangaat. Wanneer we kiezen moeien, kiezen we vóór en niet tegen bewapening. Bedrij ven we afgoderij, omdat we „in de , plaats van den eeuigea waren God, die zich in Zijn Woord geopenbaard heeft of benevens Hem iets anders versieren of hebben waarop we ons vertro'uwen zetten" (spatieering van. mij, B. V.). En nu kom ik aan dat gedeelte wat me in verband met het bovenstaande tot deze regelen dreef. De heer Wd. heeft het daar over (ie leiders der Christenvolken, die in Geneve samenkomen, die daar spreken over de regelen tot bevestiging van den vrede en het geluk der volken, die „zóó door de liefde tot de menschhéid, door de idee der volkerenverbroedering aangegrepen dat ze, los van God en Zijn Woord, de vredesgeschiedenis van de komende eeuw' voorbereiden en regelen kunnen". „De mensch zelf God", schrijft de heer Wd. er nog bij. In heel deze wteergave van de gebeurtenis in Geneve vind ik iets terug van wat ik noemde negatie of glimlachend schouder ophalen. Natuurlijk, wat daar gebeurt is natuurlijke zelfzucht, buiten God en Zijn Woord om (o, daar schermen we wat mee) maar ik vraag u hoe weet u d.at, wie zegt u dat in het pogen der volken niet is de goddelijke bemoeienis, die Zijn wereld en menschhéid in andere banen stuwt dan geweld en oorlog? Wat is meer naar God en Zijn Woord: volksvernietiging of volksverbroedering? Wanneer u kiest voor het laatste, dan moeten we eens ophouden met het temen bij „aanvang en bij voortduur" dat er naar Gods 'Woord altijd oorlogen zullen blijven, zonder ooit ook maar éénmaal aan te wijzen of zelfs maar aannemelijk te maken da.t w ij daaraan mede moeten helpen. Kiest u voor het eerste (maar dat doet u niet) dan: leve de chemische industrie!

De heer Wd., die wekelijks in genoemd kerkblad schrijft, antwoordde op dit artikel breedvoerig. In het begin van zijn artikel zegt hij ten aanzien van den heer Biem 'Visser:

Zich plaatsend op het standpunt, dat wie niet aneejuicht in het koor der lofzingers op de „volksverbroedering" naar „volksvemietiging" s'treeft, noemt hij bet afgoderij, — knielen voor Mars, als in de Troonrede „nieuwe plannen" „tot versterking van 's lands vloot" worden aangekondigd.

Dat schijnt me to«, een spreken van valsch getuigenis te zijn.

Br. B. 'V. is wel zóó bij, — dat hij het stand-r punt van onze regeering ten aanzien van leger en vloot, van de militaire beveiliging van moederland en koloniën juister, meer naar waarheid beoordeelen kan, als hij dat inderdaad wil.

Afgoderij: het in de plaats van den eenigen waren God... iets anders hebben waarop we ons vertrouwen stellen, zou de zorg voor en het in stand houden van leger en vloot inderdaad zijn en een knielen voor den afgod Mars, wanneer ons Christenvolk niet op den Heere, maar op , leger en vloot z'n betrouwen stellen zou in de ure des gevaars.

Maar zóó staat de zaak niet.

En dat weet br. B. V. ook heel wel.

Kàn hij alöians weten, als hij ons Christelijk pohtieke leven medeleeft, de Christen volksziel kent, onze historie waardeert.

En vervolgens meer de principieele zijde van het vraagstuk benaderend, gaat de heer Wd. verder:

Het erkennen van de leidingen des Meeren met ons land en volk, in de historie, ook in de historie van de laatste wereldoorlogjaren dringt juist tot het gebruiken van de middelen, die daarvoor binnen ons bereik liggen.

Op die middelen het vertrouwen stel­ len is inderdaad militarisme, — afgoderij.

Die middelen veronachtzamen en verwaarloozen zou zijn een roekeloos spel met de heilige goederen, door de leidingen des Heeren ook in ons zelfstandig volksbestaan in een weg van gebed en worsteling verworven en bewaard.

Juist, — het vergeten, het uitschakelen van God en Zijn voorzienig beitel in het leven van ons volk en van alle volkeren te zaraen, —• en het vertrouwen stellen op de middelen, welke de menschen, de leiders der volkeren toepassen, dat is afgoderij, — en dat heb ik in m'n brief over de vergaderingen van den Volkenbond te Geneve tot bevestiging van den wereldvrede juist veroordeeld.

Slaagt men er inderdaad in, door den arbeid van den Volkenbond zekere regelen vast te stellen, waaraan alle volken zich inderdaad binden en die ze in de naaste toekomst (veel verder durven we niet te hopen!) ook inderdaad eerbiedigen, dan zullen we daarvoor dankbaar zijn.

Dat danken echter in de eerste plaats den Heere, die in dien weg de volkeren een alleszins verbeurden zegen schenken zou, — verbeurd, ook daarom, omdat niets bleek van een terugkeer van het heillooze pad der menschverheerlijking en menschvergoding, — ook niet door zooveel leed en, jammer en ellende als in en na den wereldoorlog geleden is.

Terwijl hij aan het slot nog aan minister Heemskerk herinnert:

Het kan zijn, dat God in Zijn gemeene genade de volken door Geneve een tijdperk van vrede en rust voorbereiden wil: maar daarom knielt de belijder van den Naam des Heeren niet neder voor. bet afgodsbeeld van de volksverbroedering, van den wereldvrede buiten 'den weg van • verootmoediiging voor God en buiten een rekenen met Zijn Openbaring in Zijn Woord om?

Het woord van minister Heemskerk, in verband Imet het gebeuren in Geneve, als hij den oogenblikkelijken zegen, daar misschien te bereiken, gewaardeerd heeft, maar dan ernstig vermaant:

„Vroeg of laat, noode of graag, zullen de volkeren' tot het inzicht komen, dat buiten God en Zijn leer, de ware vrede een hersenschim is, " . vindt bij hen, die met den geopenbaarden wil des Heeren rekenen, hartelijke instemming.

De volkenverbroedering in den weg, waarin het Europa-los-van-God die zoekt, kan niet dan een hersenschim zijn.

Het is, voor wie op een afstand deze kerkbodepolemiek volgt, hier, gelijk zoo dikwijls: beide redeneeringen zeggen waarheden; de vraag is alleen maar, op welke wijze wij die moeten verbinden, en wat momenteel of permanent het accent hebben moet.

De heer Wd. heeft gedaan, wat in dergelijke vraag.ipunten een gereformeerd mensch haast vanzelf doet: hij heeft verwezen naar de Openbaring van .Johannes.

Zoo mag ik in verband daarmee wel verwijzen naar een artikel in dit nummer, waarin de ideeën der Openbaring besproken worden op een manier, die zijdelings ook dit geding in rekening brengt.

Roomsch en Protestantsch.

Behalve de ontwapening is Rome ook een ondenverp van den dag. Ook „De Wekker" heeft dezer dagen zich er mee bezig gehouden. Docent J. J. v. d. Schuit schrijft onder den titel: Het nieuwe Vaticanum en het Pan-I'rotestantisme:

In de Roomsche Kerk zal van beduidenis 'worden het Vaticaansch concilie, dat volgens ' Roomsche bladen in 't jaar 1925 gehouden zal Worden, Sinds 1870 is Rome niet in concilie bijeen geweest, en waren er voor Rome geen zeer gi-oote oorzaken, dan zou stellig niet aan een concilie worden gedacht. Maar dit meuwe Vaticanum van 1925 staat in verband met heel de Roomsche beweging, die thans door de volken gaat. Rome laat zich meer dan ooit zien en hooren. Die brief der Kardinalen aan den Franschen president wijst op een bijzondere uiting van Roomsch willen. De drang, waarmede wordt aangestuurd om den paus oen plaats in den Volkenbond aan te wijzen, spreekt niet minder van Roomsche actie. Ook niet zonder beteekenis is, dat de Volkenbondscommissie inzake de kalenderkwestie wol een vertegenwoordiger van 'e'en Daus m 'haar micKCen had, maar dat de Prot.«stantsche kerken waren gepasseerd. Wel is hiertegen door de' Zwitsersche Evangelische kerkenbond geprotesteerd en is nu van _ protestantsche zijde Dr Adolf Keller uit Zurich als' vertegenwoordiger aangewezen, maar D? : Keiler beeft tot heden nog geen 'zitting. 'Zoo tracht Rome in het staatkundig léven zijn plaats te heroveren en blijkt, onder - Welke nuanceering van het staatkundig leven ook optredend, toch altijd aan het grondprinciép vast te houden, „de kerk moet heerschappij hebben over den staat", naar den aiouden Roomschen regel , , Christus dedit Petro et P'etrus dedit Rudolpho". In dit nnlieu nu der Roomsche staatkundige actie krijgt meer beduidenis de kerkelijke beweging, waarvan het Nieuwe Vaticanum , een uiting is. Rome 'wil ook op dit terrein zich in het openbaar laten hooren. Was het in 1870 de onfeilbaarheid van den Paus, die öp het Roomsche program stond, thans is het boven alles om de kerkelijke scheur te herstellen en velen tot de alleen zaligmak.^nde kerk terug te voeren. Diit wordt niet als eer.ste ' genoemd. Als eerste wordt nu aangegeven: twee belangrijke dogmata, die in het Nieuwe Vaticanum moeten Worden vastgelegd, n.l. de lichamelijke hemelvaart van de „Moeder Gods" en haar mede-Wterking bij 't schenken der genade.

Maar van hoe groote beteekenis deze dogmaformuleering van Rome ook moge wezen, ik donk, dat het andere punt van overwegende beduidenis is en niet het Ininst den stoot aan hot bijr? en roepen van dit concilie heeft gegeven. Diit tweede

punt is voor. Rome niet maar een vraagstuk, doch het is h e t vraagstuk in het heden, t.w. de bekeering en terugkeer tot de Roomsche Kerk. De kwestie toch der vereeniging met andere kerkca zal op dit concilie ter sprake komen. Heel de opzet van dit concilie is om zoowel de Grieksche of Üostersche orthodoxe Kerk, als de Engelsche of Angücaansche Kerk weer terug te zien keeren onder de vleugelen van Rome. Hen heeft in Roomsche kringen grootsche verwachtingen en met name rekent men op de Oostersche Kerk. De tijden zijn, zoo meent men, gunstiger dan ooit om deze kerk weer onder Rome's heerschappij te brongen.

Tegenover deze Roomsche beweging is er van Protestantsche zijde een conferentie .gew'eest Ie Mürzen. Die leiding van deze Protestantsche beweging berust bij D; r Söderblom, den aartsbisschop van Upsala in Zweden. Nu komt in 1925 te Stockholm in Zweden een congres bijeen van verschillende Protestantsche kerken, waar ongetwijfeld dozo Protestantsche beweging ter sprake zal komen en naar alle Waarschijnlijkheid ook steun zal ontvangen. De leiding van dit congres te Stockholm heeft wat ons land betreft Prof. Slotemaker de Bruine en vergis ik mij niet dan is ook de Chr. Geref. Kerk in ivederland uitgenoodigd om o(p dit congres zich te vertegenwoordigen. Nu brengt deze uitnoodiging ons gelukkig niet m zoo moeilijke aangelegenheid, als waarin de Engelsche Staatskerk hier komt.

In deze kerk is tegenwoordig een zeer sterke strooming om met Rome te veroonigen. Reeds zijn in Engeland protestvergaderingen gehouden en de vraag wordt door velen zeer ernstig onder de oogen gezien, of het voor de Evangelisch gezinden geen tijd wordt om zich van de Engelsche Staatskerk af te scheiden. Of deze Pan-Protestantsche beweging contra het pauselijk Christendom slagen zal, waag ik te betwijfelen. In onze Protestantsche kerken zijn zoovele gevoeligheden, waarmede rekening dient gehouden, dat ik aanstonds nog niet een eenheidsfront van Protestantsche kerken zie. En toch — bedriegen de voorteekenen mij niet, dan komt de tijd, dat wij als Protestanten onze eenheid tegenover Rome zullen moeten laten gevoelen. Nu profiteert Rome van onze gedeeldheid. Wat mij betreft, dan moge ds tijd komen, dat wij als Protestanten — de kerkelijke geschil­ len latende voor wat ze zijn — toch tegenover Rome en zijn wassenden invloed schouder aan schouder zullen staan.

Met de laatste verzuchting zijn wij, gelijk ook met heel het artikel, het zoo eens, dat we wel eens een pan-gereformeerd congres in Nederland zouden willen zien, waarop de befaamde verschilpunten in de leer tusschen Gereformeerd en Christelijk-Gereformeerd (volgens belijdenis) onder de oogen werden gezien. Men zou allicht tot een verbroedering komen, als cenige spoken opgeruimd werden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 oktober 1924

De Reformatie | 8 Pagina's

PERS - SCHOUW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 oktober 1924

De Reformatie | 8 Pagina's