GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Promotierecht Theol. School en dr Kaajan.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Promotierecht Theol. School en dr Kaajan.

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr Kaajan noopt me tot een klein uitstapje. In „Utr. Kb." zegt hij, dat ik twee zinnetjes van hem citeer. Indien Dr Kaajan er o^p gelet had, dat mijn persschouw in nr 43 het onderschrift droeg: „wordt vervolgd", dan had hij kunnen rekenen met de mogelijkheid, dat mijn, blijkbaar wegens plaatsgebrek afgebroken ccpie in hst reeds toen geschreven vervclg ook nog .andere zinnetjes bevatte. Dit bleek werkelijkheid; ook wat Dr K. zelf wilde, dat mijn lezers zouden opmerken, had' ik reeds opgenomen uit eigen aaindrang; en bovendien voegde ik in een noot verleden week nog er aan toe (bij correctie van de proef van wat blegf staan) wat hij daartia nog weer gezegd had. Dat zal dus wel in orde zijn.

Vervcilgens zegt Dr K.:

Ds Schilder neemt het mij schijnbaar kwalijk, dat ik aan de Kamper Theologische School den naam en het karakter toeken, waarmede .zij zichzelve in den treure heeft aangediend. Do Kamper Theol. School was immers de beüchaming van het beginsel, djit de kerk geroepen is eene eigene inrichting tot opleiding harer Dienaren te hebben?

Och, ik neem Dr Kaajan heelemaal niets kwalijk. Als hij nu had overgenomen wat ik gezegd heb, zouden zijn lezers weten, dat ik hem niet kwalijk neem, dat hij Kampen beliaht uit het standpunt van O'ude tijden.' Diat hij' antithesen schiep — al was het maar bij de lezers — tusschen , , opleiding" en „wetenschap", ''"daartegen ma: a, kte ik bezwaar. Oofe Hiertegen, dat Bv' Kaaj.an wel rekent met wat in het beding gebeurd is, maar voorbijging de radicale verandering, die in 1896 plaats greep. Hij houdt zich graag aan de zuiver-histotriscbe lijn, zegt Dr K. Ik ook. En' daarom heritinerde ik hem, den historicus, dien ik graag eer in deze qualiteit, eraan, dat de historie een beetje verder lijnen trekt dan tot de dagen van het , , beding".

Met de citaten van Dr Bavinck e.a. komt Dr K. m.i. ook niet klaar; want ik herinnerde er aan, dat die strijden tegen een toien ingediend voorstel, maar dat nu iets heel anders aan de orde is, en dat Bavinck daarvan gezegd heeft; ja. daarover is te praten, maar.... het is nu niet aan de orde. Thans is het WEL a.an de orde. Wie onzer houdt nu dit ééne keertje meer van de historische lijn?

Dr Kaajan over Delft — en Kampen.

Ook over wat Dr Kuyper , ^an Delft gegeven heeft, spreekt Dr Kaajan. Het treft, dat ik verleden week reeds voor een groot gedeelte antwoord gaf op wat Dr Kaajan te dezer zake opmerkt. Jk' kan dan ook gevoegelijk daarnaar verwijteen. Dr Kaa.jan. zegt: dat Dr Kuyper naar de Generals' Synode toog in 1914 bewijst wel, '' dat nog steeds in de oude lijn geredeneerd wordt. Deaei opmerking gaal uit van de onderstelling, dat Dr Kuyper zich nooit •heeft tegengesproken. Mijn ontzag voor Dr Kuyper verhindert niet te zegge^n, dat hij heit wèl eens gedaan heeft. Ik meende daarvoor bizonderheden te hebben genoemid (verwezen werd naar de bewaring : apiarte wetenschapsbeoefening, lO'S van de universiteitsgemeenschap is onbevoegd; en naar de stelling, dat de kerken, ails niet wetenschappelijk, niet bevoegdheid konden bezitten tot het verleenen van het recht van promoitie aan...., nu ja, . aan niemand anders, fe^itelijk, dan haar profes-Soren). Wil Dr K. mij , bestri|den, dan moet hij opi die bizonderheden ingaan.

Maar nu nog iets, , .jdafciij^Jan betgekenis is. Dr Kaajan zegt: '' *-•'

Nu is het ongetwijfeld juist, dat Minister K^uyper voor het inrichten van een Technische Hoogeschool met eigen doctoraat het pleit gevoerd heeft. Maar mij is het nog niet zoo duidelijk, dat Dr Kuyper daardoor aan zijn oude wetenschaps-ideeën den rug heeft toegekeerd.

In de Tweede Kamer verklaarde Dr Kuyper ook dit: „Men moet niet vergeten, dat de titel, hier (dat wil zeggen: te Delft) ingevoerd, een geheel andere is dan de doctorstitel bij de Universiteit."

Wat hij met deze woorden bedoeld heeft, moge uit het zinsverband niet klaar uitschijnen, in, elk geval 343 antwoordde Minister Kuyper op de vraag, of < le to Delft gevormde ingenieurs de aangewezen mannen zijn om op Ie treden als leeraar aan hoogere burgerscholen en gymnasia aldus:

„Ik meen, dat men in de ingenieursopleiding te Delft in het algemeen niet ontvangt de vorming, v.-elkc noodig is voor het leeraarsambt, en dat die studie niet , zoodanig is ingericht, dat men van de ingenieurs als regel kan onderstellen, dat ze behoorlijk daartoe voorbereid zijn."

Het doctoraat te Delft draagt dus wel een exceptioneel karakter.

De Delftsche doctor heet wel doctor (is: leeraar), maar is voor het les-goven zelfs aan Middelbare Scholen niet eens behoorlijk voorbereid. Begeert men in Kampen ook zulk een D e 1 f t s c h doctoraat?

Eerlijk gezegd, heb ik .me hierover sterk verwonderd, vooral, als dit geschreven wordt in een .artikel, dat uitloopt in den volzin: j, Ik geloof, dat Ds K. Sehilder zich een beetjs' vergist".

Ik heb niet bij de hand de door Dr Kaajan trouwens niet nader aangeduide lectuur. Maar als ik zie, dat hij Dr Kuypers eersten zin wil geëxegetiseerd zien door den tweeden, d'an zeg ik, dal die exegese zelfs voor wie bet stuk niet leest, reeds bij voorbaat af te wijteen is. De tweede zin, door Dr Kaajan als Dr ïuypers woord geciteerd, bedoelt niet, den eersten ts verklaren en dus het Delftsche doictoraat te kleineeren, maar dient omgekeerd om het toenmalig ingenieursobaip onvoldoende te achten en het dootoraat als verbeteringsmaatregel voor te stellen.

Dr Kaajan vereenzelvigt zoo maar even den ingenieurstitel , met den doctorstitel en draagt op de hedendaagsche doctoren van Delft over wat Dr Kuyper van de ingenieurs van dien tijd' schreef. Laat echter de feiten spreken. In zijn verleden week door mij geciteerde rede van Prof. Kraus zegl deze hoogleeraar van Delft, in tegenwoordigheid van Dr K'uyp: er ear in een, lofzegging zijns ministeriëelen naams: ..'.

„Met dit voorbeeld voor oogen, werd ook voor onze school het recht bedongen, om, naast den titel van Nederlandsch ingeiueur, dien wij daarom niet minder boog zullen houden, den doctorstitel te verleensn".

Indien dus Dr Kaajan meent, d'at hij het oude' paa.rd van universiteits-verheerlijking contra seminarie-vernedering nog eens kan laten draven met een soort vereenzelviging van „ingenieur" en , , doctor" in Delft, dan heeft hij all vast dit citaat tegen zich. Het was uit 1905. Die historische lijn, — ik mag die wel.

Trouwens, dat Dr K. zich hier vergist, blijkt ook uit de Hoogeronderwijswet, die men in zooi'n geval toch liefst raadpleegt. Daar staat, Hoofdst. IV, art. 118: •.: y--.»ew»^..«: ; -, : > .

„Aan de Technische Hoogeschool zijn de volgende diploma's verkrijgbaar:

(volgen V diploma's van ingenieur.)

Aan hen, die in het bezit zijn van een of meer dezer diploma's, kan door den senaat en ten overstaan van dat hchaam of van èene commissie uit zijn midden na openbare verdediging van een proefschrift een doctoraat in de technische wetenschap worden verleend, "

Wat blijft er over van de redeneering van Dr K. ? Een ingenieur wordt door de Hoogeronderwijswet heel secuur onderscheiden van een doctor; en de methode van Dr Kaajan, die op, de hedendaagsche doctoren van Delft toepast wat Dr Kuyper (juist om doctoren te krijgen) van de vroegere'ingenieurs opmerkte, wordt reeds door de wet weersproken. Zie ook de wetsbepaling over , , bat doctoraat in de technische wetenschap". Die begint met den eisch, dat men om tot de promotie te worden toegelaten, in het bezit moet zijn van één der (in art. 118) vermelde diploma; 's van ingenieur. Daaronder lees ik de onderteekening: Wilhelmina, Kuyper, (uitgegeven 20 Jiüi 1905). De historische lijn, en de naam van Dr Kuyper — ik mag die wel.' Gaat nu Dr Kaajan uit wait Dr Kuyper in oude tijden van de toenmalige ingenieurs opmerkte, (toen er nog heelemaal geen technische hoogeschool bestond) ooncJudeeren tot de hedendaagsche doctoren van Delft, dan zegt hij: '

Die Delftsche doctor heet wel doctor (is: leeraar), maar is voor het les-geven zelfs aan Middelbare Scholen niet eens behoorlijk voorbereid.

Ik hoop voor Dr Kaajan niet, dat alle in Delft gepromoveerde doctO'ren hem om . deze. woorden zullen komen spreken. Trouwens, de Hoogeronderwijs-wet zegt al genoeg. In art. 129 is sprake, niet •eens van de doctoren van Delft, maar, van de ingenieurs. Er staat: 'f-éhtr

„Hij, die krachtens deze wet of krachtens vroegere wetten... een diploma van civiel-ingenieur (volgen weer verschillende ingenieurs, K. S.) verkregen heeft, is bevoegd middelbaar onderwijs te geven in de technische wetenschappen, waarin hij ter verkrijging van zijn diploma een examen heeft afgelegd."

Er zijn trouwens wettelijke bepalingen, die pan de in Delft gepromoveerden bevoegdlieil verleenen tot het geven van hooger onderwijs....

Ik geloof dus, dat Dr Kaajan zich vergist heeft. En als hij vraagt: „Begeert men in Kampen ook zulk een Delftsch docloraait? ", da, n zeg ik: die vraag gaat uit van verkeerde praemissen; haar tendenz dus ook.

Begeert men in Kampen....?

Maar nu iiog wat. Stel eens, dat Dr Kaajan volkomen gelijk had in > y, at" "hij over Delft gezegd heeft, en laat de vraag: ' "-re;

Begeert men ia Kampen ook zulk een Delftsch tlocforaat? ''

neg eens lot ons doordringen, wel, we; graag. met g e n o e g e n. ^J e t g e n O' e g e n. dan zeggaii

hnmers, als de taxatie van wat DT Kuyper voor Delft gedaan heelt door Dr Kaajan goed is geweest, dan kunnsn we ons verheugen en hij zelf kan zicli in die vreugde met ons vereenigen, dat dan, op z ij n sta n d p u n t, een der vooniaamste bezwaren, die mcji tegen Kampens uitboiuw • indient, vervallen is. Men zegt telkens: de kerk kan niet aan wetenschap doen; en: de universitaire gemeenschap ontbreekt. 'Goed. Geef Kampien w.a.t Delft had, en ieder die wil, kan dan zeggen: mijn bezwaar is docr het, artikel van Dr Kaajan weggenomen voor een deel, Wiant het is daar een onschuldig bedrijf in Kampen, net zoo onbeteekenend , a; ls in Delft; het heeft zoo weinig met „wetenschap" te doen, dat men niet eens uit de Kamper promotiezaal een schoolklasse van het middelbaar onderwijs kan binnenstappen.

Begeert Dr Kaajan zulk een beroepi op zijn artikel?

Maar nu in ernst.

..Begeert men in Kampen wat Delft heeft"? ^let genoegen.

Want men heeft dan geen zier minder dan de Vrije Universiteit heeft, vcorzoover die het theologisch dodtoraait bezit. O, er is heel lang geredeneerd — en velen mompelen het zeker na als ze het onderwerp maar besproken zien: de universiteitsgemeenschap behoort toch er te zijn, zal men wetenscha.ppelijfc doc.toreeren. Het kan in Kampen nooit goed gaan, nooit zoo als aan de Vrije Universiteit. Daa.r is immers pas mogelijkheid om te ontsnappen aan de seminaristische afzonderings-benepienheid bij de promotie? De doctorale titel is door de wet beschermd, de wet kent Kampen niet, dus. ...

1a.

, 1a. Maar door de wet beschermd is, meen ik, ook mijn volgende bewering: Als Kampen gaat promoveeren, dan staat dat voor de wet precies gelijk, 'z 0' o w e 1 wat die w e 11 e 1 ij k e b e s ch e r m i n g als ook wat dat los-van-d e-uni ver s i-te i ts-geme enschap s-s taian betreft, met het theologisch doctoraat aan de Vrije Universiteit.

Bewijzen?

A. Art. 184 van de Hoogeronderwijswet zegt, dat bijzondere universiteiten (waaronder de Vrije Uni-versiteit gelukkig haar plaats wettelijk heeft; bij de wet aangewezen worden, die ten aanzien van UITDRUKKELIJK m DE AANWIJZING, TE VER­ MELDEN, door haa, r te verleenen, doctorale' graden en getuigschriften van doc: toT, ale examens, gelijke rechten hebben als de Rijksuniveirsiteiten. 'Genoemd worden dan VOOT de V. U.: de rechtswetenschap en andere, maar NIET de theologie. B. Art. 200 zegt: De hoogleeraren in deze (bedoeld is de theologische) faciliteit nemen in den se-naat geen deel aaii de beslissing over het toekennen van de in de aanwijzing vermelde doctoraten.

Conclusie: als het op de bevoegdheid bij (l^en staat aankomt, heeft de Vrije Universiteit minder d; m Delft voor haar theologische doctoraten. Ik zal nooit op de manier van Dr Kaajan vragen: is de , Vrije Universiteit' gesteld opi een Delftsch doctoraat? Noch zeggen: De V. U. heeft nog minder dan Delft, voor den effectus civilis, wat de theologie betreft. Maar ik wilde dan ook graag, dat Dr Kaajan dergelijke vragen eveneens in dit debat achterwege liet; we hehben, behoefte aan klaarheid en logica.

Tweede conclusie: de hoogleeraren in de theologie aa, n de V. U. kmmen-niet mee beslissen in de promoties in de andere faculteiten. Dat is nu eenmaal historisch zoo geworden; de^ kleine teen komt er ook bij te pas. Wij hebben de V. U. er even lief om en zeggen: sonvereiniteit in eigen kring. Maar wie nu tot het volk zou - zeggen: Kampen - kan niet doctoreeren in de theologie, want de theologische promotors hooren ook in het promoveeren verband te houden met het orgaarisme van het universiteitsgeheel, diear antwoord ik: laat ons nuchter blijven en op den beganen grond. Afgedacht van het feit, dat men in de werkelijkheid toch al overal glimlachen moet in dezen tijd van specialiseering der wetenschap om den eisch: contact der faculteiten, bij de promoties, — afgedacht daarvan, zeg ik, is zulk een bestrijding van wat Kampen wil, ten slotte een aanslag opi de eer van de doctoraten van de V. ü., waarvan Dr Kaajan er ook eeai heeft. Zoodra Kampen nummer één promoveeren zal — het komt toch eens zoover — zal deze eersteling van Kampen, naar de sonvereiniteit in eigen kring gebruik hebben gemaakt van een privilege, dat — helaas — door de ongedienstigheid van de praktijk aan de V. U. niet in toepassing te brengen is ten voUe^, maar dat de keiken, als ze het willen, kunnen beleven; en — zal hij tot Dr Kaajan kunnen zeggen: het is waar, mijn promotor kon niet actief zijn vleugels uitbreiden over de andere faculteiten, maar de uwe ook niet, broeder; laat ons samen maar nuchter zijn en hard werken voor •beide instellingen, die in Nederland de gereformeerde beweging helpen kunnen. W^, ant in de passiviteit ondervinden de theologische hoogleeraren der V. U. al promoveerende, wel de nabi^jheid der andere faculteiten, maar in de uiteindelijke, definitieve, beslissende activiteit niet. De wetgever staat in den weg; maar wie heeft er minder respect om voor de faclulteit, die Dr Kaajan promoveerde? Ik niet; — doch men stelle dan ook aan Kampen geen vreemde vragen over „Delftsch doctoraat" en zoo.

Wat wil men toch mei zijn antithese van seminarie contra universiteit in DEZE praktische kwestie? Laat men de werkelijkheid maar eens bekijken in Nederland en niet met stuideerkamerleuzen werken, die in de praktijk geen bodem vinden.

Tenslotte: Dr Kaajan mijn dank. Indien een zoo hoogstaand man als hij in zijn polemiek dezen éénen keer zich van een kleine vergissing niet kon vrijwaren, dan bewijst hij wat ik al zeide: dat zelfs de besten onder ons in deze zaak met vooroordeelen werken, die niet bestand zijn tegen nuchtere feiten.

Ja, het is een prachtig idee: de theologie de koningin der wetenschappen. Maar zoolang wij er nog iets a-an veranderen kunneai, dat onze theologische doctoraten in zichzelf het bewijs hebben, dat onze koningin in de voornaaimstC' verrichting in aar eigen domein nog met handen en voeten gebonden is, moeten wij van deze leuze maar geen wapenkreet maken om Kampien af te wijzen met argumentaties, die zoowel op vreemd alsopi eigen terrein buiten de werkelijkheid omgaan. In het solement van de theologische doctorsbul der V. U. ie ik gaarne haar kracht. Maar dan moet men r geen zwakheid van maken, als het om Kampen aat. Dit wapen snijdt vandaag wie het hanteert.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 augustus 1927

De Reformatie | 4 Pagina's

Promotierecht Theol. School en dr Kaajan.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 augustus 1927

De Reformatie | 4 Pagina's