GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW.

19 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Incognito".

Ds P. V. Dijk zegt in „Zeeuwsche Kb." een uitdrukking in een radio-preek gehoord te hebben, die ongeveer hierop neerkwam (ik heb het blad niet meer ongeschonden in mijh bezit), dat God op Kerstfeest incognito op de wereld, en tot ons kwam. Ds v. Dijk zegt van deze uitspraak:

Is ze juist?

Het (Groot) Woordenboek der Ned. Taal verklaart het woord incognito op deze manier:

„Het wordt gebruikt inzonderheid met betrekking tot vorstelijke personen...., wanneer deze niet in hun eigenlijk karakter herkend of erkend wenschen te worden: en beteekent „zonder zich te laten kennen, onder bedekking van of met ontveinzing van zijn waren naam, titel of hoedanigheid".

In algemeen en vrijer gebruik.... „zonder gekend te worden, zonder 'bekend te zijn. . . ."

We hebben dus reden om van Gereformeerde zijde rechtvaardige kritiek op die uitdrukking te oefenen.

Een vorst die incognito reist, wenscht hulde te voorkomen; wil niet dat men hem in zijn vorstelijkheid kent.

Een vorst die incognito reist, onttrekt zich juist aan de o p e n b a r i n g.

En de Schrift leert juist dat God zich in Christus heeft geopenbaard.

Dat Christus den Vader „verklaard" heeft.

De kribbe van Bethlehem is zoover verwijderd van een Goddelijk „incognito", dat behalve alle profetieën, nog 'tal van bijzondere aanwijzingen in de Kerstdagen aan berders, aan Zacharias, aan wijzen, aan Herodes, duidelijk gemaakt hebben wie deze geboren Koning was.

Om van de latere werken „uit God gedaan" als vele gewisse kenteekenen, maar te zwijgen.

Geloof is dus niet respect voor Gods incognito. Maar geloof is de aanbidding van Christus als het afschijnsel van Gods heerlijkheid en het uitgedrukte beeld Zijner zelfstandigheid.

Volkomen mee eens. God kwam opi Kerstfeest niet incognito, maar in een bedekking, die juist diende om Hem kenbaar.te maken. Getemperd licht, dat zich bij de oogen aanpiast, is geen onttrekking van licht, geen schijn, geen incognito', geen duisternis, maar spaart de oO'gen, opdat ze niet verblind worden en opdat ze straks zuiver en sterk zouden kunnen ZIEN „naar de mate" van bet voleinde schepsel. Het is dus juist het omgekeerde van een verschijning Gods „incognito".

De „mannen van Assen" en de studenten.

In vervolg op hetgeen ik verleden w^eek opmerkte, over de vraag, die ds Buskes aan de leden zijner kerk voorlegt: „wat hebben de mannen van Assen voor de studentenwereld gedaan? ", ueeim ik hier O'ver iets van wat ds Hey in „Zeeuwsche Kb." hem tegenvoert:

Hebben die mannen van Assen indertijd niet de Vrije Universiteit gesticht? En is die Vrije Universiteit dan niet opgericht ook voor de studentenwereld, die men daar lioopte saam te brengen?

Hebben die mannen dan niets gedaan voor de studentenwereld?

Zijn de mannen van Assen niet 'bezig om in deze dagen een kapitaal 'bijeen te brengen om de V. U. uit te breiden met een vierde faculteit? een Wis-en Natuurkundige faculteit, die juist voor die studentenwereld van zoo onberekenbaren zegen kan worden?

Doen die mannen van Assen dan niets voor de studentenwereld?

Moet men niet denken aan blindheid, wanneer dat alles, alsof het van geen beteekenis is, wordt over 'thooiid gezien?

Zeker liet is een ander wijze, om op de studentenwereld invloed te oefenen, dan de N.C.S.V. volgt, maar heeft al dit wepk omdat het aaiders is, dan ganscb geen beteekenis?

En het werk van de mannen van Assen 'heeft ook vrucht gedragen voor de studentenwereld aan de andere Universiteiten.

Dat aan de publieke Universiteiten nu professoren gevonden worden van positief Christelijke belijdenis, zelfs van 'Geref. belijdenis, is dat niet mee ook een vrucht van de actie op staatkundig terrein, waariiKde mannen van Assen een belangrijk aandeel hadden?

Of heeft het voor die studentenwereld geen beteekenis dat daar zulke professoren gekomen zijn?

Het is wel merkwaardig ^ maar met een droeve merkwaardigheid — dat de Schrijver, die zoekt te waardeeren 'het goede, dat er is in den Vrijzinnigen Ghristelijken Studentenbond, tegelijkertijd geen oog toont te bezitten om te kunnen waardeeren het goede, dat de Gereformeerden voor de studentenwereld deden en doen.

De pastorie van Tienhoven.

Over de verleden week onder „Kerkelijk Leven" vermelde conclusie van den Officier van Justitie betreffende de pastorie der Geref. Kerk te Tienhoven, die door haar vroegeren predikant nog steeds bewoond bleef, schrijft dr H. Kaajan in „IJtr. Kb.":

Deze uitspraak van den Officier van Justitie bevreemdt ons niet. Onderstelt eens even, dat in Nederland de handeling van Ds E. L. Smelik, die na zijn afzetting, in 'de pastorie van de Gereformeerde Kerk wonen bleef, als wettig gesanctioneerd werd, dan zou op kerkelijk terrein de zuiverste willekeur hoogtij gaan vieren en (om een voorbeeld te noemen) de Ned. Hervorm'de Kerk waarschijnlijk aanstonds uiteenvallen.

Het Pausdom leest te weinig.

In „De Vrije Westfries" staat een advertentie', behelzende de mededeeling, dat ds H. C. v. d. Brink „op de gewone plaats" een lezing zal houden over „De Kerk". Onderteekend: Het Comité. Hierna volgt dit onderschrift:

„Galvijn klaagt in zijn Tractaat van de Ergernissen op bladzijde 37: „Maar zoo uit dien hoek (het Pausdom) eenige ergernis komt, geschiedt dit daarom, dat onze schrifturen niet worden gelezen". Is deze klacht heden geheel overbodig?

-Als ik mij niet te zeer bedrieg, behoor ook ik tot het pausdom. Laat ons het hoofd buigen: wij lezen te weinig. Opzo'omer zei: bouw scholen, dan gaan de gevangenissen dicht. De inviteurs van ds V. d. Brink zeggen: lees Kranten en de kerkelijke vrede daagt. Maar Opzoomer zei nog: bouw schoilen in 't algemeen. Hier is het wachtwoord: lees onze krant speciaal.

Overigens zegt een nuchter mensch, dat Luther en Calvijn meer nota namen van het pausdom, dan deze reformatoren van wat zij voor pausdom zeggen te houden.

Sacrament en Woord.

Ds J. D. Boerkoel schreef in „Geref. Kb. Watergraafsmeer" een artikel ter voorbereiding op het heilig avondmaal. Hij zegt o.m.:

Het Sacrament is immers niet méér dan het Woord; juist het omgekeerde is het geval. Wel staat bij het Sacrament waarschuwend het dreigende woord: „Wie onwaardiglijk eet en drinkt, die eet en drinkt zichzelf een oordeel", maar van het Woord geldt, — en dat is niet minder ernstig, — dat het mijn oordeel kan verzwaren: als ik den weg weet, en niet bewandel, dan word ik met dubbele slagen geslagen. En ook is het Avondmaal niet van grooter gewicht dan de Doop, 'dien ik zoo herhaaldelijk zie toedienen.

Volkomen juist. De consequentie van wie het avondmaal voorbijgaat, omdat hij het niet „ontheiligen" wil (zonder te bedenken, dat het toch

positief moet „geheiligd" worden), is deze, dat ook de moed ontbrekeu moet, om den dienst des Woords bij te wonen en den ambtelijken zogen te ontvangen.

Over China, Chr. Stud. Ver., Y. M. C. A., John Mott e. a.

Heel liet jongste nummer ran „üe Aiaoedoniër" (32 bl.) is geschreven door ds D. Pol. Het nummer is zeer belangrijk, niet het minst door hetgeen ds Pol schrijft over de zending in China.

Het artikel is leerzaam, niet het minst voor wie in d(!ze dagen nadenkt over verschijnselen als de N. C. y. V. in haar verhouding tO't de wereldorganisatie van chr. studenten. Velea zeggen: heb liever te doen met de vereenigingen van a 1 g e - m e e n - christelijken „grondslag'', dan met een uit eigen beginsel opgebouwd werk. Dat die oproep meeslal het begin der ontbinding is, blijkt soms niet zoo (hüdelijk, als men alleen maar binnen enkele meters 'afstands waarnemingen doet, doch het wordt te duidelijker, als men eens let op het buitenland.

Ds Pol begint op te merken, dat vroeger zending in China orthodox was: de

l)o Zendingsgesc'hiedenis op China gewaagt op iedere bladzijde van een geloof, een moed en een zelfverloochening, die sterk aan de dagen van de Apostelen doet herinneren. Noch tegenstand, noch lijden, noch martelaarsdood konden deze pionierzendelingen weerhouden. De opdracht van Christus was duidelijk en klaar voor hen en de nood van China's millioenen drong.

Onder Gods zegen wierp hun arbeid rijke vruchten af: overal tot in de verstafgelegen streken des lands ontstonden allengskens jonge, bloeiende gemeenten, de kern eener gezonde inheemsche Christelijke Kerk, gevolgd in de voornaamste plaatsen door hospitalen, scholen en andere takken van Christelijken arbeid. De Bijbel werd in alle 'bestaande dialecten vertaald en werd, vooral door het volhardend pogen van Chineesche evangelisten en colporteurs, door gansch China verspreid.

Tot op 1900, het jaar van den Bokser-opstand, was de Protestantsche Zending in China onbetwist orthodox. Zij stond op positief reformatorisch en bodem.

Maar het modernisme liet de orthodoixie het moeilijke pionierswerk verrichten en kwam toen de zaak .bederven:

Onder den drang der moderne stroqmingen werden de eertijds strenge eischen tot toelating als zendeHiig milder en bleken sommige modern-gezinde leden der zendingsbesturen in het moederland er niet afkeerig van, dat ook hunne gezindheid onder de zendelingen vertegenwoordigd zoude zijn. De buitenkerkelijke organisaties gaven den eersten stoot, enkele zendingsbesturen volgden, en zoo werden tegelijk met orthodoxe ook moderne zendeUngen naar China uitgezonden. Eerst onopgemerkt, als enkelingen en bij wijze van uitzondering, later openlijk, bij tientallen en als eene vanzelfsprekende zaak.

Deze moderne zendelingen begonnen geen nieuwen, afzonderlijken arbeid, maar nestelden zich in de reeds gevestigde orthodoxe onderwijs-inrichtingen en kerken. In de eerste jaren werd zeer voorzichtig een gematigd modernisme aangediend en dat in beperkten kring. Later, als gevolg van het steeds krachtiger worden van den invloed der modernen in het moederland, maakte de zuurdesem-politiek van vreedzame penetratie plaats voor een meer openlijke propaganda en een krachtiger optreden.

Vooral de houding, die men aannam tegenover de studenten, werkte het modernisme in de hand:

Van de Ghineesche studenten, die naar'Amerika of Engeland getogen waren om hun studiën aan de Westersche Universiteiten te voltooien, kwamen velen onder den invloed van moderne professoren en predikanten in die landen.

De meesten waren reeds in China, zij het dan ook zeer oppervlakkig, met het Christendom in aanraking geweest, sommigen waren scholieren van zendingsscholen of wel kinderen van christen-ouders. Het is duidelijk, dat èn het onchristelijke aanzien der Westersche beschaving èn het semi-rationalisme hunner christelijke professoren een ware revolutie in het denken dezer jongelieden teweeg bracht en dat —• in het geval van sommige christenen onder hen — hun onbeproefd geloof ernstig geschokt werd. Het kostte hun professoren weinig moeite dezulken los te maken van hun „ouderwetsch kindergeloof" en ze te winnen voor de „nieuwe en breedere opvatting van de Christelijke rehgie".

Eenmaal teruggekeerd in China, werden deze pas gepromoveerden met open armen ontvangen door de hberale zendelingen, die zeer terecht in hunne komst eene machtige versterking hunner positie zagen en die niet nalieten velen hunner door aanlokkelijke voorwaarden als collega's aan Christelijke inrichtingen van hooger onderwijs, Chr. Stud. Ver., en Y. M. C. A. te verbinden.

Den pioniersarbeid en evangelisatiearbeid bijna uitsluitend aan de orthodoxen overlatend, concentreerden de modernen al hun krachten op de vonning der studenten in de groote onderwijs-centra der verdragshaven en andere belangrijke steden aan de spoorwegen. „Geeft ons de Chr. jeugd", zoo redeneerden zij, „en de toekomstige kerk behoort ons". Vooral werd veel aandacht geschonken aan de omzetting der theologische scholen. Noch geld, noch moeite werden gespaard om dit doel te bereiken en allerlei, ook zeer twijfelachtige, middelen moesten dienen. Ten koste van eiken prijs moesten de toekomstige predikanten gewonnen worden. Die zouden blijken, als inheemsche leiders in verantwoordelijke posities geplaatst, zelfs van meer nut te kunnen zijn voor 'het verspreiden van moderne theorieën dan liuu buitenlandsche collega's.

De beste methoden om de orthodoxe seminariën en bijbelscholen onder moderne leiding te brengen, is ongetwijfeld geweest de oprichting der z.g. „unie-instituties", waar zendelingen van verschillende zendingscorporaües op een zeer 'breede basis samenwerken en waar alle richtingen getolereerd worden.

De geschiedenis der laatste vijftien jaren in China lieeft ten duidelijkste aangetoond, dat zoodanige inrichtingen de een na de andere haar positief-christelijk karakter verloren hebben en ten slotte verloopen zijn in moderne cultuur-instellingen, die wel Christelijk in naam bleven en door zendingsgelden onderhouden bleven, maar waar de Christus der Schriften, de Zone Gods en Zaligmaker der wereld Zijne plaats heeft moeten inruimen voor een Jezus van moderne inbeelding, een ideaal-mensch, revolutionnair en hervormer der maatschappij. De Yen Ching Universiteit te Peking is hiervan een teekenend voorbeeld.

De Chineesche Y. M. G. A., die zich langs geheel andere lijnen ontwikkeld heeft dan haar zuster-vereenigingen in Westersche landen, is met de Chr. Stud. Ver. één der geschikte voertuigen geweest voor de verspreiding van het modernisme in de Chineesche kerken.

Het gebrek aan scherpe lijnen en vastheid van principe, gevoegd aan de zucht om, vrij van eenig kerkelijk toezicht, hare eigen beginselen en methoden vast te stellen of te wijzigen naar de behoefte der wisselende tijdsomstandigheden, heeft er toe geleid, dat het woord „Christelijk" onder hen een uiterst vaag begrip is geworden. De orthodoxen onder hunne gesalarieerde secretarissen hébben geleidelijk plaats gemaakt voor modernen en mannen van zeer liberaal-politieke gezindheid.

Via de zendingsactie kwam zelfs de vrijmetselarij zich opwerpen op den door het bloed der orthodoxe martelaren gedi enkten akker der zonding:

Dat hun liberalisme eer begeerd dan getolereerd werd, valt af te leiden uit het feit, dat sommigen zich reeds te voren in hunne uitlatingen hadden doen kennen als waardige discipelen van Strauss, Bauer, of Renan en dat bijvoorbeeld de leiding van zulk een inrichting werd toevertrouwd aan een Amerikaanschen Y. M. C. A.-secretaris, van erkende moderne beginselen, die bekend stond een der hoogste rangen te bekleeden in een vrijmetselaarsloge. Noch zijn positie als zendeling, noc: h die van Direktor eener belangrijke zendingsinrichting bleken voor hem beletselen te zijn, om in zijn qualiteit van „Meest Waardige Hooge Beschermheer van het Algem. Groote Chapiter van de Orde van de Ster van het Oosten" een afdeeling van deze cult in China te stichten, waartoe ook verschillende zendelingen als lid toetraden.

Veel belovende Chineesche studenten worden naar Amerika gezonden ter opleiding aan een der moderne seminaries (bij voorkeur het „Union Theological" Seminarie te New-York) en keeren na enkele jaren terug om als secretarissen in de Y. M. C. A. werkzaam te zijn. In welke richting hunne activiteiten op'christelijk gebied zich dan bewegen is licht te bevroeden. Het is een droevig maar onbetwistbaar feit, dat de bijbelklassen en discussiegroepen onder hunne leiding van dien aard zijn, dat mannen als Eerdmans, van Wijngaarden, en Aris zich daar volkomen thuis zouden gevoelen. Deze bijbelklassen hebben meer van dageraadsvergaderingen dan van vergaderingen van Christelijke Jongeren.

De naam van John R. Mott wordt oiok in dit verband tér sprake gebracht:

Het „China Voortzettings Comité", in het jaar 1912 onder den invloed van Dr John R. Mott te Shanghai gevormd, en in 1922 gereorganiseerd als „De Nationale Christelijke Raad", heeft eveneens veel bijgedragen tot de losmaking der Chineesche Christenen van den Bijbel en van het historische Christendom, en wel hoofdzakelijk omdat de domineerende elementen van dien Raad in zeer nauAve verbinding stonden met de liberale groepen in de Amerikaansche kerken en door deze ruim van fondsen voorzien werd.

En terwijl hier te lande de pers het vraagshik behandelen moet, wat te denken is van een gemeenschappelijke conferentie — op' Zondag — waar prof. de Graaf (modem") en ds Buskes (vroeger predikant bij de 'Geref. Kerken in Nederland) naast elkaar de belangen der studenten willen behartigen, daar spreken ze in China uit, dat die twee niet gemeenschappelijk kunnen werken. Immers, ds Pol, sprekende over de vrijzinnigen in China, merkt op, dat

zoodra de modernen daar te lande er toe kwamen om in één hunner invloedrijkste bladen de antithese tusschen orthodoxen en modernen aldus scherp te stellen, deze antithese ten volle geaccepteerd werd door de Chineesche leiders der modernen in China, die op grond ervan de wensphelijkheid uitspraken, dat de Zendingsbesturen voortaan geen orthodoxe, maar alleen moderne zendelingen naar China zouden uitzenden:

„Twee wereldbeschouwingen, twee zedelijke idealen, twee godsdiensten zijn met elkander in botsing gekomen .... van een midden-van-den-weg-neutraliteit en ontwijking ' kan geen sprake - zijn.... Het conflict is tusschen 2 werelden: de wereld van de traditie en de wereld van het modernisme. De eene is scholastiek, statisch, autoritair, individualistisch, de andere is levenskrachtig, dynamisch, vrij en sociaal. Er is hier een botsing, even hevig en grimmig, als tusschen het Christendom en het Confucianisme. Liefelijke woorden kunnen het verschil niet verborgen houden. „Gezegend zij de band" kan gezongen worden tot aan den laatsten snik, maar kan deze twee werelden niet te zainen binden. De God der fundamentalisten (diegenen, die vasthouden aan de fundamenteele waarheden der Schrift. Vert.) is één God; de God van het modernisme is een andere. De Christus der fundamentalisten is één Christus; de Christus van het modernisme is een andere; de Bijbel der modernen is een andere. De Kerk, het Koninkrijk, do verlossing, de voleinding aller duigen — deze zijn allo één ding voor de fundamentalisten en een ander ding voor de modernen".

Hier komt het modemisme in (^hina amen; zeggen cp de bezwaren, die ds C. Lindeboom in , , .X.-H. Kbl." en dr K. Dijk in„Haagsche Kb." hebben ingebracht tegen ds Buskes' overigens wel goedbedoelde poging.

Terecht wijst ds Pol op de oonsecpienti^s^ ; di§, ginds haastig voor den dag komen: . 'Miiéth'-f

De teruggang van Bijbelsch Christendom tot een gemaligd modernis.ine, van e©n gematigd modernisme tot een volgroeid modernisme, en van een volgroeid modiei'nibme tot volslagen ongeloof moge in het Westen èeai proces van vele jaren zijn, in Öostersche landen, waai' mén geen eeuwen van Christelijke orva-. ring, traditie en historie tot ruggesteun heeft, gaat dieze achteruifigang oneindig veel sneller en radicaler in zijn werk.

De Chineesche discipelen gaan in dit opzicht boven liunmie Westersche meesters.

Eén feit uit vele moge ter illustratie jHeruen. De studenten-sêcrefaiis der Y. M. C. A., sedert een negeJltal jaren als zoodanig te Peking w^erkzaam, de Amerikaan J. L. Childs. schreef in een veel gelezen, reli-. gieus maandschriti uitgegeven door een groep Chineesche Christelijke professoren, Y.JI.C A. secretai'issen en predikanten o.m. het volgenide:

, „Onze huidige opvatting van God is in enkele belangrijke opzichten verschillend van, en naar ik geloof, beter dan ."de opvatting, die Jezus had ..."

En wie droeg voor zulke uitspraken mede de .verantwoordelijkheid ?

De hoofd-redactem' van dit blad. Dr ï. T. Lew, eeiL bekend leider der' Chr. Stud. Ver., die de veran!wooi'delijkheid draagt, dat dergelijke artikelen in duizenden exemplaren ondei' die Chineesche •Christelieoi verspreid worden, was Ghineesch afgevaardigde op de Wereld Conferentie ., on faith and order"., in. Augustus.: ; - flP^ Lausanne gehoüdeh|^^^^^^^K'

Hier volgt nog een citaat van een aiffisx^*? '', .

Hij schreef in een ander, blad, eveneens "geredigcierd • door predikanten en leiders in de Y.M.C.A. en studentenkrinigen, : een zestal artikelen, waarin hij trachtte aan te toonen, dat de leer van het •plaatsvervangenid lijden en stei'ven van Jezus onmogelijk te handhaven was. en' uit een moreel oogpunt, zelfs besKst ve)'werpelijk was.

Welke tactiek soms gevolgd wordt oim orthodoxe zielen te winnen voor het werk van modeni'i g e e s t o u, zegt ds Pol , aldus:

De oudere leiders hebben leeren inzien, dat open sprake hun. eigen zaak slechts schade kan doen. Voorz'ichtigheid als van de slang is geboden en levert ten sio'tte betere resultaten op. Of, in de bewoordingen van meer ervarenen: ..Directe aanvallen op de orthodoxe fortificaties wekken slechts ongewenschte vijandschap op."

„Laat de waarheid onopgemerkt door de achtei'deur van hun verstand binnensluipen, als' de voorpoort gebarricadeerd blijkt te zijn." „Preek op zulk oen wijze, dat zelfs de heiligen onder hen er niet op verdacht zijn". , , r? ehoud de orthodoxe termen en geef ze een amdere beteekenis, of, dien nieuwen wijn toe> in oude lederen zakken". „Beaam volmondig aille leerstukken, natuurlijk met een verstandelijk voor-

^"^°"'''-" : lfe^fr En tot welke consequenties men kwarfi, "blijkt wel hieniit:

Zij geven zich doorgaans veel moeite om de Christelijke religie met de ongeloovige wetenschap te verzoenen i& n hebtoén in hunne pogingen daai-foe zeer belangrijke offers ten koste van het Christendom gebracht. Ook beijveren zij zich om een compromis tot stand te brengen tusschen het met den eisch des tijds in overeenstemming gebrachte Christendom ein het goede in de inheemsche godsdiens'.en en Chineesche cultuur. De opz.ienbiare en van alle zijden sterk veroordeelde Chris tus-verloocheninig op den eersten Paaschdag van 1925, toen te Peking vertegenwoordigers van verschillende Christelijke groepen, onder leiding van den Amerikaanschen zendehng. Dr Gilbert Reid, den Zwitserschen Y.M.C.A.-leider Dr de Vargas, en den Chr. Stud. leider Dr T. T. Lew, alien in toga gekleed, hunne eerbiedige hulde gingen hrengen aan den Panshan Lama, ©en geïncarneerden Boeddha, was niets anders dan een .weerzinwekkende uiting van dit streven.

Tegen deze modernistische veroveringstocihten kwamen gelukkig de O'rthodoxen in verzet:

Na vele jaren van geduldig zwijgen en lijdelijk toezien moest er — zoo gevoelde men ~ eindelijk iets geschieden.

Dit algerAeen gievoelen kwam in 1920 tot uiting door de oprichting van de „Bijbel-Unie van China". Hiermede was de eerste schrede gedaan, eenerzijds tot consolidati'e dei' orthodoxe positie en anderzijds tot een openlijke positie nemen tegen het modernismo op het zendingsveld.

En tenslotte ging men nog verder:

Een tweede belangrijke stap in die richting werd gedaan in 1926, toen de laatste groote conservatiev» groepen zich uit den „Niationalen Christelijken Raad" terugtrokken. Deze Raad was in 1922 gevormd als & en administratief en raadgevend lichaam voor de gansche Protestantsche Zending in China. Als eene laatste poging om de uitwendige eenheid der Zending te beho'udein, stemde een deel der orthodoxe leiders tot samenwerlring toe. Ook deze poging faalde. Het bleek maar al te duidelijk, dat deze m'edewerking in den grond der zaak de verdere verbreidi.ng van het moder-

nismo slechts bevorderde en dat de orthodoxen in dien Raad lioofdswikelijk dieinden als een vlag om de clandcsüeae lading te dekfcen.

Ik heb dit artikel breed geciteerd, want • het werpt een helder licht op de funeste gavolgen van een synthesebeweging, die ooik in Nederland veld wint. Verzet daartegen wordt ook van den karit < ler scribenten in de piers van dr J. G-. Geelkerken met verschillende bijvoeglijke naamwoorden, die ; ian onvriendelijkheid niets te wenschen overlaten, l^etypeerd. Hier kan men de gevolgen zien. Ds l'ol is ook maar een , , man van Assert", zal ds liuskes zeggen; en ik denk weer aan zijn vraag: wat hebben die mannen van Assen gedaan voor do studentenwereld? Iemand, die de oogen ook der studenten door zulke wclgedocumenteerde artikelen opent voor de gevolgen eener synthesebeweging, kan op dergelijke Oiotmoedige vragen van ds Buskes nislig neerzien. Zijn artikel geeft er een royaal antwoord opi.

Neen, ik combineer hier geen oingelijksoortige dinger Uit China komt hier een waarschuwing. Laat ze maar weer smalen over gereformesrd farizeïsme, als ziekte van wie tegen dez'e synthesebeweging waarschuwen; ze wetoi ^niet, wat ze doen, die zulke dingen zeggen en - laten drukken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 januari 1928

De Reformatie | 8 Pagina's

PERSSCHOUW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 januari 1928

De Reformatie | 8 Pagina's