GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Prof. Albert Schweitzer als organist en Bachkenner.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Prof. Albert Schweitzer als organist en Bachkenner.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ue tegenwoordige tijd is een tijd van sp'ecda, lisatie. 't Is niet noodig om dit jte constateeren een eeuw terug te gaan tot den tijd toen de barbier nog chirurg was en de beul nog de man was, die de heelmiddelen kon verstrekken, maar een vijfen-twintigtal jaren toonen al zeer belangrijke ver­ anderingen. Wie ging 25 jaar geleden naar den tandarts, als hij kiespijn had, of welke geneesheer verwees zijn patiënten onmiddellijk naar den OiOgarts, als er een bril viel voor te schrijven? Waar is tegenwoordig de timmerman, die tevens schilder, houtdraaier, ja zelfs loodgieter is? Opi allerlei terrein heeft de specialisatie het ver gebracht. Ik denk o.a. aan het Taylorsysteem, dat er toe brengt om ieder arbeider slechts één bepaald klein onderdeel te doen vervaardigen. Met minachting en schouderophalen wordt de man bejegend, die meent ook op een" ander terrein dan. dat waar zijn speciale werk ligt zich te moeten bemoeien. Men wil spotten met den dominee, die zich bezig houdt met letterkundigen arbeid, en de beroep«musicus kan niets goedkeuren, - dat op' zijn terrein gepresteerd wordt door een persoon, die zich niet geheel geeft aan de kunst.

En nu professor Albert Scliweitzer, de man, van wien P. v. Westhreene enkele jaren geleden, met een variant op een gedichtje van Peter Cornelius schreef:

Straatsburgsch academicus, Filosoof - ' aestheticus. Filoloog — historicus. Theoloog en medicus En uitmuntend musicus. Na hocgleeraar, missionaris. .Weer te Straatsburg als vicaris G on go ziekte specialist. Orgelkenner, organist, Maclitig Bach-propagandist, Wie dan ? Albert Schweitzer is 't.

Werkelijk een man van zeer groote veelzijdigheid, die zicli den doctorstitel heeft weten te verwerven in de theologie, de philosofie en de medicijnen. Tot 1913 hoogleeraar te Straatsburg, datirna zendeliugarts in midden Afrika, bo-uwer van zijn eigen woning en hospitaal in het tropische klimaat, die zijn vej'loftijd gebruikt om door het houden van lezingen en het geven van Cionoerten geld te verzamelen voor zijn arbeid. En het merkwaardige is: men leest met graagte zijn boeken waarin hij over zijn jeugd en, zijn werk in Afrika spreekt. Ze worden vertaald en ook in 't buitenland gbed gekocht en graag gelezen.' De concerten, die hij geeft zijn druk bezocht (in de ïioiepiellserk te Amsterdam waren velen blij een staanplaats te krijgen) en de musici zijn eenparig in den lof, dien ze den predikant-zendèling-medicus-organist toezwaaien. Schweitzer is dan dok een merk'waarclige belangrijke persoonlijldieid. Het is niet nüjln bedoeling te schrijven over den zendeling Schweitzer', maar over zijn beteekenis als Bachkfenner en organist.

.Op 14 Januari 1875 werd Schweitzer te Günsbach in, den Elzas gehoren. Al spoiedig leerde hij' oi-gelspelen eerst onder leiding van Eugen Miinc'h te J.iüïdJ'ausen, later onder leiding van den Straatsburger organist Ernst Münch om tenslotte zijn muzikale opleiding te voltooien onder leiding van den beroemden Parijschen musicius en organist Ch. M. Widoi'. Op' 10-jarigen leeftijd kwam Schweitzer in aanraking met muziek van B-ach door het spelen van diens Choralvorspiele. Blijvende beteekenis heeft deze aanraking gehad, want in zijn in 1905 te'Parijs verschenen Badhstudie „Jean Sebastian Bach, Ie musiden-poète" gaat Schweitzer bij zijn bespreking weer uit van de 'kbraalvoorspelen van Bach; het „Orgelbi'ichlein", waarin Bach zijn voorspelen verzamelde is „das Wörterbuch der Bachsen Tonsprache" volgens Schweitzer.

iOp de orgelconcerten nu door hem , in ons land gegeven ruimt hij dan ook een belangrijke plaats in aan de koraalvoorspelen, die hij uit wenscht te voei'en zooals ze bedoeld zijn, namelijk als inleiding tot de koralen; een klein koor samengesteld uit leden van de Nederlandscihe Bachvereeniging zingt de koralen na de inleiding door Schweitzer op het orgel gegeven. ^

Tloe duidelijk voelbaar wordt door deze vertolking het meesterschap van Bach, die zijn voorspelen werkelijk - ten volle een nileiding weet te doen zijn op het te zingen vers van het koraal. Bach is ook in dit op'zicht een genie, die tevens zich kenmerkt door zeer groote eenvoudigheid. En Schweitzer toiDnt in dezen zijn geestesgemeenschap met Bach. Hij registreert de koraaJvoorspielen sober, maar zóó, dat duidelijk uitkomt wat uit moielt! komen, men 'kan de bedoehng van Bach iniet misverstaan. D-e zooeven genoemde Bachstudie is een werk, dat zeer de aandacht trok en door verscheidene belangrijke \musici van naam zeer geroemd wordt. Een ander werk van beteekenis is het samen met Widor bewerken van Bach's orgelwerken. In het Duitsche muziektijdschrift, speciaal gewijd aan de orgelmuziek „D'ie Orgel" verschenen indertijd ter kennismaking .besprekingen over een flink aantal orgel werken van'Bach, waarin duidelijk aangegeven werd, hoe de werken vóór te dragen, hoe ze te registreeren, , en al wat verder noodig was tot het beter begrijpen ervan. De volledigei uitgave kwam uit bij Schirmer te New-York - en is in ons land. meen ik, nog onbekend, wel is druk •gebruik gem.aakt van de artikelen in „Die Orgel". Wie den p-mvang van Bach's orgelwerken kent, en weet, hóe Bach zelf geen aanwijzingen gaf, zal begrijpen van hoeveel beteekenis dit werk van Schweitzer en Widor is, al is' er dan ook een aantal Nederlandsche organisten, die meenen, dat een toelichting en een bewerking , m©t opgave van' phraseering, registratie, enz. onnoodig 'is.

Om organist te zijn is meer noodig, dan orgel te kunneai spelen. Men moet ooK het orgel kennen en de verschillende systemen, die toegepast worden bij den bouw. Ook op dit gebied heeft Schweitzer werk van beteeKenis verricht. In 1906 versoheen van zijn hand eear boek over Duitscihe en Fransche orgelbouwkunst. De orgelbouwers, en vooral die in Duitschland, trachtten het geluid' van het orgel te versterken, in overeenstemming met de versterking van het toonvolume van ork'est en aoncertvleugel. Men meende dit te bereiken door den luchtdruk in het orgel te verhoogen, ' maar de geluidsverslerking ging ten koiste van "het beschaafde geluid. Schweitzer koos dan oofc' partij tegen dezen uitwas op orgelbouwgebied in zijn bovengenoemd' werk en wist te bewerken, dat in verschillende gevallen het nieuwe alleen in zoo'^er toepassing vond, dat daardcor de nobele, rustige klank.van het orgel' niet werd geschaad.

Het feit, dat Schweitzer in verschillende plaatsen in ons land orgeloonaerten geeft, is van groote beteekenis. Met den schrijv^er kan men bennis maken door zijn boeken te lezen, met den Bachkenner door zijn Bachstudie te raadplegen, over zijn werk als zendeling-arts v-alt heel wat te lezen ia diverse tijdschriften, maar met den organist kan men slechts kennis mak'en als hij zich aahter het orgel zet.

Het was een buitengewoon muzikaal genot op Woensdagavond 25 April op het schitterende orgel van de Groote Kerk te Naarden Sohweitzers orgelspel te hooren. Het programma, dat een uitvoerige toelichting gal bij de te sp'elen werken, bevattei drie groote orgelwerken van Bach, namelijk de Toccata en fuga in , D' Mol, de Toccata, het Andante en de fuga in C Dur en 'het Allegro en de fuga in E - VIol, een viertal koraalvoorsplelen van Bach en als 8e nummer Prière van César Franck. Reeds, de eerste inzet, zoo rustig en, beheerscht toont' de kunde, de technische vaardigheid, maar tevens, is Schweitzer de man van de kennis, die nauwkeurig ontleed heeft en weet wat hij speelt ea door zijn volkomen beheersohing van wat hij speelt weet hij ook zijn toehoorders nader te brengen tot de moeilijke Bachmuziek. Men voelt deze kunstenaar is het niet te doen oan te laten hooren wat hij met zijn vaardigheid wel vermag, geen enkele _keer wordt een passage misbruikt om eigen kunde te demonstreeren, maar hij tracht zoo nauw mogelijk te benaderen en te doen gevoelen wat de componist heeft bedoeld met zijn werk. En in dit benaderen van Bach is mijns inziens Schweitzer niet overtroffen. Telkens weet hij door zijn registratie de verschillende thema's duidelijk te laten uitkomen.

Alles wordt duidelijk. Hoe mooi klonken tegea elkaar het thema en de tusschensptelen in de E mol fuga; maar het zou verkeerd zijn om te trachten één nummer van het programma in het bizonder te willen stellen boven al het andere. Ook Franck's Prière vond een meesterlijibe vertolking. Welk een genof moet het .voor dezen man zijn ook op zijn ver afgelegen arbeidsveld zoq-te mogen genieten door zijn diep indringen en zijn geweldig kunnen van de groote schatten, die door Gods gunst ons de groote componisten nagelaten hebben.

Bussum.

D.STROO.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 april 1928

De Reformatie | 8 Pagina's

Prof. Albert Schweitzer als organist en Bachkenner.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 april 1928

De Reformatie | 8 Pagina's