GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een hoornstoot tegen Assen?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een hoornstoot tegen Assen?

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

K. Schilder, Een hoornstoot tegen. Assen? Antwoord op een „Conscientie kreet”. Kampen — J. H. Kok, 1928.

K. Schilder, Een liOiOmstoot tegen. Assen? Antwoord op een „Conscientie kreet". Kampen — J. H. Kok, 1928.

Volgens gewoonte moet ik in „De Reformatie" mijn werk zelf aankondigen.

Zooals de titel verraadt, is deze brochure bedoeld als een nieuw exemplaar in de welhaast omvangrijke litteratuur, die rondom de Asser Synode zich heeft opgehoopt. Zij bedoelt een antwoord te geven op de brochure, die van anonieme zijde verschenen is onder den titel: „Zijn de mannen van .Assen zelf aanranders van het Schriftgezag"? 'Deze brochure werd als „een conscientiekreet" aangediend.

In dit nieuwe vlugschrift tracht ik de bezwaren dezer conscientie te ontleden en stuk voor stuk te bespreken.

Misschien mag ik wel even zeggen, hoe ik er toe kwam, dit antwoord te geven.

Toen ik indertijd de anonieme brochure gelezen had, was de eerste indruk: niet op ingaan, noch in de pers, noch anderszins. Reden daarvoor scheen me te liggen in de anonymiteit van den auteur, die m.i. op ernstige menschen dadelijk afstootend werken zou, vanwege het wankelen der eerste grondslagen van de zedelijkheid in de naamloosheid van zoo felle aanklachten; voorts in de wetenschappelijke struikelingen van de brochure, die m.i. zelfs den ergsten anti-Asser-geest moesten treffen; en eindelijk in het feit, dat reeds tallooze malen op den inhoud van deze brochure was ingegaan, wijl zijn vraagpunten bijna alle reeds' eerder waren aangesneden in het persdebat; hetgeen m.i. ook 'de felste anti-Asser-geest zou moeten toestemmen.

Maar ik heb me in de ontwikkeling der dingen vergist.

Ik meende, dat de g e m e e n s c h a p p e I ij k e erkenning van de zedewet niet alleen de Assen-getrouwen, maar ook de anti-Assen-gezinden zou saamvoegen in de afkeuring van zoo'n anoniem bedrijf. I k vergiste me; de pers van de groep-Geelkerken betuigde adhaesie; en een dominee te Rotterdam (ds E. L. Smelik) belegde onmiddellijk een vergadering waarin ook die naamloosheid van de brochure verdedigd werd. De „geest" van niet-Assen?

Voorts meende ik, dat de pers van de groep-Geelkerken mi e t m ij het eens zou zijn hierin, dat de brochure van den anoniemen man onbeteekenend was. Men behoeft toch niet een kerkelijk verschilpunt te maken tot een rechtvaardige oorzaak van wetenschappelijke lethargie? Helaas! De pers van de groep-Geelkerken begon, eerst voorzichtig, later wat luider, den lof dezer brochure te zingen. En toen de geref. pers zweeg — om welbekende redenen — toen werd gezegd, en wederom gezegd: ze kunnen niets antwoorden, ze zijn verlegen, ze spreken voorwendsels, en wat meer in die lijn uit te vinden is. Het kwam zelfs zóóver, dat redevoeringen van den theologischen doctor Geelkerken en den kerkdijken leidsman Van den Brink afgewisseld werden met den verkoop dezer brochure, en dat zij op een vergadering van. een kerkeraad, en zelfs van de „classis" der groep-Geelkerken, officieel werd besproken, en tot aanknoopingspunt van een wetenschappelijk, reformatorisch, streven werd verheven

En ten derde: ik vergiste me, toen'ik meende, dat de herhaling zelfs de pers van dr Geelkerken zou gaan vervelen. Het bleek omgekeerd; ze stelde er een ongemeen behagen in, dat de „bezwaren", die eerst in losse nummers en driestarren van „Woord en Geest" verspreid lagen, thans gebundeld, uitermate populair, met veel vette ên cursieve letters, werden aangeboden.

En alzoo is het geschied, niet alleen, dat „professoren en doctoren" den anoniemen man via zijn uitgevers brieven van lofprijzing schreven — gelijk Rij ons zelf in derden druk verzekert, maar ook, dat het kerkelijk instituut sinds officieel, en het kerkelijk organisme officieus, zich inlieten met een brochure van een „man van Assen", die toch'immers, volgens de eerste logica van dr Geelkerken) (iemands handteekening gelooven, zoolang niet het tegendeel n o o d z a k e 1 ij k b 1 e e k) geacht moet worden mèt zijn kerk tot God te bidden, dat Hij de kracht van de schismatieke beweging breke; want in dit gebed vereenigen zich allen, die erop staan, dat men „hun handteekening zal eerbiedigen en aanvaarden als eerlijk gemeend, zoolang deze staat onder kerkelijke stukken, formulieren, etc. en niet teruggenomen is"!

Toen werd de zaak anders.

De brochure kreeg nu beteekenis niet uit oorzaak van schrijver of inhoud, maar krachtens den steun, de annexatie, de inlijving in den geestelijken inventaris der groep-Geelkerken.

Ja, de p r o p a g a n d a d i e n s t ginds werd eindelijk geheel en al in dienst gesteld van het anti-Assangeschrift van den „man van Assen" (maar dan verkapt).

Ik hoorde uit betrouwbare bron, dat aan intelleotueelen, oud-gestudeerden, studenten, het geschrift g r a-t i s werd toegezonden. Om er mee te pleiten voor het forum der waarheid en der gerechtigheid en der wetenschappelijke eerlijkheid.

En toen was het, docht mij, de tijd, om eens oen woord aan het geval te wijden.

Ik geloof, dat zelden een geestelijk bedoelde beweging op kerkelijk-theologisch terrein zich zóó GEBLAMEERD heeft, als de groep-Geelkerken het deed in dit geval.

Vooral de poging tot verlokking van de INTELLEC-TIJEELEN is min of meer verbijsterend door de erkentenis, dat riien onder hen ook gemakkelijk zielen veroveren wil met een minimum van wetenschap en een maximum van lichtzinnigheid.

Het spel heeft nu lang genoeg geduurd.

De groep-Geelkerken heeft zich officieel aan deze brochure gehecht; ze komt er niet weer van af. Ze heeft ze aangekondigd als een getrouw verhaal van hare hoofd-argumenten, een kort begrip van haar conscientiekreten.

Dan worde ze ook als zoodanig aanvaar d. Beteekenis ontleent het boekje nu niet meer aan zijn schrijver, zijn inhoud, maar aan de beweging, dio er achter zit en zich ervan bedient.

En nu moge men overwegen, wat er van deze brochure van den anonymus aan zij: of zij ijzer is, dan

wel leem, eikenschors dan wel kaneel. Ik zeg nu natuurlijk verder niets over den inhoud van mijn antwoord.

Alleen volsta ik hiermee: ik heb getracht, begrijpelijk te zijn voor ieder. Maar, terwijl ik het gereformeerde VOLK zoek, de massa der belijders, wil ik daaronder^ OOK verstaan hebben, die belijders, die onder de i n-tellectueelen te rangschikken zijn. Ik wil hen, voorzoover ze in aanraking gekomen zijn met dit anoniem geval, verzoeken, hun positie er tegen te bepalen, als in Gods tegenwoordigheid, in het besef, dat in vraagstukken van kerk en waarheid en geloof de mensch niet leven kan bij het relativistische, maar uit het absolute alleen. En ja, dan weet ik het wel, dat 'er ook intellectueelen zijn, die het zoeken naar een absoluut standpunt allang verleerd hebben, en die door de ideeën van ds Buskes, en ds Aalders, nu gezien als leerlingen van Karl Barth, daarvan voorgoed misschien afgebracht zijn, helaas. Maar zelfs op dit standpunt behoeft men zich nog niet te laten heleedigcn door de onderstelling, dat men niet meer de eenvoudigste dingen onderscheiden kan. En deze beleediging ligt op de grens van de opzettelijke poging, om i n-t e 11 e c t u e e 1 e n (!) te bewerken met DEZE anonieme brochure, vanwege den propagandadienst, die den prijs nu al met 371/2 pCt. verminderd heeft. Och ja, er z ij n tegenwoordig veel intellectueelen, die op hun eigen terrein thuis zijn als de beste, maar die van de zaken van christendom en theologie niet veel weten. Ik geef den propagandadienst ginds toe, dat zulke menschen wel spoedig te winnen zijn met een catalogus van begripsverwarringen, als ze maar tegen dat stijve Assen gaan. Maar als deze intellectueelen nogzèlfrespect hebben, en willen bedenken, dat de kwestie van Assen geen zaak is van theologen als wetenschapsmenschen van een andere faculteit of een andere hoogeschool, maar een zaak is van onze belijdenis als-christenmenschen, dan zullen zij toch uit zelfrespect en ook uit eerbied voor den eenmaal gestelden eisch om te antwoorden, van de contra-argumenten kennis moeten willen nemen; Tenzij ik me ook daarin al weer vergis En dan? Heb ik dan spijt van het schrijven? Neen. In heel den strijd tegen de groep-Geelkerken heeft me een tweetal dingen altijd voor oogen gestaan: het eerste is, dat tenslotte uit ieder maar komen moet, wat in hem zit; en het tweede, dat voor de bewaring van ook maar één individueel persoon dezelfde arbeid noodig is als die, welke voor een groot getal gemakkelijk wordt ten koste gelegd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 december 1928

De Reformatie | 8 Pagina's

Een hoornstoot tegen Assen?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 december 1928

De Reformatie | 8 Pagina's