GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Geen plaats voor de Kerk.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geen plaats voor de Kerk.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ondanks het feit, dat er nu drie officieele Kerken in Ned.-Indië zijn: de Protestaiitsche, de Roomsche, en de Gereformeerde Kerken, kan men toch nog iiiet zeggen, dat de Kerk een plaats gekregen heeft in de Indische maatschappij, nog minder in hel leven van liet volk.

Men houde hierbij nu wel in het oog, dat we het nie! over de Zending en de groote Inlandsc'he bevolking, heidenen en Mohammedanen, hebben, al zou hiervan hetzelfde nog wel gezegd kunnen worden, docli dat het nu gaat over de Christen-bevolking van Iiidië, en dan mei. name over de Europeanen. Onder hen heeft de Kerk eigenlijk geen plaats.

Officieel wel. Amlitenaren hebben met de Kerk te rekenen, en doen dat ook, zij het dikwijls togen wil en dank met tegenzin in hun hart en nauw verholen spot. Maar zij moeten: de Protestaiitsche Kerk wordt beheerscln door den Staat, en de ambtenaren hebben zich daardoor telkens met de Kerk te bemoeien. Doch men gevoelt wel, dat we dat niet bedoelen, als we zeggen, dat de Kerk geen plaats in Indië vindt. Dan denken we aan een plaats in het hart en leven der mensehen. En die heeft ze niet.

In ons vaderland mogen velen zich van de Kerk heb-hen afgekeerd, en het aantal oiikeAelijken met het jaar toenemen, toch.is de plaats der Kerk in Holland bij de kern van ons volk nog niet problematisch geworden. Gedurende mijn verlof heb ik er mij nog weer eens over verbaasd, hoe men tot in do kleinste dorpen toe overal kerken vindt, soms zelfs twee of drie op plaatsen met een duizendtal inwoners. In Indië ziet men geen kerktorens. Go kunt uren en uren op weg zijn zonder één kei'kgcbouw te ontdekken. Ge kunt op hooge bergen klimmen, die uit-zicht geven over gansche residenties zonder iets anders in het wijde landschap te zien dan de sêhoorsteenen vat sui kerfabrieken.

In Nederland is voor menigeen het Kerknieuws lie} voornaamste uit 'het dagblad, dat liet trouwst en het eerst gelezen wordt. Men leeft mee met de beroepen en bedankjes, de drietallen en bevestigingen. Men slaat geen kerkelijk bericht over; en de neutrale pers zelfs wijdt kolommen aan theologische kwesties, tot 'het schrijven waarvan men afzonderlijke redacteuren en medewerkers heeft. Niets van dit alles vindt ge in Indië terug. !De Kerk heeft geen belangstelling bij het groot publiek. Oot heeft de Kerk nog niet zulk een belangrijk bestaan en leven in Indië, dat er veel van zou zijn te vermelden. Ea voor theologische vragen, tenzij ze een sensationeel karakter krijgen, gevoelt de doorsnee-man heelemaal niets.

In Holland ziet men met vreugde den Zondag tegemoel, en de duizenden gaan getrouw, gezin.sgewijze, naar de Kerk. Het gPheele leven heeft zijn Zondagsstempel, alle, < beheorscht door den tot tweemaal herhaalden kerkgang. Dan ontvangt men in het bijzonder voedsel voor het zieleleven, en, velen moeten op de Zondagsdiensten de gansche week teren. En hoe weinig bemerkt men dan in Indië van den Zondag. Och, dat gaat nog wel, als men in een Zendingscentrum zit, waar velen tezamen een. Hollandsoh kerkelijk leven kunnen leiden. Maar men vergete niet. dal dit, waar men misschien 'het meest van hoort en weet, op heel Indië genomen, uitzondering is. In het algemees weet men nauwelijks dat het Zondag is; is van kerkgang geen sprake, en zelfs van onderlin, ge godsdienstoefening niet; ja, we kuniin zelfs wel zoggen (als we nu niet speciaal aan de Gereformeerden in Indië denken): besef; men het bijzondere van den Zondag niet on kent men rleii rijkdom van den kerkgang niet.

Het keidielijk leven is Indië eigenlijk nog.vreemd. Men kent het niet, Iheeft het nog nooit goed leeren kennen in al zijn heerlijkheid, en leert het op zijn beurt ook ziJn kinderen weer niet kennen. De Kerk nog geen plaats gekregen in deze maatschappij en in het midden van deze bevolking.

Men weef in Indië eigenlijk alleen van godsdienst eu godsdienstig zijn, waar men dan ook steeds over spreekt. Zooals men in Holland zegt: ik ben Hervormd of Ln-Ühersch, zoo hoort men in Indië veel meer: ik ben godsdienstig!

De groote groep der Indo-Europeanen moge goeddeels officieel behooren tot de Protestaiitsche Kerk, het is deze Kerk zeker als een ernstige fout aan te rekenen, dat zü onder deze menschen niet meer en beter kerkelijk besef .gekweekt heeft. De Prof. Kerk, de Kerk van den Staat,

wordt door hen beschouwd als de „Indisöhe Kerk", en de predikanten dier kerk doen ijverig hun 'best deze gedachte levendig te 'houden en spreken dan ook bij voorkeur over de Iiidisöhe Kerk, onze Indische Kerk, e. d. g , terwijl men den eigenlijken, officieelen naam veel minder hoort gebruiken; maar meer dan een uitwendigen, traditioneelen band aan de kerk heeft men hiermede dan ook niet bereikt. Het is de Kerk, waarin men gedoopt werd, waarin men zich laat trouwen, en door welker predikant de begrafenis geleid wordt. Maar verder.... staat die Jserk buiten het eigenlijk leven van den Indo-Europeaan.

Veel meer mint de eenvoudige-, maar toch ook de meer ontwikkelde Indo-Europeaan het intieme en hartelijke van een kleinen kring, waarin heel eenvoudig het Evangehe gebracht wordt; waar de Bijbelsche geschiedenis verhaald wordt; waar de verkondiging van Gods Woord gest'liiedt met roerende en levendige vertellirugen, versjes, en ])eelden. Dan voelt ihij zich thuis. Daar is hij liever dan in de officieele, min of meer geleerde kerk. In de kerk voelt hij 'zicli altijd min of meer verlegen, beschroomd, huiverig, niet zoo vrij, niet , zoo thuis. En in de Gereformeerde Kerken, waar bijna niet anders meer komen dan ras-echte Hollanders, geldt dit in dubbele mate.

En letten we nu op de Ho'Uanders, die uit het vaderland lijnrecht üaar Indië overkomen, o! dan zijn er zoovelen, die in Indië de kerk ge'heel laten liggen, die allen kerkgang verleeren, in wier leven de kerk allengs geen plaats meer heeft. Men wenscht daarmee niet voor ongodsdienstig gehouden te worden; integendeel. Maar voor de Kerk voelt men niet.

. En onder dezen zijn er dan weer velen, die voor Indië ook allerminst de Kerk als instituut begeerenswaardig achten. Ze wallen als Ohristeneii samenwerken en samenleven, maar dan beslist zonder de organisatie en den hand der Kerk.

Hoe dit alles nu te verklaren is; welke oorzaken dit heeft; welke motieven hierin werkzaam zijn...., daar hopen we later nog wel eens'op terug te koinen. Het zij nu genoeg te zien, dat de plaats der Kerk in Indië slechts een zeer geringe is; dat de Kerk niet leeft in het 'hart der In< lisch-Europeesche bevolking. Dat deze werkelijkheid onze Gereformeerde Kerken in Indië voor een reeks van problemen en voor een zeer moeizame taak stelt, zal zeker zonder meer wel reeds duidelijk zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 1929

De Reformatie | 8 Pagina's

Geen plaats voor de Kerk.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 1929

De Reformatie | 8 Pagina's