GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VRAGENBUS.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VRAGENBUS.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een t'meetal vragen werd ons ter beantwoording in handen gesteld. Het zijn beide vragen, die reeds herhaaldelijk zijn gedaan en we zouden de vragers naar een of ander geschrift kunnen verwijzen, waar men ze vindt beantwoord.

We meenen echter, dat nu de vragers zich tot „De Reformatie" wendden, ze er ook recht op hebben in dat blad een antwoord te vinden. En we zullen daarom, al is zulk een antwoord reeds meermalen gegeven, toch oen enkel woord over de kwesties schrijven.

De eerste vraag luidt: hoe hebben we te denken over de leiding des Heiligen Geestes in kerkelijke aangelegenheden? Het komt toch voor, dat op kerkelijke vergaderingen wegens het vergevorderd uur of door gebrek aan inzicht in bepaalde kwesties besluiten genomen worden, die later blijken niet juist te zijn geweest. Wanneer men zelf in gemoede overtuigd is, dat een bepaald besluit niet goed is, moet men er dan toch voor bukken, het meehelpen uitvoeren, omdat men heeft aan te nemen, dat het genomen werd onder de leiding des Heiligen Geestes?

Wij. beginnen met het laatste. • De Gereformeerden hebben altijd volgehouden, dat de kerkelijke vergaderingen niet onfeilbaar zijn. Indien kerkelijke vergaderingen onfeilbaar waren, en zoo zou het zijn, indien van elk besluit moe^ worden aangenomen, dat het onder de leiding des Geestes tot stand kwam, dan was beroep op een meerdere vergadering een onding, dan mocht bet niet worden toegelaten. De uitgebreide regeling van het recht van beroep, gelijk het Gereformeerd kerkrecht dat kent, is dan ook het beste bewijs, dat men er rekening mee houdt, dat op kerkelijke vergaderingen zondige en beperkte menschen bijeen zijn.

Het eene te vermijden uiterste is, dat men feitelijk elk kerkelijk besluit onfeilbaar maakt. Maar het andere uiterste, dat er van de leiding des Geestes eigenlijk niets te merken is, is evenzeer te vermijden.

Men heeft te letten op de wijze, waarop het God den Heiligen Geest belieft om te werken. Hij werkt niet zóó, dat Hij onfeilbaar bepaalde waarheden inspireert. Zoo was het bij de Apostelen, die konden dan ook zeggen, het heeft den Heiligen Geest en ons goedgedacht. (Hand. 15:28). Zoo kunnen thans vergaderingen van kerken niet spreken, omdat dit in strijd zou zijn met de wijze waarop de Heilige Geest arbeidt in do gemeente. Hij leidt in alle waarheid door het Woord Gods, bindt dat Woord op de zielen en doet dat Woord in den weg van biddend onderzoek steeds beter verstaan. Zoo komt in den loop der geschiedenis de waai'heid Gods uit. De kerk van Christus is niet iets van het heden, of van één land. God vergadert de geloovigen in alle landen en uit alle volken. En zoo wordt in den loop der tijden duidelijk, wat God ons in Zijn Woord openbaart en de beteekenis daarvan.

Daaruit vloeien nu vanzelf eenige dingen over. Een kerkelijke vergadering zal vanzelf heel voorzichtig moeten zijn met van een bepaald besluit in een bepaalden tijd genomen te zeggen, dat het is genomen onder de leiding des Geestes. Dat kan ze doen, als er volle zekerheid is, dat het beslotene is in overeenstemming met de Heilige Schrift. Vooral bij meer technische dingen, bij 'vvat men zou kunnen noemen, maatregelen van orde, waarbij niet eenige geopenbaarde waarheid in het spel is, doch die eenvoudig dienen om den goeden gang van het kerkelijk leven te bevorderen, zij men voorzichtig. Later als kennelijk blijkt, dat Gods zegen op een bepaalden maatregel heeft gerust, kan men spreken van den Geest, Die bij het nemen van zulk een besluit heeft geleid.

Zijn onze kerkelijke vergaderingen dus niet onfeilbaar, dat beteekent niet, dat ze geen besluiten mogen nemen en uitvoeren. Dé kerk kan er rekening mee houden', dat later het inzicht in de Schrift rijker zal zijn, maar ze mag daarom wel iemand'censureeren; die naar haar oordeel afwijkt in de leer. Wat zou men zeggen van een dokter, die redeneerde, later kan men wel tot het inzicht komen, dat opereeren in bepaalde gevallen, waarin wij nu geen anderen weg zien, overbodig of zelfs scliadelijk is, daarom opereer ik miaar niet? Alle handelen heeft zich Ie richten naar het verworven inzicht en anders zou elk handelen achterwege moeten blijven.

Dat bepaald nu ook de houding van de leden der gemeente tegenover kerkelijke besluiten. Niet opvolgen is niet alleen geooorloofd, maar zelfs geboden, als een besluit in strijd is met het Woord Gods. Dan mag men het niet opvolgen. In andere gevallen bedenke m^en, dat de kerk des Hoeren als instelling van Christus een zeer bijzonder karakter heeft en in den zin, waarin we er boven van spraken, geleid wordt ' door Gods Geest. Men make bezwaren in den wettigen weg, dus in den weg van beroep. En als men in middelmatige kwesties ook na beroep in het ongelijk gesteld wordt, beruste men. Het kan best zijn, dat een kerkgebouw beter op een andere plaats ware opgericht en dat de constructie niet de beste en de inrichting niet de meest doelmatige is, al deze dingen kunnen geld kosten, maar daarmede staat of valt. het karakter van de kerk des Heeren niet. Maar als men berust, dan doe men heit niet, omdat men moet aannemen, dat een .bepaald besluit onder , de leiding des Geestes is genomen, maar omdat men weet, dat overal en altijd in allerlei technische dingen de inzichten verschillen en het ten slotte beter is, dat er iets dan dat er niets gebeurt.

We kunnen het ook anders zeggen. God de Heilige Geest werkt niet zóó, dat we Zijn leiding in een gegeven oogenblik zouden kunnen laten beslissen. Hij werkt door het Woord, dat wij moeten onderzoeken. Maar indien dit zoo is, dan volgt daaruit, dat men niet altijd terstond van een duidelijk aanwezig zijn van de leiding des Geestes zal kunnen spreken.

Onze vrager heeft nog bezwaar tegen den term meerdere vergaderingen. Die is in gebruik om het woord h o o g e r te vermijden en om uit te drukken, dat er op classicale en synodale samenkomsten niet één, doch meerdere kerken aanwezig zijn, op elke volgende vergadering meer dan op de voorafgaande.

Een tweede vraag betreft de Schepping. Een lezer heeft inzake de Schepping een verschil opgemerkt tusschen hetgeen Brakel daarover schrijft in zijn „Redelijke Godsdienst" en wat Prof. Noordtzij uiteenzet in „Gods Woord en der Eeuwen getuigenis". De eerste rekent Gen. 1:1 de schepping van hemel en aarde te zijn geschied op den eersten dag met de schepping van het licht, de tweede meent, dat wat in Gen. 1:1 verhaald wordt aan het scheppingswerk gedurende-.de zes dagen voorafgaat.

We hebben de plaatsen nageslagen en zijn tot de slotsom gekomen, dat deze broeder goed heeft gelezen. Er is inderdaad verschil in voorstelling. Nu kunnen we daaraan toevoegen, dat de voorstelling door Brakel gegeven niet de gewone is onder de Gereformeerden. Gelijk Prof. Noordtzij het schrijft, wordt het in den regel aangenomen. Zoo vindt men het ook, om nog eens een boek te noemen, dat onder ieders bereik is, i-n de yerklaring van het boek Genesis door Ds J. C. Sikkel gegeven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 april 1929

De Reformatie | 8 Pagina's

VRAGENBUS.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 april 1929

De Reformatie | 8 Pagina's