De techniek in dienst van het Evangeüe.

De techniek is op verschillende wijzen reeds in \ •dienst gesteld van. het Evangelie...Immers hebben we in Nederland niet onze auto-zending? Ook op het terrein van de zending is echter de autodienst onmisbaar. Dat echter niet alleen om onze zendingsmenschen snel te verplaatsen.

•. Eén van de belangrijkste takken van dienst is ongetwijfeld de medische dienst, en er is waarschijnlijk bij den medischen dienst nergens een modernere tak van bedrijf dan in Djocja', waar de geneesheer-directeur. Dr J. Offringa, op de gedachte kwam de medische verzorging te brengen tot de m^anschen door middel van z.g. polikliniek-auto's.

.. De polikliniek-auto's rijden eiken dag een vaste route; houden op bepaalde plaatsen halt, waar de lijdende inlanders zich kxmnen verzamelen om behandeld te worden.

Tijdens het laatste verlof van Dr Offringa trokken zijn mededeelingen omtrent deze polikliniek-auto's algemeen de aandacht. We meenen zelfs te weten dat Hare Majesteit de Koningin zich voor dezen tak van dienst bijzonder interesseert.

Dr Offringa, noch Mevrouw, zullen het ons kwalijk nemen — we houden ons daarvan overtuigd — indien we nu onze lezers uit een particuliere correspondentie van Mevrouw Offringa 'één en ander meedeelen, We meenen, dat zulke dingen wel in breeder kring bekend mogen zijn.

breeder kring bekend mogen zijn. . (Tot recht verstand diene, dat eenige Amsterdainsche broeders en zusters aan Dr Offringa het jgeld meegaven voor een nieuwe polikliniek-auto.)

, , , „Die ééne auto van de menschen uit Amsterdam, liièt nog een tweede, waarvoor jo (Dr Offringa) het geld op een andere manier kreeg, zijn nu verleden week voor het eerst hun routes begonnen. Jo is den eersten keer met beide meegeweest. Zé rijden in een streek waar veel menschen wonen die van geneeskundige hulp totaal verstoken zijn. Verleden week Woensdag ging Jo mee met de ééne auto. De assistent-resident ©n de regent vajj. dat gewest maakten ook den tocht mee.

• De auto had zeven stopplaatsen en op iedere stopplaats was het bekend gemaakt, dat de auto komen zou. Dien dag zijn ©r dicht bij de 800 menschen geweest om geneeskundige hulp. En niet om kleinigheden kwamen ze, maar er waren menschen bij, die hulp dringend noodig hadden. Den tweeden dag was het meer dan vreeselijk. Jo schat het aantal patiënten, dat dien dag kwam, wel op 1400. Daar is geen helpen aan. .Te wordt er naar van, als je het hoort. Jo moest beperken en beval om op iedere stopplaats er 50 te helpen en niet meer. Er waren geen medicijnen genoeg en het kon ook niet anders. 7 maal 50 is 350, dat is nog veel te veel op één dag en voor de verplegers niet vol te houden. Den eersten dag hielp Jo zelf nog mee, maar verder moeten ze het zelf doen, twee verplegers ©n één auto. Daar de auto's lederen dag rijden zullen we maar hopen, dat de menschen allemaal tenslotte een beurt krijgen; maar is het niet vreeselijk om ze, zoo ziefc als ze zijn, terug te moeten sturen? Jo zei, je moet maar denken aan die 50 die je wél hebt kunnen helpen, en niet aan de anderen', die ja niet heibt kunnen helpen. Misschiea luwt het op den duur; hetgeen te hopen is, want dit is niet vol te houden. , De andere polikliniek-auto's, die nu twee jaar loopen, hebben gemiddeld nu nog 200 patiënten per dag en dat is ook al meer dan genoeg voor de jongens, die dat lederen dag moeten doen. Jo zegt: „en nu krijg je nog maar zoo'n klein deel te zien". Wat diep in 't land zit waar geen auto's kunnen komen, weet je niet, en gelukkig maar ook." We willen aan dit sobere woord niets toevoegen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen