GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Maakt de Bljzoudere School het Onderwijs duur?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Maakt de Bljzoudere School het Onderwijs duur?

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

III.

De werkelijke oorzaak.

We hebben gezien, dat niet de financiëele gelijkstelling als zoodanig, dat niet de splitsingszucht bij het bijzonder onderwijs als gevolg der financiëele gelijkstelling de oorzaken zijn, dat het met 's lands geldzaien mis zou loopen, wanneer de wet van 1920 volledig werd uitgevoerd. 1923 en 1924 brachten dan ook reeds ingrijpende veranderingen, noodig geworden door de ontstellende gevolgen voor 'stands financiën.

Maar als het Bijzonder onderwijs daar nu niet de schuld van draagt, ligt de vraag voor de hand', waar het dan wel van komt. Bij het hooger indexcijfer van 1920 in vergelijking met dat van 1916 was het niet te verwonderen, dat ook de onderwijskosten hooger opliepen, maar ontstellend mocht dat niet zijn. Neen, de oorzaak moet hierin gezocht worden, dat de wet van 1920 tegelijk met de financiëele gelijkstelling verschillende verbeteringen van het onderwijs invoerde. Er werd bij die wet een krachtige poging gedaan, ons onderwijs op hooger peil te brengen en omdat de verbeteringen meteen gingen gelden voor Openbaar en Bijzonder onderwijs, liepen de kosten snel op. Ik noemde al de dure splitsing van de M.U.LLO.-soholen in L.O.en U.L.O.-kopscholen en de afschaffing van het ambulantisme. Vooral evenwel de noodzakelijke positie-verbetering van het onderwijzend personeel en de verkleining van het aantal leerlingen per onderwijzer eischten groote offers. Daarbij 'kwam nog in menige gemeente het streven om elke onderwijskracht een eigen lofeaal te geven. Dat is voor het onderwijs ontegenzeggelijk een zaak van hoog belang, maar het stelde meteen de gemeente-kassen voor een zware proef.

Zeer merkwaardig is in dit verband, dat in de gemeenten, waar men 'het hardst klaagde over da onderwijskosten, nog al eens 't aantal onderwijzers bij het Openbaar onderwijs hetzelfde bleef, ofschoon de wet van 1924 de weg-voor vermindering wees. De onderwijzers, die niet meer voor rekening van het Rijk kwamen, werden .voortaan door de Gemeente betaald. Het K.O. Jaarboek geeft deze btelcijfering: Begin 1924 kwamen 2500, begin 1926 kwamen 7000 onderwijzers voor rekening van de gemeente. De gemeenten hadden daardoor voor een niet gering deel de Bezuinigingsmaatregelen van de Regeering ongedaan gemaakt, want, hierbij mag ook weer niet worden vergeten, dat wat de gemeenten op dit terrein voor de Openbare school deden, ook moest gelden voor de Bijzondere school, We zien het: De Bijzondere school kreeg vaak de schuld, maar de heeren op het gemeentehuis maakten zelf de dure bepalingen.

Een kleinzieligen indruk maakt dan ook het peuteren van menigen Gemeenteraad, om den bouw van een Bijzondere school tegen te houden of te beknibbelen op sommige uitgaven. Wij zijn niet gewoon, om met de Bijzonder© school in de ruimt© te leven. We doen zuinig. Als een voorbeeld daarvan iiien©, dat het Bijzonder onderwijs in Amsterdam in d© jaren 1922, '23 en '24 f786.000 minder gekost heeft dan het naar den maatstaf van de Openbare school had mogen kosten. Dat was enkel een gevolg van een eenvoudiger voet van leven met betrekking tot (ie school-exploitatie.

Voor de populariteit van de financiëele gelijkstelling is het erg jammer geweest, dat ze gekoppeld werd aan de dure verbetering van het onder­

wijs. De maatregelen hadden niet tegelijk moeten komen. Nu kreeg die daad van rechtvaardigheid van den Wetgever nog een zuren bijsmaak voor den grootsten voorstander van de Bijzondere school. Sommige verbeteringen waren ongetwijfeld zeer noodig. Maar men had de gelijkstelling liever moeten zoeken in de richting van een terugtreden der Overheid: de Openbare school even weinfg als wij.

Had men aan het Departement dan niet van te voren oog op de funeste gevolgen van de wet van 1920? Men mag verwachten, dat geen wet in het Staatsblad komt, zonder dat de financiëele gevolgen nauwkeurig bekend zijn. Merkwaardig is al dadelijk, dat een deal der wet zelfs niet wefd' uitgevoerd (het gedeelte omtrent de opleiding) en dat ze pp andere belangrijke deelen reeds werd gewijzigd in 1923 en 1924. Het Departement was inderdaad niet voldoende op de hoogte. We willen hopen, dat ook in dezen betere dagen mogen komen. Ongetwijfeld wil het Departement tot verbetering komen. De nieuwe Minister van Onderwijs, K. en W. heeft daarop gewezen en de hoofden van scliolen hebben het in de maand Januari gemerkt. Ik hoop van harte, dat de vele zuchten, die zij hebben geslaakt bij het invullen van statistieken, waarvan men maar niet voor elk onderdeel de nuttigheid kan inzien, zullen worden opgelost in vreugdekreten, omdat we voortaan zulk een goed toegerust

Departement hebben. Dat zal in. de toekomst voor pijnlijke verrassingen kunnen beviraren.

Nog een paar vragen willen we den volgenden keer onder de oogen zien, in verband met de vraag,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 juni 1930

De Reformatie | 8 Pagina's

Maakt de Bljzoudere School het Onderwijs duur?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 juni 1930

De Reformatie | 8 Pagina's