GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Waarom geen Bijbelsche Geschiedenls?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Waarom geen Bijbelsche Geschiedenls?

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ik bedoel met die vraag te informeeren naar het feit, dat de Bijbelsche Geschiedenis niet voorkomt in onze wet op het L. O., noch op de lijst der vexplichte vakken, noch op die der facultatieve vakken. Gevolg van dit feit is, dat de uren voor het onderwijs in dat vak niet meetellen voor het verplicht aantal van 22 uren, dat wekelijks moet worden gegeven. Gevolg daarvan is weer, dat op sommige scholen, ik denk hier vooral aan onze scholen voor U. L. O., de tijd aan de andere vakken besteedi, met het oog op af te leggen examens, reeds zoo lang is, dat het vak Bijbelsche Geschiedenis in de verdrukking komt.

Zou het nu wel goed zijn, dat wij er maar rustig onder blijven, dat deze dingen zoo zijn? Dat b.v. vakken als Nuttige Handwerken, als Lichamelijke Oefening wel meetellen voor het algemeen vormend onderwijs, maar dat een ontwikkelend vak als Bijbelsche Geschiedenis daarvoor niet meegerekend wordt. Ik bedoel nu niet de waarde voor de godsdienstige vorming van het kind, maar bloot de waarde voor de algemeene ontwikkeling. Met velerlei dingen komen ze in aanraking en voor de ontwikkeling van hun taal is de Bijbel onmisbaar.

We weten wel, hoe het komt, dat in ons Christelijk Nederland de Bijbel verdwenen is van de lijst der schoolboeken. In de achttiende eeuw is men reeds begonnen met Bijbel en Catechismus als leesboeken en leerboeken voor de school te bestrijden. Dr Woltjer zegt daarvan, ter kenschetsing van dat streven: „Eerst moet de natuurlijke godsdienst wor-­

den geleerd, daai.-na de geopenbaarde; wat boven de bevatting der kinderen gaat, moet worden geweerd, van de school. Een oppervlakkig rationalisme en een schrale zedeleer vervingen het onderwijs naar de Schriften, die de jeugd wijs kunnen maken tot zaligheid."

De Bijbel kwam niet meer voor op de boekenlijst, door de wet van, 1806 voorgeschreven. W: el beweerde men eerst, dat het boek van te hooge waarde was, om gewoon naast andere boeken geplaatst te worden, maar het verdere verloop van onze schoolgeschiedenis heeft bewezen, dat vijandschap tegen het AVoord Gods ons land een Openbare School heefi-bezorgd, waar het godsdienstig leven der kinderen geen voedsel vindt. Van geloovige zijde is de strijd tegen die school aangebonden en volgeliouden en doorgezet met een kracht, die bewondering afdwingt, zelfs van den vijand. En God van den Hemel heeft ons het voorrecht gegeven, dat we voor onze kinderen de Vrije school mogen bezitten.

Evenwel, de lijst van vakken, in onze wet genoemd, legt nog altijd getuigenis af van den toeleg van den vijand. In 1857 werd het vak „geschiedenis" in de wet genoemd; daar bleef dus ruimte ook voor de Bijbelsche Geschiedenis. Maar in 1878 werd de geschiedenis gesplitst in Vaderlandsche en Algemoene Geschiedenis. Het eerste deel werd vérplicht gesteld en het tweede deel staat nog onder de rij van facultatieve vakken. Van de Bijbelsche Geschiedenis is geen sprake. De uren, die wij daaraan wijden, die voor onze kinderen van groot gewicht zijn voor de godsdienstige niet alleen, maar ook voor de zedelijke, voor de verstandelijke, vooi de maatschappelijke vorming, zij worden buiten de wet gesteld. Me dunkt, daar zijn we in ons Christelijk Nederland te rustig onder. Een vertelling met een sprookje als inhoud telt wettelijk mee, de vertellingen van Kaïn en Abel, over Boaz en zijn maaiers, over Jezus aan het kruis, ze staan in Nederland buiten het wettelijk onderwijs. Dat mogen we niet goedvinden.

't Zou me daarom wenschelijk voorkomen, dat in de lijst van facultatieve vakken de Bijbelsche Geschiedenis werd genoemd. Niemand wordt dan gedwongen het te geven. Wie meer met sprookjes op heeft, kan die geven. Maar onze uren voor Bijb. Geschiedenis moeten worden meegeteld.

Vreest men voor misbruik in dezen? Laat er dan een beperkende bepaling worden gegeven. Dat evenwel ons hoofdvak buiten de wet staat, kunnen we niet zonder meer maar zwijgend aanvaarden.

G. MEIMA.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 november 1930

De Reformatie | 8 Pagina's

Waarom geen Bijbelsche Geschiedenls?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 november 1930

De Reformatie | 8 Pagina's