GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Ster der Wijzen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Ster der Wijzen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hetgeen ons in Mattheus 2 medegedeeld'"wordt omtrent de ster, die de wijzen in het Oosten zagen en die hen naar Palestina deed trekken om den geboren Koning der Joden te zien en te aanbidden, heeft velen in vroegere eeuwen er toe gebracht, hypothesen op te stellen, die een verklaring trachtten te geven van het licht, dat den wijzen tot gids is geweest.

Reeds Kepler, één der grondleggers van de moderne astronomie, heeft zich met deze kwestie bezig gehouden. Hij meende dat de ster der wijzen geweest is een „conjunctie" van eenige planeten. Onder conjunctie verstaat men in de sterrenkunde het dicht bij elkaar staan van hemellichamen, die zich gewoonlijk niet vlak bij elkaar bevinden. Hij kwam waarschijnlijk tot deze meening, doordat in zijn tijd juist zulk een conjunctie plaats vond, namelijk van de planeten Jupiter en Satumus in het sterrenbeeld de Visschen.

Intusschen was Kepler niet de eerste, die hierover een hypothese opstelde. Anderhalve eeuw tevoren reeds had een ander geleerde, Abarbanel, erover gesclireven. Abarbanel was ©en joodsch geleerde, in 1437 te Lissabon geboren en in , 1508 te Venetië gestorven, die onder meer bijbeloommen taren schreef. Hij deelt ons mede dat in die dagen onder de joodsche astrologen de meening algemeen verbreid was, dat een eventueele conjunctie van Jupiter en Satumus in 't sterrenbeeld „de Visschen" als een teeken beschouwd moest worden van de komst van den Messias. Merkwaardigerwijze heeft een dergelijke conjunctie in de Visschen ook in dien tijd plaats gevonden, in 1463. Mogelijk, dat Kepler daarvan kennis droeg. In ieder geval vond in Kepler's tijd in 1603 wederom een conjunctie plaats. Toen de twee planeten een jaar later in 1604 nog tamelijk dicht bijéén waren, dook er vlakbij een zoogenaamde nieuwe ster, een nova, op. Dit bewoog hem er toe het vermoeden uit te spreken, dat de ster der wijzen de vereeniging geweest was van de planeten Jupiter en Saturnus benevens nog een nieuwe ster. '

Dergelijke novae komen nogal eens voor. Zoo gemiddeld ééns per jaar. Het zijn sterren, die van zeer zwak, of onzichtbaar voor het bloote .oog in korten tijd, in enkele maanden of dagen, buitengewoon in. helderheid toenemen, zoodat ze beginnen op te vallen; daarna nemen ze weer af in helderheid. Door middel van planetentafels kon Kepler uitrekenen, dat er in het jaar 748 na Rome's stichting, dat is plm. 5 jaar voor Chr., een conjunctie was geweest van Jupiter en Satumus en Mars. ZoO' kwam hij tot de meening, dat het deze zeldzame vereeniging van drie planeten geweest was, waarbij dan nog de nova kwam, die de Wijzen uit het Oosten, volgens de regels der astrologie, opmerkzaam had gemaalrt op een feit van de allerhoogste beteekenis. Met nieuwe planetentafels berekende Encke later, dat er in 747 na Rome's stichting (dat is dus plm. 6 jaar v. Chr.), weliswaar een vereeniging van planeten was geweest, echter niet van drie maai' van twee.

Cardano daarentegen meende in het bijzondere verschijnsel alleen maar een ster te moeten zien, die slechts voor korten tijd een fel licht gaf en met een tusschenperiode van ruim 300 jaar (juister 314 jaar) verscheen. Deze ster zou dan identiek moeten zijn met de bekende nova van het jaar 1572, voor het eerst gezien door Tycho Brahet, Kepler's leermeester. Daar 1572 ongeveer 5 maal 314 is,

meen.de men, dat het met den tijd van Christus' geboorte wel aardig uitkwam. Het geloof hieraan was zoo sterk, dat deze ster 314 jaar later, dus tegen 1886 weer verwacht werd als een teeken van de tweede komst van Christus. Van vroegere verschijningen vóór 1572 is niets met zekerheid bekend.

Tenslotte geef ik hier aog weer de meening van Lauth, een Egyptoloog uit de vorige eeuw. Hij ziet in de ster.der wijzen .met eenige waarschijnlijkheid de Sothis-of Siriusverschijning. In verband met de Nijloverstroomingen werd elk jaar nauwkeurig gelet op het eerste verschijnen van Sirius aan den morgenhemel. Telkens, als deze plaats had op den eersten dag van een bepaalde maand, was er een zekere periode (Sothis-periode) verstreken. Deze periode is 1460 jaar. In 5 jaar v. Chr. was weer zulk een periode verstreken. Gedurende drie daarop volgende jaren kwam Sirius te voorschijn op den zelfden eersten dag dier bepaalde maand. Lauth stelt daaiom Christus' geboorte in 3 jaar v. Chr.

Verder meent hij, dat Herodes reeds in 5 jaar v. Chr. van de wijzen kennis had gekregen aangaande de te verwachten geboorte van een nieuwen Koning. Hierin meent hij ook een oplossing te zien voor het feit, dat Herodes alle kinderen uit Bethlehem en omgeving liet ombrengen, van twee jaren oud en daaronder, naar den tijd, dien hij van de Wijzen naarstiglijk onderzocht had.

Voorzoover mij bekend is, heeft de nieuwere astronomie aan de bestaande geen andere hypothesen toegevoegd.

Wat moeten we nu van deze oplossingen denken ? Ik geloof, dat geen van deze beschouwingen juist is. Want geen er van geeft eenige verklaring van het feit, dat de ster der Wijzen hen op hun tocht „voorging". Het lichtverschijnsel kan zich dus niet op grooten afstand bevonden hebben en moet wel een verschijnsel binnen onzen dampkring geweest zijn. En dit reclitstreeks uit de Bijbelmededeeling af te leiden feit, is met geen van de geopperde veronderstellingen te vereenigen.

We zullen met dit sterverschijnsel wel staan voor een direct wonder Gods. En deze verklaring bevredigt ons, die in gansch het kerstgebeuren gelooven als in een wonder van Gods genade en almacht, ook volkomen.

J. M. SMORENBÜRG.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 december 1930

De Reformatie | 8 Pagina's

De Ster der Wijzen.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 december 1930

De Reformatie | 8 Pagina's