GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Johannes Calvijn, Institutie of Onderwijzing in den christelijken godsdienst. Vertaald door Dr A. Sizoo, Eerste deel, bevattende boek I en II. — N.V. W. D. Meinema, Delft, z. j. (April 1981).

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johannes Calvijn, Institutie of Onderwijzing in den christelijken godsdienst. Vertaald door Dr A. Sizoo, Eerste deel, bevattende boek I en II. — N.V. W. D. Meinema, Delft, z. j. (April 1981).

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Natuurlijk is bij de aankondiging van een vertaling, vooral van een klassiek werk, een beoordeeling van dit werk zelf niet noodig.

Slechts twee dingen vragen de aandacht: welke de waarde is van de vertaling als zoodanig; en voorts: of het boek, aldus in zijn vertaling op de leesJafel gelegd, van beteekenis is voor de lezers van het blad, welks oordeel gevraagd is.

Wat het eerste betreft; ik denk zoo bij mezelf, dat de uitgever het oogenblik wel in dankbare herinnering zal houden, waarop hiJ voor het eerst op de gedachte gekomen is, dr A. Sizoo uit te noodigen voor het uit het latijn vertalen van klassieke werken. Eerst gaf dr Sizoo Augustinus' Confessiones; en thans Calvijn's Institutie. Beter vertaler ware kwalijk te vinden. Niet alleen kent dr Sizoo het latijn door en door, maar hij geeft ook fijn en beschaafd nederlandsch. Voornaam is zijn vertaalwerk in hooge mate; dat blijkt niet het minst, wanneer hiJ — zooals een goede vertahng dat vordert — poëzie ook weergeeft in haar eigen vorm. Zoo vaak ik in het werk verzen aantrof, heb ik van hun fijne dictie — zooals men dat tegenwoordig om zijn fatsoen te bewaren, zeggen moet — genoten.

Op enkele punten zou ik enkele wenschen willen kenbaar maken. Misschien zou n.l. do vertahng van wetenschappelijke termen niet in hoUandsche woorden, doch juist in vreemde kunnen geschieden, wanneer deze nl. op wetenschappelijk gebied burgerrecht verkregen hebben. B.v. causaliteit, principe, enz. Dikwijls kiest dr S. hoUandsche woorden, maar wanneer het Calvijn te doen is om wetenschappelijke begrippen, moeten m. i. hoUandsche woorden, die geen vaste beteekenis hebben in het wetenschappelijk debat, worden opgeofferd aan, en plaats maien voor de constante termen, die men thans bezigt. Dit maakt ook het lezen tenslotte gemakkelijker: et spreekt den lezer eerder toe. Een uitdrukking als „werkdadig wiUen" wordl eerst doorzichtig, door wie weet, wat er achter zit. (290). Welk systeem dr S. gekozen heeft voor de vertaling van aangehaalde bijbelteksten, is mij niet geheel duidelijk; vaak krijgen we de statenvertaling, soms ook een andere: .v.: ij zal niet Uegen, die de overwinning van Israël is, en Hü zal zich niet door berouw laten buigen. Er kunnen natuurlijk gevaUen zijn, waarin Calvijn uit een tekst een argument putten wil, dat hem ontgaan zou, als hij de ons bekende vertaling zou geven; maar andere gevaUen (b.v. dit:224) leveren dit bezwaar niet. Misschien zou de statenvertaling te geven zijn, en dan voorzoover noodig, in een noot het verdere te zeggen zijn. Zoo is er hier en daar nog een kleinigheid, b.v. de latijnsche comparatief: chitterender welsprekendheid (51), of het niet-gebruiken van technische termen, waar deze toch bedoeld ziJn, b.v. voorbereiding (292: eg dus met al wat velen gebazeld hebben over de voorbereiding); of (292): ij matigt zichzelf het 'begin van deze sohepping niet aan. Een enkele maal proeft men te veel nog 'het latijn (maar dat raakt de moeilijke kwestie, of men vrij vertalen moet, d.w.z. den stijlvorm moet kiezen van het wetenschappelijk gesprek in het tegenwoordige leven; waarmee dan weer samenhangt de vraag, of men b.v. moet laten staan, dat Plato, of een ander auteur, met wien iemand het niet eens is, „berispt" wordt; ik zou liever een meer moderne zegswijze kiezen: en erkent niet de juistheid van Plato's zienswijze, of zoo iets). M. i. kan vergelijking tusschen Calvijn's latijn en zijn fransch ons eenigermate leeren, hoe hiJ zelf zijn gedachten zou weergeven, als hij ze zeggen moest buiten het latijnsche taaieigen. Maar dit zijn dingen, die de meeningen kunnen verdeelen; en die bij elke vertaling aan de orde blijven. Hoofdzaak is, dat Dr Sizoo prax; htig werk geleverd heeft, en Calvijn voor ons volk heel Tfat dichterbij gebracht heeft, dan met de veel verder van onze tegenwoordige taal afstaande tot nu toe gegeven vertalingen.

Wat onze lezers voorts aan het in dezen vorm aangeboden boek hebben? M. i. is het voor wie in het algemeen een leerboek van de geref. theologie verlangt, niet bedoeld, want dan kaïÉ men beter een werk uit dezen tijd nemen. Maar Calvijn is onze klassieke theoloog; wie dus hem kennen wil, of uit belangsteUing voor de historie en haar evolutie wU bestudeeren, krijgt hier uitstekend werk.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 juli 1931

De Reformatie | 4 Pagina's

Johannes Calvijn, Institutie of Onderwijzing in den christelijken godsdienst. Vertaald door Dr A. Sizoo, Eerste deel, bevattende boek I en II. — N.V. W. D. Meinema, Delft, z. j. (April 1981).

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 juli 1931

De Reformatie | 4 Pagina's