J. W. K. Hoevers. Plaats en taak der Christelijike kerken in de Wereld. Uitg. H. A. Stadermann, Den Haag.
Een preek, „naar aanleiding van" Matth. 5 : 13: ij izijt 'het zout der aarde, uitgesproken in de Ev. Luth. kerk te 's-Gravenhage (13 Sept. '31). Het woord van den schrijver is warm, en eerlijk. Maar de gedachten zijn van de onze zeer ver verwijderd. Over het wezen, de organisatie, de taak 'der kerken, denken wij geheel anders. „De taak der kerk is de taak der christenen", zegt de schrijver. Daarmee zijn we 'het niet eens; de taak van een buisgezin b.v. is niet de laak der leden van een gezin; de taak eener school is niet de taai van haar onderwijzers en leerlingen. Schrijver zelf is het ook niet met zich zelf eens: de kerken hebben zich te houden buiten den strijd der politiek en maatschappelijke partijen". 'Zoodra de kerk haar eigen aard en taak zuiver uitdrukt, zal men ophouden te spreken van „ongeloovige kerken" tegenover „moedige kerken", doch de ongeloovigen oproepen tot de gehoorzaamheid, en daarna kan men dan eens gaan spreken over de verhouding tusschen kerk en rijk 'Gods hier op aarde. Eerlijkheid gebiedt, daarbij niet te verzwijgen, dat we ook bezwaren hebben tegen onder ons gangbare en toch nooit goed op gang komende ideëen omtrent bedoelde verhouding. Zoo b.v. tegen wat dr A. Kuyper schreef (E Voto II^ 1905, 'blz. 113 slot, 114 midden, e.a.p.).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 november 1931
De Reformatie | 8 Pagina's