GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Weer wat cijfers. Die toch niet der zijn.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Weer wat cijfers. Die toch niet der zijn.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hef Centraal Bureau voor de Statistiek komt ons voortdurend inlichten over de toestand van het Onderwijs in ons land, inzonderheid over de verhouding van het Openbaar en het Bijzonder Onderwijs. Een van de laatste publicaties gaf zoo< iets over het jaar 1931. Het bleek, dat er toen in ons land 43.6 pCt. van de leerlingen der gewone lagere school van het Openbaar Onderwijs profiteerden, 24.6 pCt. gingen op een Prot. Christelijke school, 30 pCt. op een Roomsch-KathoHeke en 1.8 pCt. op andere Bijzondere scholen.

Het blijkt, dat er, in weerwil van de toename van de bevolking, een daling bestaat van het aantal leerlingen der Openbare school. We moeten op de Bijzondere scholen reeds ver over de helft van het aantal schoolgaande kinderen bergen. De Protestantsche scholen hadden in één jaar tijds een toename van 0.3 pCt. van het geheel, de R.-Katholiek een toename van 0.8 pCt. Dat is een puntje, waarop even de aandacht van Rrotestantsch Nederland mag worden gevestigd. De vraag dringt zich op, of we wel overal voldoende kracht ontwikkelen, naar uitbreiding staan. Met name de groote steden hebben nog een achterstamd, die moet worden ingehaald, in het belang van de Idnderen, in het belang ook van Plrot. Nederland.^

Verder laat de statistiek ons zien, hoeveel leerlingen er gemiddeld op de verschillende soorten van scholen aan een onderwijzer worden toevertrouwd, ledere Openbare onderwijzer heeft gemiddeld 30.6 leerl. Op de Prot. Chr. school heeft een onderwijzer gemiddeld 33.1 leerl., op de R.-Katholieke school 35.1 leerl. Men ziet, dat de Bijzondere school in dit opzicht goedkooper is dan de Openbare. Dit mogen wel wel even weten, nu nog maar altijd het verwijt tot ons komt, dat het Bijzonder Onderwijs het onderwijs duur maakt. Als ons land niet anders dan Openbare scholen had, zou het onderwijs nog heel wat duurder komen.

We doen ook altijd verstandig, de toestanden in ons land te vergelijken. De statistiek stelt ons in' de gelegenheid, dit te doen met betrekking tot het gemiddeld aantal leerl, dat aan een onderwijzer wordt toevertrouwd. In ons land is dat gemiddeld 32.6. Het zwaarst belast zijn de onderwijzers in Noord-Brabant en Limburg. Die hebben gemiddeld 36.5 leerl. voor hun rekening. In Noord-Holland komt gemiddeld een onderwijzer voor 30.7, in Friesland voor 30.9 leerl.

En nu in het buitenland? Het gemiddelde van het Duitsche Rijk is 40.4, terwijl in Beieren een is wel eigenaardig, dat de groote steden ook hier zijn de groote steden weer in gunstiger conditie. In Berlijn 28.5 leerl. per onderwijzer, in Bremen 29.8, in Hamburg zelfs 26.2 leerl. per onderwijzer. Het wel eigenaardig, dat de grO'Ote steden ook hier bevoorrecht zijn. Heelemaal te billijken is dat niet altijd. Bijna zeker heeft een onderwijzer in Hamburg maar één klas, terwijl in Beieren de onderwijzer met gemiddeld 45.1 leerl. allicht twee of drie klassen voor zijn rekening zal hebben. Niet onaardig is het, ook eens te weten, hoe het met de Leerplicht in verschillende landen staat. Het bovengenoemde Bureau publiceert de cijfers,

die te dezen aanzien verzameld zijn door „Het Bureau International d'Education". Leerplicht tot 12 jaar is al het laagste, dat voorkomt, behalve dan in Egypte, Palestina ' en Tunis, waar geen Leerplicht heersclit, en in Portugal ©n Britsch-Indië, waar tot 11 jaar de verplichting geldt. Tot 12 jaar geldt het in Albanië, Griekenland, Italië, Litauen, Turkije. Tot 13 jaar moeten de kinderen school gaan in Frankrijk en Nederland. Tot 14 jaar in Argentinië, Australië, België, Brazilië, Biulgarije, Groot Britannië en Ierland, kortom in de meeste landen. Daarboven gaan dan nog weer: Duitschland tot 18 (vervolgcursussen inbegrepen), Hongarije tot 15, Sowjet-RepubUek tot 15, Ziuid-Afrika tot 16, Noord-Amerika tot 16, Ziwitserland gedeeltelijk tot 15, gedeeltelijk tot 16. We zien, Nederland staat hier nog niet aan de spits.

Laat ik nu nog even meedeelen, dat deze gegevens gratis te verkrijgen zijn aan het Oeatraal Bureau voor de Statistiek, Afdeeling Onderwijsstatistiek, Den Haag. 't Is te hopen, dat deze nuttige instelling allerwege in ons land belangstelling en waardeering vindt.

G. MEIMA.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 oktober 1932

De Reformatie | 8 Pagina's

Weer wat cijfers. Die toch niet der zijn.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 oktober 1932

De Reformatie | 8 Pagina's