GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een aanvulling en bestrijding.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een aanvulling en bestrijding.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aan den Heer A. Schilder te 's Gravenhage.

In een 7-tal artikelen heeft u uw standpunt uiteengezet, betreffende roeping en plicht tot arbeiden, daarnaast en daarmede in verband, het recht van staken. Dit geschiedde achtereenvolgens in „De Reformatie" van 12 Aug. 1932 en v.v. Daarin heeft u vooral doen uitkomen uw bezwaar tegen de hedendaagsche opvattingen betreffende „wekstaking".

Ik heb uwe artikelen met genoegen gelezen; zelfs mei groote belangstelling, waar u de zaak principieel bjschouwde. Ik zou daarmede de kwestie kunnen laten rusten, doch uwe vriendelijke vraag in het 6e artikel, dat anderen zich hierover ook eens zullen doen hooren, deed mij besluiten uw eerste gedeelte een weinig meer uit de historie te belichten en voorts het recht van staken nader te bezien.

Uwe beschouwingen over „Arbeidsgebod" en „Arbeidsgelofte" — heb ik het goed begrepen — komen hierop neer, dat de verhouding van een christenwerkman tot God eene zoodanige is, dat gehoorzaamheid aan dat gebod om te werken en voorts vasthouden aan de beloft, 3, een eerste en zelfs de voornaamste eisch is. Waar dit volgens u vaststaat, zou een christenwerkman eigenlijk niet mogen staken, M, a, w, verbiedt het arbeidsgebod hem het werk te staken, behalve bij gewetensbezwaar tegen het werk zelve 1),

In verband met deze uwe opvatting is u van gevoelen, dat zij die in 1891 hebben medegewerkt aan eene beslissing waarin het werkstaken plichtmatig werd geacht, en verke rde daad hebben gedaan 2), Waar ik ook behoor bij die groep aanwezigen in het Congres, meen ik goei te doen deze handeling nader te verklaren. Ik moet toesteminen, dat het eenige verklaring verdient, waar men in 1887, in de Jaarvergadering van „Patrimonium uitsprak, dat werkstaken ongeoorloofd was, dat men zoo vlug van standpunt veranderd is met in 1891 precies het tegenovergestelde te kunnen vaststellen 3).

Ter nadere verklaring diene, dat men in „Patrimoium" in 1887 nog onder den indruk was van het „paingoproer" en meerdere anarchistische avonturen annex ilde stakingen,

In 1888 echter had men naast het z.g, „boUejagen" n de veenstreken, een belangrijke werkstaking in hel oorden van Friesland, met name te Berlikum, Beetguermolen en St. Anna Parochie.

Dit waren destijds niet de eenige stakingen.

In 1889 begon men te Amsterdam onder leiding van anarchistische voormannen, onder de sigarenmakers staiingen op te zetten, Vcinwaar men ook poogde voor d * doel bewegingen te forceeren onder de sigarenmakers te Kampen en elders. Immers in die jaren zag het er in de tabaksindustrie allerdroevigst uit. Velen leden compleet gebrek.

Een en ander is aanleiding geweest dat de afdeeUngen Kampen en St, Anna Parochie van „Patrimonium", zich tot de Bondsvergadering hebben gewend om te komoa tot een nadere uitspraak. De beslissing' werd verschoven naar het in uitzicht gestelde Sociaal Congres,

Dit Congres stond immers op de dagorde van de Antirev. Partij en Patrimonium. Na heel wat binnenkamersche strijd werd dit in Nov. 1891 gehouden. Geheel het Verbond zag met belangstelling uit, wat men omtrent deze materie zou besluiten, nu er ook Christelijke werklieden in stakingen werden betrokken. Het recht vau werkstaking had daardoor op eenmaal aller aandach , stond bij de arbeiders in het centrum der belangstelling.

De lange voorbereiding, die aan het Congres voorafging en de plaats gehad hebbende stakingen, zijn voor „Patrimonium" waarborg', dat het besluit in 1891 mt voUe bewustheid werd genomen. Ieder voelde den ernsi, van deze zaak nu er zooveel op het spel stond voor dt? mannen van „Patrimonium",

Volgens u zouden deze conclusiën niet zijn aangenomen, wanneer deze thans aan de orde werden geslelü, het is —• zoo oordeelde u — de menschen van dien tij(i wel te vergeven; zij wisten eigenlijk niets beter te doen 4),

Heb ik daarmede uw meening juist vertolkt, 5) dan moet ik dit bestrijden, omdat men met volkomen kennis van zaken dat besluit heeft genomen. De omstandig'*

100 heden en de gebeurtenissen hebben de menschen van dien tijd rijp gemaakt voor een juiste beslissing. Dr Kuy--per ca. zouden anders deze beslissing niet hebben aanvaard.

Dat men later ongemotiveerde stakingen met deze beslissing heeft gedekt, om iets wat verkeerd was goed U-praten, kunnen de mannen van 1891 niet helpen.

De werkstakingen bleven na de beslissing van het Congres niet achterwege, doch namen toe, waaruit OOK tegelijk kwam vast te staan, dat de conclusion niet pasten op wat er te doen was 6), De afdeelingen Kampen en ook die van St. Anna Parochie gingen in 1893 opnieuw de kwestie aan de orde stellen, ter behandeling in d'i Bondsjaarvergadering van dat jaar. Men vergete toch niet, dat de meer dan diep treurige toestanden van de arbeiders, „Patrimonium" in groote moeilijkheden bracht. Ik onthoud mij ervan, deze moeilijke toestanden hier nader te illustreeren, doch het moeilijkste van alles voor de mannen van „Patrimonium" was wel, dat zij zich bevonden in de positie van iemand, die met zijn hoofd tusschen hamer en aambeeld zat.

Hoewel in den kring van „Patrimonium" een vrij vaste opinie bestond betreffende het nemen van een besluit tot werkstaken, mag ik hier toch met alle gerustheid n erschrijven, dat vóór 1899, niet dan met hooge uitzondering, vrijwel geen enkel lid van het V e r 1) o n d aan eene staking zich heeft bezondigd 7). Op eene feilen strijd die tijdens deze periode plaats had, wil ik even de aandacht vestigen en den naam van een Patrimoniumman met eere noemen, n.l. dien van wijlen hr. G. W. Eerbeek, die in 1895 geheel alleen stond in een staking van + 500 . sigarenmakers te Amsterdam. Hij heeft in die dagen veel geleden, doch heeft het door zijn beginselvastheid schitterend tegenover deze massa gewonnen 8).

Het liep destijds over het verplichte lidmaatschap, n.l. dat niemand op een fabriek mocht worden toegelaten of hij moest lid zijn van den z.g. neutralen Bond. Een sta-Idng voor Bondsfabrieken, die door zi n optreden werd verloren.

Thans, 35 jaren later, denkt men over het verplichte lidmaatschap in onze kringen geheel anders.

Mocht het tot een strijd komen, dan zou men misschien het tegenovergestelde zien gebeuren van hetgeen in 1895 heeft plaats gehad.

HUIZINGA.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 december 1932

De Reformatie | 8 Pagina's

Een aanvulling en bestrijding.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 december 1932

De Reformatie | 8 Pagina's