GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het Contact tusschen de School in haar hoogere  leerjaren en de Jeugdbeweging.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Contact tusschen de School in haar hoogere leerjaren en de Jeugdbeweging.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

IV.

Thans komt de vraag aan de orde: b©sta; an ©T van do schoolzijde bijzonder© bezwar©n, die ©en nader contact met d© Jeugdbeweging in den weg staan?

Hier gaan de meeningen der ©erstbetrokkenen bij deze vragen, der hoofden onzer Christelijke scholen, die mijn vragen in deze zaak beantwoord hebben, een 50-tal, uiteen.

Laat ons eerst mogen nagaan de opinie der categorie, die van oordeel zijn, dat gewichtige bezwaren het lidmaatschap der Knapen-en Meisjesvergaderingen van hen, die in de hoogere leerjaren der School nog plaatsnemen, drukken. Deze bezwaren laten zich aldus indeelen:

Ie bezwaren met het oog op den tijd voor het huiswerk, dat de leerlingen van school medekregen. Helaas, het is waar voor sommige scholen, vooral voor de M. U. L. O., wat een hoofd eener dergelijke School mij schreef: „De leerlingen van 12—15 jaar hebben nog geen 8-urigen werkdag". De inrichting van de examens is van dien aard, dat veel huiswerk moet worden opgegeven, zoodat op sommige scholen van vrijen tijd nauwelijks gesproken kan worden. Om in 3 jaar het M.LT.L.O.-diploma te halen, moet aangepakt worden. Eén schoolhoofd schreef mij zelfs, dat daar de leerlingen alleen des Zondags vrij hebben. Arme jongens en meisjes, die in hun frissche jeugdjaren reeds zoo afgejakkerd worden I Maar als dit metterdaad zoo is, is het met de school zelve ook niet in orde. Helaas, zal het huiswerk nog wel tot in lengte van dagen een noodzakelijk kwaad blijven.

2e bezwaren met het oog op de toewijding tot de school taak. Bij vele knapen en meisjes komt de schoolarbeid achter te staan bij den jeugdarbeid. De Vereeniging vervult het hoofd en het hart. Zijn er enkelen, die in lief jeugdwerk ontspanning vinden voor hun loeren, voor de meesten is het jeugdwerk van zoo groote beteekenis, dat hun leeren er als iets ondergeschiktst tegenover staat.

Vooral allerlei zaken, die bij de Vereeniging behooren, brengen daarbij de school taak in gedrang. Mededeelingen, zoo schreef mij een hoofd, als: „Ik kon mijn huiswerk niet maken; we hadden jaarfeest van onze Vereeniging of van onze club", of ook: „we hebben van-avond propagandavergadering", die met andere te vermeerderen zijn, zijn niet in het belang der studie. Gelukkig, dat een jaarfeest maar éémnaal per jaar plaatsvindt. Maar het is toch al heel gortig, wat een hoofd van een centrumsplaats mededeelt. „Hier is ©en Christelijke Gymnastiekvereeniging, die éénmaal per jaar op twee avonden achter elkaar een uitvoering geeft. Dan gaan de jeugdige deelnemers véél te laat naar bed. Den anderen dag zitten ze op school te slapen en is het werk niet in orde. Een ander voorbeeld. Een paar jongens uit de U.L.O.-klas hadden Vrijdagsavonds propaganda-avond van hun Knapenvergadering. Om half twaalf naar bed. Den volgenden Vrijdagavond was er jaarvergadering van de Meisjesvereeniging, waarvan de zusters dier jongens lid waren. De huisgenooten mochten ook komen. Om half drie naar bed. Precies ©en week later was er een bazar voor een Christelijke Fröbelschool. De beide jongens er heen, want de ouders zaten in het Bestuur. Om 11 uur naar huis. U behoeft niet te vragen, wat er op drie achtereenvolgende Zaterdagen van het werk is terechtgekomen en hoe funest het is, dat steeds dezelfde vakken er onder leden". Wat zullen wij tot deze dingen zeggen? Allereerst, dat er onder de jongeren Vereenigingsmaniakken zijn, die van de ééne vergadering naar de andere loopen. Zulke exemplaren zijn er helaas ook nog wel onder mannen met een gevestigde positie. En ten tweede, dat hier de schuld niet ligt bij de Knapenvergadering of bij de Meisjesvereeniging, die maar ééns per jaar een jaarfeest hebben, noch bij de bazar van de Fröbelschool, die wel niet jaarlijks zal georganiseerd worden, maar dat de schuld ligt bij de OUDERS dezer jongens, die zulke dingen tolereeren, ja soms in de hand werken. Zij zijn de verantwoordelijke personen.

Wij kunnen in het algemeen geen gevaren zien voor de School in haar hoogere leerjaren, wanneer haar leerlingen lid zijn ©ener Knapen-of Meisjesvergadering, die n a mei ij k de geestel ij k-zedelijke vorming beoogt. De vergaderingen wor-

Niet ieder krijgt elke week een opstel te maken. Hoogstens zal dit eens per maand voorkomen. Voorzeker, alle overdrijving schaadt en „in der Beschrankung zeigt sich der Meister". Wij achten het dan ook de taak der onderwijzers en van het Schoolhoofd met name de ouders dier leerlingen te waarschuwen, die alle kracht en tijd noodig hebben om 't onderwijs te volgen, en ook een woord van waarschuwing te doen uitgaan tot de ouders dier knapen en meisjes, die goed kunnen, maar wier geesteskracht niet zóó sterk is, dat zij zich zóó beperken in hun vereenigingswerk, dat de schoolarbeid er niet onder lijdt. Daarbij zal groote beperking, ja tijdelijke onderbreking van het deelnemen aan den vereenigingsarbeid tegen den tijd van het examen gewenscht, ja noodzakelijk zijn. Én wat het jaarfeest betreft. Iaat men de wijze van handelen volgen van het hoofd eener school: „Ik laat altijd gewoon huiswerk op school opgeven, maar geef, op een briefje van de ouders, altijd bij jaarfeesten een hand, waarvan de vingers wat wijd van elkander staan. Dan zeg ik altijd nog: „Je probeert vast, zooveel mogelijk tusschen 4 en 7 uur te doen, hè? " En niet moeten de ouders toestaan, dat hun kinderen, leerlingen eener school, telkens afgevaardigd worden naar jaarfeesten van „zuster-Tereenigingen".

Daarbij zouden wij ook als regel willen stellen, dat een leerling eener school maar lid is van EEN Jeugdorganisatie. Dat voor ons dit in de eerste plaats is de Knapenof Meisjesvergadering voor de geeste-3 ij k - z e d 61 ij k e vorming, laat zich v e rstaan. Zij vervult toch de belangrijkste taak. Niet, dat wij de lichamelijke oefening en de sport willen buitensluiten. Uit de door ons ingestelde enquête bleek mij, dat sommigen haar zeer aanbevelen voor de knapen en meisjes. Eén uitspraak citeer ik: „Het frissche spel, lichamelijke oefening moeten we niet veroordeelen. Onze jongens staan met beide beenen op den bodem van onzen tijd. Ook moeten wij rekenen met de hedendaagsche werkelijkheid. Dan behouden we onzen invloed wel. Dan heeft ons woord en onze beschouwingen voor de lastige jongens van de vlegeljaren nog veel kracht en invloed". Daartegenover staan echter ook meeningen van vele andere hoofden van scholen, die juist de lichamelijke ontspanning, en dan vooral de sport zeer schadelijk achten voor het onderwijs en het lidmaatschap van dergelijke Vereenigingen ten zeerste tegenstaan, Eén citaat hier, waarmede wij instemmen: „De sport man ie lijkt ons een kwaad. Niet alleen voor den tijd, die aan de sport besteed wordt, maar vooral daarom, dat de gedachten aan de sport zóó zeer de hoofden en de harten vervullen." Daarenboven, wij hebben op onze scholen ook nog het vak lichamelijke oefening, dat gelukkig in . onzen tijd meer en meer den kant opgaat van het meer vrije spel.

Tegenover de bovengenoemde bezwaren, staan echter ook veel uitspraken van hoofden der scholen, dat de Jeugdbeweging juist gunstig werkt èn voor de jongens en meisjes è n voor den schoolarbeid. De Jeugdarbeid komt ten goede aan de meer vrije ontwikkeling en vorming van den jeugdige. De nadeelen van het klassikale en machinale, welke bij het schoolonderwijs nooit geheel uit te bannen zijn, maken in de Jeugdvereeniging plaats voor het individueele en het vrijwillige. Daarbij, de leerlingen oefenen zich meer in het maken van opstellen, in het voordragen, in de bestudeering der Gewijde, der Kerken der Vaderlandsche Geschiedenis. Vooral de leerlingen der school, die als lid der Jeugdvereeniging willen werken en de handleidingen niet zóó maar overschrijven, worden voor hun later leven degelijk voorbereid. Weldadig deden mij daarom de uitspraken aan van verschillende hoofden van scholen, die zich in dezen geest uitlieten, en ik citeer hier een hunner : „Mijn beste leerlingen in de hoogste klas zijn zij, die juist op hun vereeniging algemeene kennis en belangstelhng opdoen". En ook nog een andere uitspraak: „Ik ben hier plm. 38 jaar werkzaam en ontmoet deze jeugdigen later steeds terug als diaken, ouderling, bestuursleden der Christelijke school, ijverig lid eener Kiesvereeniging of bestuurslid er van, leiders van Knapenvergaderingen, vertellers op de Zondagsschool, lid der Evangelisatie-Commissie, lid der Zendingscommissie, enz. Op het huisbezoek maken ze meestal een flinken indruk; de gesprekken vlotten beter dan bij anderen, die niet deelnamen aan de jeugdbeweging. Kortom, ze zijn of behooren tot de best meelevende leden der gemeente. En wordt hun iets gevraagd te doen voor den arbeid in Gods Koninkrijk, dan hebben ze geleerd, iets van hun vrijen tijd daarvoor te geven".

Hieraan nog iets toe te voegen, zou zijn uilen naar Athene dragen.

B. A. KNOPPERS.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 januari 1933

De Reformatie | 8 Pagina's

Het Contact tusschen de School in haar hoogere  leerjaren en de Jeugdbeweging.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 januari 1933

De Reformatie | 8 Pagina's