GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Verzocht verweer.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verzocht verweer.

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het Hgt niet in de bedoeling van de Redactie, over de bijdragen, die de heer W. B. H. van tijd tot tijd aan ons blad geeft, polemiek-inzendingen op te nemen.

Aangezien echter de heer W. B. H. in het artikel „Averechtsche theorie" van zijn gewoonte: over verschijnselen te schrijven, afweek en zich keerde tegen een met name genoemden persoon, acht de Redactie het billijk, dezen de gelegenheid te geven tot een verweer, dat hij verzoekt te mogen plaatsen. Daarmee spreekt ze echter geenszins nit, dat ze de bewuste bijdrage van den heer W. B. H. houdt voor „oppervlakkig geschrijf", gelijk de inzender, haar noemt, en evenmin, dat ze hem toestemt, dat „slechts onrust en verwarring" door het artikeltje gesticht zou zijn. Overigens zij den heer Kamphuis verzekerd, dat de heer W. B. H. „oriënteering inzake de huidige christelijke literatuur" niet mist.

Redactie.

Zeer geachte Redactie,

Onder den titel; „Averechtsche Theorie" komt in Uw blad van 20 April 1.1. een, artikel voor van iemand, die ich verschuilt achter de "letters W. B. H.

Waar mijn naam hierin genoemd wordt, zou ik gaarne daarover iets willen zeggen.

Niet in de eerste plaats om de hatelijkheid in het begin. Indien de schrijver beter op de hoogte ware met ons christelijk bterair leven, zou hij' o.a. bekend zijn met de jaargangen van „Opwaartsohe Wegen", met bloemlezingen van christelijke poëzie, zooals: „Stille Opvaart" en „Christelijke Dichters van dezen Tijd" (in dit boek wordt ook de onderhavige kwestie aangeroerd) en meer uitgaven op dit gebied. Genoemde onvriendelijkheid zou dan waarschijnlijk achterwege gebleven zijn.

De heer H. schijnt precies te w e t e n, wat verschillende christelijke literatoren in definities en begrippen trachten te benaderen. Maar hiji maakt er zich wel wat gemakkelijk af door met (tot gemeenplaatsen en dooddoeners geworden) woorden als „de zwarte scheidingslijn van zonde en zondigheid" e.d. te werken. De ernst van 'het bestcian der zonde ontkent geen enkel christen, maar juist daarom, zal men dit niet maar zoo even als een wondermeohaniekje tot bet oplossen van allerlei kwesties mogen gebruiken.

Ik zie niet in, wat het verwarrende van mijn karakteristiek is. Inderdaad bedoelde ik in de definitie: „christelijke poëzie is poëzie van christenen" het christen-zijn in zijn essentie, en dus, dat „die menschen christenen genoemd worden, omdat ze uit die normen leven". Maar als de schrijver dit zélf opmerkt, waarom veronderstelt hij dan een aantal dingen, die ik niet bedoeld heb, niet bedoeld kan hebben als lid van den Christelijklen Auteurskring?

Overigens gelieve men te bedenken, dat in een zoo summier krajitenverslag de - vraagpunten, waarom het ging, en, 'die waarlijk niet zoo eenvoiudig' zijn als de heer H. wel meent, slechts in enkele woorden samengevat konden worden.

Tens'lotte moge ik er op wijzen, dat ook de bekende christelijke dichter. Dr W. A. P. Smit, indertijd door dezelfde formule in het kort meende te kunnen aangeven, wat christelijke poëzie is. Dte heer H. had dit kunnen lezen in een vraaggesprek met dezen dichter, eenige jaren geleden verschenen in Den Gulden Winckel.

Een zich inden& en in de vragen, waarom het bier gaat en een betere oriënteering inzake de huidige christelijke literatuur hadden waarschijnlijk het opgewonden alarm over een „avereöhtsche theorie" kunnen voorkomen. Met dergelijk oppervlakkig geschrijf is niemand gediend en wordt slechts onrust en verwarring gesticht.

U, geachte Redactie, dankend voor de mij verleende plaatsruimte,

Hoogachtend,

Zwolle, 28 April 1934.

G. KAMPHUIS.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 mei 1934

De Reformatie | 8 Pagina's

Verzocht verweer.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 mei 1934

De Reformatie | 8 Pagina's