GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

LITERATUUR EN KUNST

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

LITERATUUR EN KUNST

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Kneuterboertjes" van Jan Knape.

III.

üit onderscheidene romans van Christelijke schrijvers kunnen voorbeelden gehaald' worden; God moet den mensch eerst alles ontnemen, waarin hij meent rijk te zijn, voordat hij Zijn stem hoort. J. Haantjes (uit wiens artikel we enkele aanhalingen gaven) wijst erop dat de moderne Christelijke Letterkunde rijk is aan bekeeringsgevallen en dat de letterkundige kritiek dit feit steeds voorbij heeft gezien. Ze heeft telkens weer gesmaald op „de goedkoope bekeeringsgeschiedenisjes"; ze heeft deze bekeeringsgeschiedenisjes zoo ver mogelijk van zich geworpen, en ze is er zich niet van bewust geweest dat de boeken die ze wel aanvaardde, die ze als goede lectuur stelde tegenover de slichtelijke verhalen, voor een belangrijk deel óólc waren, en ook nu nog steeds zijn bekeeringsverhaal.

Maar de groote eisch blijft: de sclirijver moet subjectief bij dat verhaal en die bekeering betrokken zijn.

Jan Knape Jirengl ons door dit boek tot die overtuiging, door den gloed van warmte, den eerbied en afstand waarmee hij het geschreven heeft. Dat is geen stichtelijke salontafelromantiek (dit 375 woord is van Frans Coenen), maar christelijke, realiteit, of beter, reaUteit door een Christen gezien, geplaatst in het lioht der eeuwigheid Dat is zijn kracht, maar het eischt dat de beoordeelaar van uit een bepaalde plaats dit werk beziet.

En hij die alleen met een aesthetischen maatstaf meten wil, zal wel bezwaren kunnen inbrengen; op verschUlende plaatsen wordt gezondigd tegen enkele opvattingen van kunst, literatuur en stijlleer; niet altijd is de woordkeus gelukkig, op enkele plaatsen breekt wijdloopigheid de gedachte — goed, maar wie zich weet in de nabijheid van een menschenziel, die lijdt onder zooveel valsche vroomheid en verdwazing van Gods geopenbaarde liefde, en voor wie het schrijven van dit boek een innerlijke noodzakelijkheid moet zijn geweest — voor dien lezer zal dit boek beantwoorden aan zijn doel: het zal hem terug brengen tot de waarheid en de waarde van het leven.

Dit boek heeft één groot bezwaar: de half-fonetische weergave van het dialect belemmert een eenigszins vlotte lezing. En we kunnen de noodzakelijkheid van zoo'n nauwkeurige weergave niet inzien. Er verschijnen tegenwoordig veel streekromans — de oorzaak van dit verschijnsel willen we laten rusten —, maar die niet die hinderlijke klankuilbeelding hebben als dit boek. Een boek geschreven in dialect wint aan locale kleur, dat is waar, maar het dialect behoort meer tot het typische, dan lot het karakteristieke. En een schrijver zooals Jan Knape, die juist op dit laatste zijn accent légt, waardoor zijn werk sterk is, en waardoor zijn werk groeikracht heeft, behoeft zich niet in dit keurslijf te wringen. En dan bestaat er nog dit groot gevaar, dat de lezer aan zijn woorden een verstandelijke beteekenis gaat hecliten, omdat hij bijna gedwongen wordt tot het spellen van de letters. Want men kent een woord en een zin pas goed, als niet slechts de begripswaarde maar ook het gevoelselement ervan in ons leeft. Dan hooren we den klank van de stem en zien we de uitdrukking van het gezicht, en leven we in de sfeer van de levensomstandigheden van de menschen uit ons boek mee. Een sobere weergave van een dialect, en ik denk hier aan de boeken van Streuvels, Herman de Man, Antoon Coolen — geeft een duidelijke gevoelstint aan de woorden. Als de boeren van deze schrijvers gaan praten, dan worden we verplaatst naar hun land en hun arbeid. Ter vergoelijking kan aangevoerd worden dat het dialect van Flakkee niet zoo smeuïg is als dat van de Peelbewoners — maar „elke nasie het z'n taal", — en die taal is rijk genoeg om het leven van menschen uit te beelden; dit heeft de auteur trouwens met dit boek getoond Wat ik ook een bezwaar vind is: dat m.i. de stijl te open, te breed is voor de karakters. Kees van 't Land is een stugge nijdige kerel. De schrijver geeft dat heel goed weer in de sombere, soms bijna cynische karakteriseering van dezen man. Maar dan moet ook die geslotenheid en kortheid gezien worden in den stijl; dit laatste bereikt de sclirijver hier en daar b.v. wanneer de oude vrouw gaat praten: dan treft hij sprekende effecten, met geestigheden en rake typeering. Zoo bij Woekermaart en zijn vrouw, na een bezoek van Kees van 't Land Het treft ook dat we zoo weinig van de natuur zien, in haar oneindig wisselende vormen — daardoor ontbreekt het lyrische in dit boek. Zelfs de idylle die we konden verwachten in de verhouding tusschen Piet en zijn verloofde was niet in staat om den schrijver voor een korten tijd uit deze omgeving los te maken.

Al met al geloof ik dat we ons toch verheugen kunnen over dit boek. 't Is geen werk van letterkundige schoonheid, het is zwak van dramatische verwikkeling, maar de psychologie in de verschillende optredende personen is aannemelijk gemaakt. Het l)oek is niet gebouwd op een moüef van boeren-

roman, of crisisroman, of van bekeeringsroman, maar op ervaring. Hij schrijft over de boeren zonder dat de besclirij vingen de verbeelding van den lezer bezoedelen; over de crisis zonder dat de oeconomische nood overheerscht; liij sclirijft over hel godsdienstig leven met verontwaardiging, maar zijn liefde voor deze mensdhen houdt hem tegen, allen in het donker te plaatsen. Daarom teekent de schrijver met welgevallen enkele karakters, die in dezen crisisnood het bestuur aan God durven overlaten, en die weten welke verpliclatingen deze daad hen oplegt. De moeilijkheden worden daardoor niet weggenomen, maar de zekerheid dat God ook in den nood is, en tot ons komt, geeft rust.

De schrijver wijst ons op personen als de vader van Sien: een sympathiek mensch, in wien de leerheid en de kinderlijkheid sterk afsteekt bij de mj'stiek-achlige menschen met liun Flakkeesche vroomheid. De ideëele bedoeling van dit boek ligt m.i. verpersoonlijkt in dezen man, van wien Piet iK)g veel leeren kan.

Maar hel is bij Piet als bij de meeste bekeerlingen: ze vergeten dat het groeien tijd eischt en dat men het opkomende koren schaadt, wanneer men den groei bevorderen wil door er aan te trekken.

Dit boek is voortgekomen uit ©en geest die dit arme leven aandurft omdat de liefde in hem brandt.

J. ALLON.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 juli 1936

De Reformatie | 8 Pagina's

LITERATUUR EN KUNST

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 juli 1936

De Reformatie | 8 Pagina's