En al wat overblijft,
En al wat overblijft, is : personen; in die personen leven; uit dat leven geloof; uit dat geloof belijden; belijden in harmonie zooveel het kan en waar het gaat en voeten heeft aan vroeger belijden; niet van de kerk, maar van het kransje der „geloovige vaderen"; welke personen nu voorts de uitnemende leus voor hun kransje kiezen ; „Hebt de waarheid en den vrede lief!" een leus die echter, tot overmaat van ramp, dan nog voornamelijk van de formeele inplaats van de materieele waarheid wordt uitgelegd; in den trant der oude Groningers!
„KRANSJE VAN GELOOVIGEN" of „KERK VAN BELIJDERS" was de diepe tegenstelling die dusver tusschen de irenischen en de gereformeerden de klove deed gapen.
De Heraut, No. 206, 4 Dec. 1881.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 juni 1937
De Reformatie | 8 Pagina's