GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

POPULAIR-WETEN-SCHAPPELIJKE SCHETSEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

POPULAIR-WETEN-SCHAPPELIJKE SCHETSEN

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geestelijke volksgezondheid.

VI.

Verandering op het terrein der wetenschap.

Behalve in de psychiatrie en in de psychologie heeft zich ook op een ander terrein der wetenschap een verandering • voltrokken. Naast exogene (uitwendige) factoren, die het leven zoowel van gezonde als zieke, zoowel van normale als abnormale menschen beheerschen, is den laatsten tijd steeds krachtiger naar voren gekomen de groole beteekenis van den endogenen (inwendigen) oorzakelijken factor, van den erfelijken aanleg. Eeuwen lang had het denkbeeld geheerscht, dat kenmerken en eigenschappen als zoodanig op het nageslacht worden overgedragen en in een bont mozaïek zich in het kind vereenigen. Zooals een kind geld, een stuk land, een huis, meubilair, enz. van zijn ouders erft, zoo dacht men zich ook de overdracht van lichamelijke eigenschappen en geestehjke goederen. Aan de uitdrukking overerving zat en zit vaak nog als het ware het begrip overdracht vastgekleefd.!)

Volgens den hedendaagschen stand van de genetica (erfelijkheidsleer) is deze voorstelling van zaken echter volkomen foutief. Kenmerken en eigenschappen worden als zoodanig niet van de ouders op de kinderen overgedragen. Men erft alleen den aanleg, die genoemde kenmerken en eigenschappen tot grondslag hebben. Hoe deze laatste zich zullen ontwikkelen hangt af van invloeden van buiten, d.w.z. buiten de kiem, dus zoowel invloeden tijdens den draagtijd binnen het moederlijk organisme als de omgeving, waarin en de omstandigheden, waaronder het kind later opgroeit en wordt opgevoed. Erffactoren en zich openbarende eigenschappen zijn derhalve als be^in en einde te beschouwen van een lange keten van gebeurtenissen, welke zich tijdens de ontwikkeling der kiem en het opgroeien van het individu af­

spelen. Dit overerven nu gaat volgens bepaalde regels, die door den Augustijner pater Johann Gregor Mendel (1822—1884) het eerst bij planten zijn gevonden. Ook bij den mensch nemen we aan, dat deze regels gelden, al is de wetenschap er nog niet in geslaagd voor de erfelijkheid van psychische eigenschappen vaste wetten te vinden. Dit laatste is trouwens niet te verwonderen, want de oorzaken en gevolgen, welke tot de wording van geestelijke eigenschappen leiden, vertoonen ©en uiterst ingewikkelden samenhang, waar nog bij komt, dat het milieu hier een belangrijke rol gaat spelen. Vast staat echter, dat ook bij den mensch iedere echte overerving berust op het doorgeven van erffacLorenparen, van welke er telkens slechts één paarling in een kiemcel komt. ledere erffactor der ouders heeft derhalve bij elke bevruchting 50 pet. kans om op het kind over te gaan (Wet van Mendel). Of bij deze halveering nu juist de „goede" of juist de „slechte" factoren behouden blijven hangt geheel van de wetten der waarschijnlijkheid af. Zoowel de waardevolle als de schadelijke factoren voor onze samenleving worden bij de overerving volgens dezelfde wetten doorgegeven.

Deze moderne erfelijkheidsleer is nu d( grondslag geworden van de eugenetiek, die Vat Loghem^) niet onaardig omschreef als de gezondheidsleer van den erfelijken aanleg. De eugeneliet n.l. houdt zich bezig met de studie van de verschillende factoren, die de wording van dei mensch beheerschen en die practische maatregelen tracht aan te wijzen om dit proces in goede, althans gewenschte banen te leiden. De eugenetisclii wetenschap, zooals die zich in de laatste jarei ontwikkeld heeft, bepaalt zich daarbij hoofdzakelijk tot de erfelijke factoren, die de hoedaniglwi' van het nageslacht bepalen en heeft in de eersit plaats tot doel de rasverbetering van den menscl te dienen. Eugenetiek, aldus Rüdin s), tracht betert voorwaarden te scheppen voor de ongeboren» Uitgangspunt vormde daarbij de wenschelijkhötl paal en perk te stellen aan de gevolgen van ea kunstmatige selectie in verkeerde richting ondel invloed der cultuur of anders gezegd het verlangen de toename van het aantal geestelijk onvolwaff digen te stuiten.

Reeds vele jaren was men in Amerika vol Y' langstelling voor de samenstelling der bevolkinS en niet zonder reden. In de eerste plaats had nieii in de Vereenigde Staten te maken met het imo'' gratieprobleem. Het aantal immigranten, aanvankelijk weinig, sedert het einde der 19de eeuw l> f langrijk toenemend, was in de laatste jaren voot den wereldoorlog gestegen tot meer dan een oil' lioen immigranten per jaar. Het was te verwacli-

len, dat deze instrooming van andere raselementen op den duur niet zonder invloed zou zijn op de samenstelling der bevolking en als gevolg daarvan op het waarde-peil der Amerikanen.

Bovendien deed zich in Amerika meer dan elders voor het probleem der kleurlingen, met name het negervraagstuk. De Mulat, ontstaan door kruising van neger en blanke, werd onherroepelijk tot het zwarte ras gerekend, hoewel hij innerlijk vaak dichter bij den blanke dan bij den neger staat. Het gevolg van deze indeehng was, dat de Mulat door zijn blanke broeders als minderwaardig werd beschouwd, hetgeen tot vele drama's aanleiding gaf. *)

In het bijzonder echter trokken in Amerika de opmerkzaamheid allerlei kakogenetische ^) families en was men opgeschrikt door den noodlottigen invloed, welke uitgaat van een gebrekkigen aanleg op het nageslacht. Onder een kakogenetische familie verstaat men een familie, welke een stroom van minderwaardig, slecht, kiemplasma uitstort onder de menschen, waar tallooze minderwaardige elementen van geslacht tot geslacht als het ware opgestapeld zijn. Deze families danken hun ontstaan aan het feit, dat gedegenereerden niet gemakkelijk een goede (gezonde) huwelijkspartner krijgen. Deze menschen trouwen dan ook vaak met soortgenooten of in familieverband, welke inteelt tot een sterke cumulatie van slechte en misdadige eigenschappen leidt. Op deze wijze ontstaan geslachten, - vs'elke een opeenhooping vertoonen van: dieven, moordenaars, alcoholisten, prostituees, vagebonden, landloopers, armlastigen, onwettig ge­ boreneu, psychopathen, zwakzinnigen, in het algemeen sociaal gederailleerden. Een sprekend maar droevig voorbeeld van een dergelijk geslacht, waar armoede, verwaarloozing, diefstal, sexueele vergrijpen en andere misdadige afwijkingen schering en inslag waren, wordt gevormd door de afstammelingen van een zekere Ada Jukes in den staat New-York. Van de geruimen tijd vóór het jaar 1915 bekende 709 afstammelingen waren:

Onechte kinderen 106 Prostituees 181 Bedelaars en zwervers 142 In het armenhuis 64 Misdadigers 76 Daaronder moordenaars 7 Gezamenlijk aantal jaren gevangenisstraf 161 Publieke ondersteiming 734

Een in het jaar 1915 opnieuw ingesteld onderzoek leverde het resultaat op, dat van 2820 afstammelingen :

de meesten minderwaardig waren (zwakzinnig, lijdend aan epilepsie, blindheid of een spraakgebrek);

meer dan 600 ^prostituees; 41 als misdadiger veroordeeld en in totaal 55 pet. sociaal onbruikbare personen.

De gelden, die deze familie aan den staat New- York in den loop der jaren gekost heeft, werden in 1926 op ruim 2 millioen dollar geschat.

Een ander voorbeeld van een kakogenetisch geslacht is de familie Kallikak*) uit den staat New- Yersey. De stamvader, Martin KaUikak, zelf van goede familie, had in zijn militairen tijd een lichtzinnige vérhouding met een zwakzinnig meisje aangegaan. Het gevolg van deze onwettige verhouding was een buitenechtelijk kind, een zwakzinnige jongen, die een normaal meisje huwde en de oorsprong werd van een groot aantal minderwaardige individuen. Van zijn tien kinderen zijn twee vroeg gestorven, vijf waren zwakzinnig, slechts twee normaal. De kleinkinderen vertoonden hetzelfde beeld. De oudste zoon van den zwakzinnigen vader b.v. huwde een zwakzinnig meisje, dat 15 kinderen kreeg, die bijna allen in meerdere of mindere mate zwakzinnig waren en hun talrijke nakomelingen veel sociale en zedelijke ellende bezorgden. Onder de 480 directe nakomelingen stonden slechts 46 als normaal te boek, de rest bestond uit zwakzinnigen, misdadigers, prostituees, alcoholisten, bordeelhouders en lijders aan vallende ziekte.') . Uit deze beide voorbeelden, welke ^gemakkelijk met andere voorbeelden te vermeerderen zouden zijn, blijkt duidelijk, dat men in Amerika niet zonder reden zich bezorgd maakte over den verderfelijken invloed, die van dergelijke geslachten uitging op de bevolking, afgezien nog van de schatten gelds, die de samenleving voor hen moest opbrengen. En het is dan ook mèt name de bestudeering van deze families, welke leidde tot de beweging voor de verbetering van het geslacht, voor het weren van slechte invloeden op de samenstelling der bevolking en voor het bevorderen van goede invloeden, in één woord: de eugenetische beweging. En deze eugenetische beweging werd op haar beurt mede aanleiding tot het ontstaan van de beweging voor geestelijke volksgezondheid.


1) Dr M. A. van Herwerden: Erfelijkheid bij den mensch en Eugenetiek. Amsterdam, 1929, blz. 12.

2) Prof. Dr J. J. van Loghem: Algemeene Gezondheidsleer. Amsterdam, 1935, blz. 318. ,

3) Geciteerd naar: Dr M. A. van Herwerden: De-beteekenis der Eugenetiek voor de Psychische Hygiëne. .Vefs™ van de vergadering der Ned. Ver. ter bevordering u geestelijke volksgezondheid, 20 Dec. 1930, blz. 4.

4) Zoo mag, om een voorbeeld te noemen, een Mulat niet op een blankenschool gaan, omdat het onderwijs tusschen negers en blanken streng gescheiden is. 5) Zwaar erfelijk belast (in ongunstigen zin).

6) KaUikak, zoowel als de zooeven genoemde familie Jukes, zijn schuilnamen, waaronder deze kakogenetische famihes beschreven zijn.

7) Uit een later wettig huwelijk van dezen zelfden Martin Kalhkak zijn 496 afstammehngen bekend, die allen normale burgers waren (militairen, juristen, artsen, enz.) op driÈ na (3 alcoholisten en één persoon, die zich sexueel misdragen heeft).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 november 1938

De Reformatie | 8 Pagina's

POPULAIR-WETEN-SCHAPPELIJKE SCHETSEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 november 1938

De Reformatie | 8 Pagina's