GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

HET BOEK VAN DE WEEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET BOEK VAN DE WEEK

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De nihilistische Revolutie.

III.

Is er nog redding voor Duitscliland onder deze droeve omstandigheden, en opheffing uit het verval mogelijk? Rauschning is er persoonlijk van overtuigd dat de oppositie, die de dictatuur noodlottig zal worden niet die is van monarchisten, arbeiders of burgers; „zij gaat niet uit van militairen, vaderlandslievende vereenigingen of jeugdbonden, maar zij bestaat alleen in de zedelijke kracht tot verzet die slechts uit den geest van het Christendom kan geboren worden".

De vraag die dan beantwoord moet worden is deze, of de positie van de cliristelijke kerken in Duitschland nog zoo hecht en sterk is, dat daarvan een krachtig verzet in de toekomst verwaclit mag worden.

Bemoedigend zijn de mededeelingen van dezen Duitscher, die meer dan eens acliter de coulissen gekeken heeft en meer dan eens bij beraadslagingen van leidende figuren aanwezig is geweest, geenszins. Hij is zelfs de meening toegedaan dat de ontbinding van het Christendom in Duitschland inwendig veel dieper is doorgevreten dan men van buiten af zou zeggen.

Nu zijn er in de laatste jaren heel wat berichten in liet buitenland verspreid die deden vermoeden, dat de arbeid der kerk op allerlei wijze verhinderd werd. Predikanten werden in conoentraliekampen weggestopt, spreekverboden opgelegd, ambtsuitoefening onmogelijk gemaakt; christelijke jeugdorganisaties ontbonden, verkoop van christelijke lectuur en bijbels aan beperkende bepalingen gebonden. Maar bij dat al bleef de hoop levendig, dat inwendig het kerkelijk samenleven niet ernstig zou zijn aangetast, en dat het geloofsleven in breede kringen krachtig zich zou blijven ontplooien.

Rauschning is op dat punt juist zeer somber in zijn uiteenzettingen. „Niemand, die van de Diiitsche toestanden goed op de hoogte is, zal kunnen ontkennen dat, wat er van een werkelijk christendom nog overig is, steeds meer afzakt in de richting van het dcïsme en zoodoende steeds meer rijp wordt voor vermenging met geloofsartikelen uit de sfeer van ras, volk en bloed. Niet na strijd voor het geloof naar buiten, maar door inwendige ontwikkeling zal het langzaam maai- zeker zoover komen, dat het nu nog officieel aanvaarde Christendom wordt uitgelegd als een Duitschen stamgodsdienst, die niet alleen noodzakelijk is om het moreel in een totalen oorlog op peil te houden, maar ook hulp moet verleenen bij het opruimen van de voormalige maatschappelijke machten." (pag. 94).

De jeugd wordt afgehouden van christelijke jeugdvereenigingen en opgevoed in nationaal-socialistischen, dat is te zeggen, nihilislischen, geest.

Welke funeste gevolgen dit heeft, is vooral In het leger zeel' duidelijk Ie constateereu. ' De schrijver, die meegestreden heeft in den wereldoorlog, wijst er op, dat men in groote krmgen van Duitsche officieren niet slechts oppervlakkige uitlatingen over kerk en christendom, maar dat men er werkelijke vroomheid kon aantreffen. „H'et is moeilijk den buitenstaander een goeden indruk te geven van deze dingen, omdat het christelijk element in het Duitsche officierenkorps schuil ging achter een vorm, dien men zeer wel verklaren kon uit mannelijken tegenzin in het te koop loopen met echte gevoelens; maar ook kon men voorbeelden van nadrukkelijk beleden Christendom aanwijzen in het leger onder invloed bijv. van piëtistische stroomingen bij den Poinmerschen adel. Generaals, die in hun familiekring en zelfs met inbegrip van hun personeel bijbellezing hielden, waren geen uitvinding van „Simplizissimus". (pag. 155).

Deze toestanden zijn nu bij officieren en minderen grondig gewijzigd. De christelijlie geest is zeer sterk achteruitgegaan. Een stroom van jonge menschen is het officierscorps binnengedrongen en tracht den immoreeleii en revolutionairen geest ingang te doen vinden. Deze geest Iaat ziijn ontbindenden invloed gelden. Er heerschen in het

leger de meesl uiteenloopeiide meeningen eai men •wil er de meest verschillende dingen; het Iaat zicih nauwelijks aanzien, hoe men de eenheid zou moeten herslellen onder de gegeven omstandigheden. De ethiek van den soldaat is slechts een formaliteit geworden.

Ludendorff is als een „schuimbekkende Don Qiiichote" het christendom te lijf gegaan en hij lioeft vele navolgers gehad. De leidende nationaalsocialistische figuren hebben met dezen gang van zaken niet slechts genoegen genomen, maar zelfs openlijk of bedekt dit optreden aangemoedigd. Zij hebben blijkbaar niet willen inzien dat de betrouwbaarheid van het leger door het aankweeken van een nihilistische geesteshouding er niet op zou vooruit gaan en dat er in de toekomst groote gevaren van zouden zijn te duchten.

Neen, men heeft ook hier de gelegenheid weer aangegrepen om te sloopen en af te breken.

Want het christendom en de invloed die daar van uitging moest en zou over alle fronten teruggeworpen en gebroken worden. Al zouden de gevaren op ander gebied ook weer vermeerderen, dit zou de leidende élite dan aanvankelijk op den koop toe willen nemen. Men heeft begrepen, dat de christelijke kerk het laatste en hechtste steunpunt was voor de krachten van het herstel. Daarom moest dit bolwerk zoo krachtig mogelijk worden aangevallen en geen middel daartoe ongebruikt gelaten worden. In het leger, in de maatschappij moest er zooveel mogelijk met christelijke normen gebroken worden. Met niets ontziende scherpt© werd telkens weer het gebod uitgevaardigd om de laatste resten van christelijken gemeenschapszin uit te bannen.

Volgens Rauschning moet dit proces doorgaan tot het bittere einde toe. De stichting van een nationale Katholieke kerk is nog slechts ©en kwestie van tijd. De Roomsche kerk moet los gemaakt worden uit het internationale verband waarin het is vastgeklonken. Als dit eenmaal gebeurd is, dan zal de stichting van een nationale kerk ook slechts ©en overgangstoestand zijn. Volledige uitroeiing van het christendom zal noodzakelijk moeten volgen! Rauschning is van meening, dat het bestaan van het christendom goed beschouwd door het nationaal-socialisrae veel grondiger is aangetast, dan door het bolsjewisme.

Misschien dat menigeen nog schrikt als hem een dergelijke uitspraak onder de oogen komt. Dat het nalionaal-socialisme nog scherper koers zou zeUen dan het bolsjewisme, is velen misschien nog te kras gesproken. Staat deze partij 'volgens art. 24 van haar program niet op den grondslag van het „positieve christendom"? Wij hebben echter reeds gezien welke walarde aan dergelijke verklaringen moet worden toegekend. En weer afgaande op de tactiek, zijn we geneigd Rauschning in het gelijk te stellen. De kerk wordt niet met rust gelaten. Het eene privilege na het andere wordt haar ontnomen. Ze kan slechts blijven bestaan inzooverre ze zich onder controle wil stellen van het machtsappai-aat en mee wil werken om de machtspositie van de leidende groep te versterken.

Kan onder deze omstandigheden van het christendom nog iets goeds verwacht worden? Zal de kerk nog „verzamelen" kunnen blazen in den strijd legen dit nihilisme? „Ik ben niet van meening, zegt de auteur, dat de ontwikkeling der dingen in Duilschland snel zal gaan, hoewel dat ook niet is uitgesloten. Maar als het ooit geschiedt zonder dat het land door de volstrekte anarchie heen behoeft te worstelen, dan zal het alleen mogelijk zijn op de wijze der thans reeds levende etiiische oppositie, die in het christendom verankerd is. (p. 122).

Arm land, dat zich in den greep bevindt van dergelijke anti-christelijke machten!

Mogen de christenen zich daar van hun zware roeping bewust zijn en in getrouwheid leven bij het Woord desHeeren! Mogen ze versterkt worden in het geloof en in dezen grooten nood nauw verbonden samen stxijden den goeden strijd dies geloofs!

De lieere zij met de kinderen des Verbonds, die christelijk onderwijs moeten missen, die in nationaal-socialistische organisaties ingelijfd zijn ©n verplicht worden aan allerlei oefeningen mee te doen, die in strijd brengen met Gods geboden; de Heere zij met de dienairen des Woords, die reeds lang verhinderd zijn hun ambtelijk werk te doen en met de predikantsvi'ouwen, die in bewaakte pastorieën in het verborgen leed dragen, en met de gemeenten, waar geestelijke surrogaten opgediend worden; de Heere zij met Zijn kerk in Duilschland in deze moeilijk© tijden, met de mannen, die aan het front strijden, met de vrouwen, die vol zorgen hun gezinswerk doen. Hij geve vastheid in het geloof en in den wandel, en Hij hejpe met Zijn genade al die bekommerde en verslaggen harten. De Heere geve bovenal uitkomst uit dezen nood en Hij doe spoedig normaler tijden aanbreken! Tijden, waarin met de christelijke normen in het leven weer gerekend wordt en Gods ordinantiën geëerbiedigd worden!

En vooral — zij ©r bij ons allen getrouwheid in het beproeven van de geesten. Een wa, airschuwende stem klinkt ©r ook weef uit dit boek.

Moge voortgaande reformatie in de kracht Gods ons volksleven zelfs voor een begin van nihilisr tische revolutie bewaren!

Naschrift. Nadat het eerste artikel, waarin enkele opmerkmgen gemaakt werden over de wijze van bewerking, verschenen was, werden wij door vriendelijke tusschenkomst van één van de lezers van dit blad, in staat gesteld kennis te nemen van de vijfde Duitsche uitgave van dit boek, verzorgd door de Europa Verlag, Zurich—New York.

Vergelijking van deze oorspronkelijke uitgave en de Nederlandsche bewerking doen al spoedig zien dat de verschillen lusschen deze twee inderdaad niet groot zijn. Bet is volkomen te billijken, dat de bewerker een gedeelte van het hoofdstuk: Die Krise heeft wegg©lat©n. Opname van deze stukken zou misschien tot allerlei sensaüoneele beschouwingen aanleiding gegeven hebben en de waardeiering van de rest van het boek verminderd hebben. Trouwens, ook voor de vertaling hebben wij veel lof. Het is geen gemakkelijke opgave het zware Duitsch van Rauschning in vlot Neder-

landsch over te brengen.

H. M.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 november 1939

De Reformatie | 8 Pagina's

HET BOEK VAN DE WEEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 november 1939

De Reformatie | 8 Pagina's