GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

POPULAIR-WETEN-SCHAPPELIJKE SCHETSEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

POPULAIR-WETEN-SCHAPPELIJKE SCHETSEN

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bij Matth. 1 : 1.

Jezus Christus, Abraham's Zaad.

I.

Abraham's geslacht door Christus bepaald.

Mattheüs geeft in het eerste hoofdstuk van zijn evangeliebeschrijving het geslachtsregister van Jezus Christus. Het is zijn bedoeling om weer te geven de genesis, de wordingsgeschiedenis van den Zoon des menschen, om te beschrijven „de wijze waarop Jezus voortkomt uit de historie van Israël". (Grosheide.)

De geboorte van Jezus Christus is uit een geslacht. Zooals een mensch, zoodra hij het levenslicht aanschouwt krachtens zijn geboorte uit een bepaalde moeder en als kind van een bepaalden vader, terstond in verbinding staat met een bepaald geslacht en zich omgeven ziet door een groot aantal familieleden, zoo is Jezus Christus door Zijn geboorte uit de maagd Maria, door het feit, dat Jozef Hem als zijn zoon aanneemt, met een geslacht verbonden, het koningsgeslacht van David. Jezus Christus, Israel's Verlosser, is dus niet een bovenaardsch wezen, dat plotseling temidden van een verbazende en ontstelde wereld zich vertoonde; Hij is ook niet een groote onbekende, die geheimzinnig optreedt, zonder dat men weet van waar Hij komt en wat Zijn afkomst is, maar Hij is uit een geslacht, dat nauwkeurig geregistreerd is. f

God heeft onder het Oude Verbond niet alleen de komst van den Messias aangekondigd, maar er zeer bepaald aan toegevoegd, dat de Verlosser behooren zou tot een nader aangewezen geslacht, dat in Israël bekend en vermaard was, het geslacht van de Vorsten uit het huis van Juda. Dit moest de profeet Nathan in opdracht van den Heere zeggen tot David: Zoo zegt de Heere: Wanneer uw dagen zullen vervuld zijn, en gij met uw vaderen zult ontslapen zijn, zoo zal Ik uw zaad na u doen opstaan, dat uit uw lijf voortkomen zal, en Ik zal zijn koninkrijk bevestigen. Die zal Mijnen naam een huis bouwen; en Ik zal den stoel zijns koninkrijks bevestigen tot in eeuwigheid. (2 Sam. 12, 13.)

Hoewel Mattheüs ér den nadruk op legt, dat Jezus Christus opkomt int een geslacht, aan den anderen kant beklemtoont hij sterk de geheel aparte manier, waarop de naam van den Middelaar op de geslachtsrol moet worden geschreven.

We kunnen het eerste vers van Mattheüs 1 zóó lezen: Geslachtsregister van Jezus Christus, Davids Zoon, die op zijn beurt weer Abraham's zoon is. Mattheüs wil dit zeggen: „Jezus is door David, die zelf zoon van Abraham was, ook zoon van Abraham". (Grosheide.)

Mattheüs handelt hier dus over het geslachtsregister van Jezus Christus, Die door David, Israel's koning, de zoon van Abraham is. De evangelist.voert zeer beslist de geslachtslijst tot Abraham terug.

Toch zal dit opschrift boven de geslachtsrol den Joden vreemd zijn voorgekomen.

Het was gebruikelijk om bij de vermelding van een geslacht natuurlijk den stamvader voorop te laten gaan, om dan vervolgens al de nakomelingen van dezen vader te noemen.

Een geslachtsrol moest aanvangen met, en genoemd worden naar de voorouders.

Het Oude Testament sluit zich bij deze gewoonte aan. Genesis 5 geeft de nakomelingschap van Adam door Seth tot Noach. Toch wordt dit hoofdstuk niet genoemd naar Noach, maar naar Adam. Dit is, zoo luidt de aanvang van dit hoofdstuk, het boek van Adam's geslacht.

In het slot van het boek Ruth wordt weergegeven hoe het huwelijk van Boaz met Ruth ingevoegd wordt in de geslachtslinie, waaruit David geboren zal worden. Ook daar worden niet de geslachten in verband gezet met den nakomeling, maar met den stamvader.

Dit nu, zoo vangt de genealogie aan, zijn de geboorten van Perez: Perez gewon Herzon, enz. (Ruth 4 : 18). Dan volgen de schakels in de opeenvolgende geslachten om over Isai bij David te eindigen.

Zelfs al zou nu eens van deze gewoonte afgeweken kunnen worden, dan zou dit naar de zienswijze van de Joden stellig niet mogen gebeuren bij Abraham's geslacht.

Want Abraham stond bij de Joden, toen Mattheüs zijn evangelie schreef, in zeer hooge eere. Deze patriarch was in de beschouwingen der Joden en in de litteratuur der Rabbijnen langzamerhand tot een soort bovenaardsch wezen uitgegroeid. Hadden de Grieken en Romeinen hun halfgoden en heroën, de Joden hadden de hunne in hun nationalen heros Abraham. Zijn optreden was door vele wonderverhalen en legenden omkranst en zijn graf in Hebron was een soort van bedevaartsplaats geworden (vgl. Kittel, Wörterbuch, I).

Dan moest het, in dit licht gezien, vanzelf spreken, dat, als gehandeld werd over de nakomelingschap van Abraham, deze in eigen persoon vooropging en dat de geslachtslijst naar hem genoemd werd. Mattheüs moest, wilde hij de goede vormen in acht nemen en wilde hij rekening houden met de heerschende meening van zijn tijd, schrijven: het geslachtsregister van Abraham. Was men daarover tot klaarheid gekomen, dan kon verder gedisputeerd worden over de vraag of de naam van den Verlosser nu al in deze lijst kon worden opgenomen!

En toch schrijft Mattheüs: de geslachtsrol van Jezus Christus.

Want Mattheüs schrijft het evangelie. Hij schrijft niet om de Joden te behagen, maar om te bewijzen, dat Jezus is de Christus.

Jezus Christus moet vooropgaan, ook al is dit Schriftoord al dadelijk een ergernis voor de eigengerechtige Joden. Het gaat nu immers niet om den stamvader, aar om Hem, Die het karakter van deze geslachtslijst epaalt.

Mattheüs kan Jezus Christus niet laten opkomen in e schaduw van de groote figuur van vader Abraham, aar hij wil aantoonen, dat Jezus is de Christus, de oon van den levenden God. (Matth. 16 : 16.)

Mattheüs schrijft evangelie. Het geslacht van Abraam wordt inderdaad door Jezus Christus bepaald. Het s niet zóó, dat in het optreden van Jezus enkele kenerkende trekken terug zijn te vinden, die in het groot eeds in Abraham den doorluchtigen stamvader aan-

wezig zijn; ook niet, dat Jezus Christus in Zijn optreden op sommige punten weer afwijkt van Zijn voorvader en dat daaruit Zijn eigen persoonlijkheid vooral valt af te leiden.

Jezus Christus komt wel op uit een geslacht. Hij is Abraham's zaad — maar Hij wordt niet geheel of ten deele verklaard uit dat geslacht. Want Hij is op Zijn beurt zelf de wortel van dat gansche geslacht.

Jezus Christus is van het geheele geslacht van den patriarch de basis, het fundament. En Hij leidt dat geslacht door de eeuwen heen, en Hij doet den eenen stamhouder na den andere geboren worden, opdat in de volheid des tij ds bij de geboorte van Jezus Christus in Bethlehem deze profetie vervuld zou worden, dat uit dat geslacht zou voortkomen Hij, die een Heerscher zal zijn in Israël, en Wiens uitgangen zijn van ouds, van de dagen der eeuwdgheid. (Micha 5 : 1.)

Niet Abraham is er dan eerst, en als gevolg van Abraham's godvruchtig leven de belofte en de komst van Jezus Christus in dat geslacht; maar Jezus Christus is er eerst, en uit Hem is Abraham. Zoo is het naar den Raad Gods. De Zoon van God, Die Zich bereid verklaarde om in te dalen in onze menschelijke levensverbanden, bracht Abraham uit Ur der Chaldeën naar Kanaan en later David op den troon van Israël in de plaats van Saul.

Dat is het wondere van het Kerstfeest: niet dat een kind in de kribbe gelegen heeft als de laatste loot van een oud en vervallen koningsgeslacht, maar dat dat Kind Jezus Christus Abraham eeuwen te voren heeft doen gaan naar Kanaan, en David van achter de schapen gebracht heeft naar den koningstroon in Jeruzalem en Jozef en Maria heeft doen optrekken naar Bethlehem, en dat geslacht van Abraham en dat Koningskind van David in elke eeuw heeft behoed, Godlijk, wonderbaar, zoodat Hij, Die in Bethlehem in groote vernedering geboren zou worden, zou kunnen opstaan als David's Zoon, als Abraham's beloofde Nazaat, om Abraham, den vader der geloovigen, en zijn geslacht te verlossen voor eeuwig.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 december 1939

De Reformatie | 8 Pagina's

POPULAIR-WETEN-SCHAPPELIJKE SCHETSEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 december 1939

De Reformatie | 8 Pagina's