GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VAKWETENSCHAP EN PRAKTIJK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VAKWETENSCHAP EN PRAKTIJK

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

§ 5. „Waarin onderscheidt zich de Christel ij ke techniek? "

Ook het Calvinisme en de techniek?

IV. (Slot.)

De Christelijke techniek laat zich niet omschrijven als die techniek, welke door christenen beoefend wordt. In hun technische actie kunnen de geloovigen nog wel werkzaam zijn volgens het schema van de wereld.

Hiermede wil intusschen niet gezegd zijn, dat de techniek en het geloof van elkaar zijn, of kunnen worden geïsoleerd. Integendeel, de leiding van alle actie berust in laatste instantie bij het geloof.

Nu is er echter tweeërlei geloof, hetzij het waarachtig geloof in den eenigen, waren God of het geloof in den eenen of anderen afgod. En naar deze tweeërlei richting van het geloof wordt alle actie onderscheiden.

In het eene geval wordt het leven, de cultuurarbeid in de techniek, een dienst van God met het geheele hart. In het andere geval ontstaat een cultuurontwikkeling, welke gekenmerkt wordt door de overtreding van de wet Gods. Wel weerhoudt God de complete doorwerking van de zonde-macht. Doch dit neemt niet weg, dat de mensch, die nog in de macht van de zonde is, de techniek leidt in de richting van God af.

De Christelijke techniek kiest haar richting naar den Christus heen, naar Hem, die is zoowel de Schepper als de Herschepper, ook van de techniek. De technicus, die in de techniek geloovig, d.i. gehoorzaam werkzaam is, richt zijn blik op Hem, door Wien en tot Wien alle dingen zijn gemaakt, terwijl het Woord Gods voor hem de norm, het goddelijk richtsnoer is, dat leiding geven moet. Uit Gods Woord zal de Christelijke technicus de beginselen afleiden, welke hij in de techniek heeft te positiveeren.

Praktisch beteekent dit b.v., dat de Christelijke techniek zal zoeken te bevorderen het zoodanig maken van werktuigen, gereedschappen, kortom van technische dingen, dat de mede-mensch, die er mee zal moeten werken, zijn arbeid kan vemchten zonder aantasting van de menschelijke waardigheid. De Christelijke techniek moet als een van haar idealen zien, het voorkomen van de verstoring van de harmonie in het menschelijke leven, voorzoover die o.a. door ééntoonigen, geestdoodenden arbeid met de machine kan worden gewerkt. Veelal worden de producten van techniek reeds als voltooid beschouwd, wanneer de technische werking is bereikt, doch eveneens moet de aandacht gewijd aan de tegelijk aanwezige overige subjects- en objectsfuncties van het ding.

Zoo zal een auto pas dan technisch af zijn wanneer ook de stuur- en reminrichting b.v. voldoende zijn, zoodat er veilig mee kan gereden worden; is de uitvoering van een waterbouwkundig project pas dan geoorloofd, wanneer niet alleen de technische bezwaren zijn onderkend en althans theoretisch opgelost, doch tevens ook de bevoegde instanties van oordeel zijn, dat o.a. de sociale en economische aspecten zijn op te lossen in overeenstemming met de voor deze zijden van het leven geldende normatieve beginselen.

Hoewel de producten van de techniek worden gekarakteriseerd door de bestemmingsfunctie en de techniek zal trachten de dingen zoo goed mogehjk te laten beantwoorden aan hun functie, zal toch de Christelijke techniek tegelijk het juiste verband willen leggen tusschen de bestemmingsfunctie eenerzijds en de overige functies anderzijds. Alle technische arbeid, ook die welke beoogt de efficiency, kan pas dan Christelijk genaamd, wanneer zij er in slaagt de dingen zoo te maken, dat zij alle zijden van het leven welke zij daarmede ontsluit, ontplooit in overeenstemming met heel Gods wereldorde.

Dit is in beginsel slechts mogelijk, wanneer de technicus zich in heel zijn actie laat leiden door het Woord van God, God dient, en de afgoden in de techniek, als daar zijn het rationalisme, de autarkie, het geld of soms de werkgever, bestrijdt. De diepste intentie van den Christelijken technicus moet wezen de bevordering van het Koninkrijk Gods.

§ 6. „Wat staat den Christel ij ken technici te doen? "

Zoo de Christelijke technici al individueel of mogelijk in groepsverband, pogen de techniek te beoefenen in de aangewezen richting, een eigen stijl kan niet geconstateerd. Het onderscheid waarover in de vorige paragraaf werd gehandeld, laat zich in de praktijk moeilijk of in het geheel niet vinden.

Dit feit laat zich alleen verklaren doordat de Christelijke beginselen, die ten grondslag Uggen aan de Christelijke cultuur, niet meer door allen, die dezen zouden moeten concretiseeren, gelijkelijk worden aanvaard en erkend. De basis waarop een eigen stijl moet worden opgetrokken, ontbreekt in dezen tijd, waarin van een algemeen erkende levenshouding geen sprake is. Daarom is allereerst noodig, zal de techniek in eigen stijl worden ontwikkeld; willen de Christelijke technici komen tot een concrete Christelijke techniek, dat in onderwerping aan het gezag van de Heilige Schrift de Christelijke beginselen weer worden bloot gelegd. Tot een waarachtig Christelijke levensbeschouwing m.oet worden opgevoed. Het verband moet gelegd tusschen de beginselen, welke de Schrift openbaart, en de techniek. De wijze waarop de Christelijke beginselen kunnen worden geconcretiseerd in de techniek, rnoet worden onderzocht.

Dit beteekent, dat de technici hun vak, hun beroep stellen onder de ordinantiën Gods.

De opleiding van de technici, de lagere middelbare en eveneens de hoogere dient gebracht onder het beslag van Gods Woord. Christelijke ambachts- en middelbare technische scholen worden door het beginsel gevorderd. Ook het technisch hooger onderwijs onderwerpe zich, in al haar vertakkingen, aan de bevruchting van de Christelijke belijdenis. Het is noodzakelijk, dat ingenieurs en studenten in de technische wetenschap, meer aandacht schenken aan de principiëele vraagstukken inzake en omtrent de techniek, dan tot dusver wel blijkt. Zij zijn het, die thans of straks leiding hebben te geven aan de technische ontwikkeling. Hoe zullen zij dat kunnen in overeenstemming met de Christelijke geloofsovertuiging, indien de opleiding z.g. „neutraal" Was; of wil men „normaal", in tegenstelling tot de Christelijke technische v/etenschap?

Dat ook de verschillende organisaties van Christelijke technici zich van hun roeping bewust worden. 0ij hebben een groote taak te vervullen, zoowel t.a.v. het vak als het onderwijs in de techniek. Hün arbeid vooral kan er toe bijdragen, dat het juiste verband wordt gelegd tusschen het geloof en de techniek, in-

dien het besef levendig is, dat ook deze arbeid moet verriclit uit het geloof in gehoorzaamheid aan het Woord, Hem ter eer.

De Christelijke technici zullen zich beijveren de techniek te aanvaarden als een religieuze aangelegenheid. Dan gaan zij uit het Woord van God de normatieve beginselen voor de techniek afleiden en deze concretiseeren. 'Wordt ook de historie van de techniek getoetst aan deze beginselen. Niet uit liefhebberij, doch krachtens goddelijke roeping.

§ 7. Slotbepalingen.

Met het hier gebodene, slechts betreffend hetgeen in verband staat met wat techniek ook werkelijk is, n.l. het voortbrengen van de materiëele dingen, is geen volledigheid bereikt. Tal van vragen blijven onbeantwoord en op meerdere werd geen afdoend bescheid gegeven.

De moeite, besteed aan de ondernomen poging, zou «chter reeds rijk beloond zijn, indien de gegeven uiteenzetting vruchtbaar zou zijn in de levenspraktijk van die technici, die gelooven, dat het de Schriftuurlijke beginselen zijn, die hun gedrag moeten bepalen; en kon het zijn, meerderen zich aan rustige overweging € n nauwkeurige formuleering van het aangesneden onderwerp zouden wijden.

Verder mag deze poging slechts worden beschouwd als een eerste stap op den weg, waarin het verband gelegd wordt tusschen het Calvinisme en de techniek, naar al haar aspecten. Er moet nog veel studie gemaakt, eer duidelijk is hoe het Calvinisme het verband ziet tusschen b.v. de techniek en den handel, de industrie, het bedrijf, het sociale leven, de kunst, kortom heel het maatschappelijke leven. De toepassing van de techniek, het aanwenden van de technische mogelijkheden is toch ook gebonden aan bepaalde normatieve beginselen. Heel de techniek moet gezien in het licht eener Christelijke cultuurbeschouwing.

Dat allen, die tot positieven opbouw in deze richting bekwaam zijn, hun aandacht wijden aan deze zijde van het vraagstuk. De eere Gods vordert het.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 juli 1940

De Reformatie | 8 Pagina's

VAKWETENSCHAP EN PRAKTIJK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 juli 1940

De Reformatie | 8 Pagina's