GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

OPVOEDING EN ONDERWIJS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

OPVOEDING EN ONDERWIJS

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Vrije Universiteit.

Telkens komt de vraag naar voren, wat onze houding dient te zijn ten opzichte van de Vrije Universiteit. Het komt me voor, dat het eisch van eerlijkheid is, de kwestie onder oogen te zien.

Wat is de situatie? Het zal toch wel heel moeilijk zijn, om vol te houden, dat we te doen hebben met een Universiteit, waarin ruimte is voor de studie op den grondslag van de Gereformeerde beginselen met al de spanningen, die daaraan verbonden zijn. Immers, de Hoogleeraren van de Theologische Faculteit hebben zonder uitzondering meegewerkt aan het tot stand komen van besluiten, waardoor de Gereformeerde kerk toch wezenlijk tot een Kuyperiaansche secte geworden is. Dat zullen deze Hoogleeraren toch Ook wel aanvaarden voor hun Theologische , '5tudie. De Theologische ontwikkeling aan de Vrije Universiteit is alleen maar mogelijk op de basis Van de Dooptheorie van Dr A. Kuyper. Voor andere theologische inzichten is aan de Vrije Universiteit geen plaats. Het sectarisch karakter is zoo reeds op de Universiteit overgebracht. Het is dwaasheid een Universiteit mee in leven te helpen houden, die in haar bestaan sectarisch is bepaald.

Daar komt bij, dat we toch altijd rekening hebben te houden met het feit, dat de Theologische faculteit - an de Gereformeerde kerken in synodocratisch verband gebonden is. Die kerken houden daar toezicht, krachtens overeenkomst van Universiteit en kerk. Dat toezicht wordt geoefend door daartoe benoemde deputaten. Daartoe behoort dus, dat die Deputaten hebben toe te zien, of er iets geleerd wordt, dat in strijd zoü zijn met de door de Synode genomen besluiten. Dat mogen die Hoogleeraren niet, krachtens hun lid zijn van de kerk. Dan zijn ze censurabel., Men zal toch ambtsdragers niet anders behandelen dan Hoogleeraren, wier invloedssfeer m het geheel van de kerken zoo groot is. Dat mogen die Hoogleeraren ook niet krachtens het verband, dat er bestaat tusschen kerk en Universiteit.

Zoolang de Universiteit dat verband niet breekt, moeten we ons dus terdege realiseeren, dat er voor de Vrijgemaakten aan de Universiteit geen plaats is. Ook daar zijn ze uitgestooten. Wie dus steunt, steunt een Universiteit, die hem eerst uitstoot en daarna zijn geld accepteert. Dat moet de Vereeuiging voor Hooger onderwijs onwaardig zijn.

Het is dringende eisch, dat de Vrijgemaakte kerken zoo spoedig mogelijk de zaak van de opleiding tot den Dienst des Woords krachtig ter hand nemen. De Theologische ontwikkeling mag niet stopgezet worden. Gelukkig heeft- de Heere het pogen verijdeld om de Theologische ontwikkeling sectarisch te binden. Ik vrees, dat van de Vrije Universiteit niets meer te verwachten is. We wachten af, of ze het verband met de kerken in Synodocratisch verband handhaaft.

Maar deze dingen hebben toch ook te maken met andere faculteiten. Ik wijs op een paar dingen. Een Universiteit is toch organisch één. De binding van één aculteit moet toch ook gevolgen hebben voor de andere faculteiten. Immers, wanneer Curatoren en Direceuren (kunnen vrijgemaakten soms in die functies woren benoemd? ) vasthouden aan een ongoddelijke bining van één der faculteiten en ze zien dat als juist, dan oeten ze dat ook van invloed doen zijn op de andere aculteiten. Het gaat niet aan een binding hier te erennen en daar te miskennen.

Daarbij komt; de Hoogleeraren zijn als kerklid gebonden aan de toesluiten van de Synode. Daar is toezicht op. De Hoogleeraren zijn ook in hun wetenschappelijk wer-1 ken kerklid. We moeten eens goed lezen het zesde van de laatste besluiten: Dat uit het karakter van de leeruitspraken, waarin de Synode met haar door Christus verleende profetische autoriteit optreedt als vanzelf voortvloeit, dat inzonderheid de ambtsdragers aan haar gebonden zijn, zoodat een afzonderlijke opzettelijke eisch van instemming in der» regel niet noodzakelijk en zelfs overbodig is, maar dat onder bijzondere omstandigheden het stellen van zulk een speciale eisch geboden kan zijn. Ik heb het woord inzonderheid onderstreept. Dat is handig daar neergezet. Nu heeft men tenminste ook vat op invloedrijke gemeenteleden. Wat wil dat zeggen: ik noem maar één voorbeeld: er zou over te schrijven zijn, of het verkeerde theologisch inzicht van Dr A. Kuyper voor een deel, misschien voor een groot deel niet te verklaren is uit het verstrikt zitten in de grondstellingen van een verkeerde, wijl onschriftuurlijke wijsbegeerte. We waren verheugd, dat aan de Vrije Universiteit er bezinning kwam en opgroeide een Calvinistische wijsbegeerte. Daardoor zouden de fouten, ook Theologisch gemaakt, misschien duidelijk worden. Dat kan nu niet meer, want ook in de ontwikkeling van die Calvinistische wijsbegeerte zijn de Hoogleeraren aan die leeruitspraken gebonden. Het zijn immers beslissingen krachtens profetische autoriteit, door Christus verleerid, aan die Synode. Dat is maar geen kleinigheid. Hoe men het klaar krijgt, dat Christus profetische autoriteit verleent tot een uitspraak waar over tot in Synodocratische kringen alle mogelijke misverstand heerscht en waarin dus de duidelijkheid ten eenenmale zoek is, is een zaak, die men daar maar moet uitmaken. Maar ook de ontwikkeling van die Calvinistische wijsbegeerte is aan de Vrije Universiteit aan die leeruitspraken gebonden en vindt daarin dus een geweldige beperking. Naar mijn overtuiging zit hierachter, dat het verboden is de invloed van bepaalde Aristotelische grondstellingen te breken. Het sectarisch karakter van de Uniersiteit reikt verder dan alleen de Theologische faculeit, voor wie de beslissingen van de Synode goed leest. ie beslissingen gelden in hun consequenties óók de oogleeraren Dooyeweert en VoUenhovenl. Door lid te lijven van de kerk in Synodocratisch verband betuigen ze hun instemming met deze leerbeslissingen. Ze zullen toch als kerklid niet clandestien te werk willen gaan. Ze zullen toch ook niet willen wachten, tot men het hun lastig maakt. Dat is een kerklid onwaardig. Hij moet zich weten te openbaren als een waarachtig kerklid, die eerlijk in HEEL zijn leven met de door zijn Synode genomen besluiten rekening houdt. Daarbij komt ook: er is nog een rechtskwestie. De Hoogleeraren - van de Juridische faculteit leggen zich neer bij het in de kerken geschonden recht. Ja meer: twee Hoogleeraren, waaronder één van de Juridische faculteit dienen een kostelijk protest waardevol, stevig in zijn argumenten in bij de Synode tegen de rechtsverkrachting. Ze krijgen nul op hun bezwaarschrift. Immers: dit is nul, wanneer een Synode zegt: we kunnen het hebben van bepaalde rechtsbeginselen wel dulden in de kerk, els daar maar niet de verlichting uit voortvloeit, dat de kerk naar die rechtsbeginselen zal handelen. (Wonderlijk recht, dat alleen een theoretisch bestaansrecht heeft). Hoewel hun bezwaarschrift geen vrucht afwierp, welnu, dit is toch de klare situatie, de Heeren berusten in het onrecht en laten toe, dat huns inziens ten onrechte Professoren en dienaren des Woords van de ambtsbediening worden uitgestooten. uist omdat er een Juridisch Hoogleeraar bij was, hadden' we zoo gehoopt, dat althans daar, het handhaven van onrecht gebroken zou worden.

Het is droevig deze dingen te moeten constateeren. We waren in de Vrije Universiteit boven andere landen rijk gezegend. Deze Universiteit heeft heelemaal tegen de bedoelingen van haar stichter in dat eerste woord „Vrije" verloochend in velerlei opzicht. Ze staat niet meer in de vrijheid, die daar is in Christus Jezus onzen Heere. Ze heeft zich in haar Theologische faculteit laten binden door noodlottige leerbeslissingen en ze heeft Hoogleeraren, die voor verreweg het grootste deel arme gebonden schapen van de kudde van den Heere Jezus zijn, ook in hun wetenschappelijk werk, zullen ze althans eerlijk zich als kerklid openbaren, gebonden. Zoo heeft ze haar eere, van te zijn Vrije Universiteit, ingeboet. Zoo kunnen we die Universiteit alleen steunen, indien ze klaar en duidelijk laat zien, dat ze zich losmaakt van die ongoddelijke bindingen; en ook van verkeerde rechtsbeginselen, op het terrein van de kerk. En dan klaar en duidelijk. Ons Gereformeerde volk heeft er recht op te weten, waar ze met de Universiteit aan toe is.

Is er dan geen groote nood? Missen we dan niet het rijke bezit van een Universiteit op Geref. grondslag? Dat missen we zeker, maar we zijn niet tot bezit gekomen om een sectarische universiteit te steunen die voor de ontwikkeling van het Gereformeerde leven alleen maar gevaarlijk is, wijl kerkontbindend. We houden immers vast aan de uitspraak in de acte van vrijmaking, dat de opvattingen van Dr A. Kuyper, inzake doop en verbond leer-verderfelijk zijn.

Ik ben er van overtuigd, dat sommigen weer zullen smalen; moet dan alles kapot? Ik zeg weer: Wij hebben dit alles niet gewild. Schilder heeft uit den treure gewaarschuwd: doe het niet. Men had al deze consequenties kunnen en moeten overzien en men had op zijn schreden moeten terugkeeren, toen al deze consequenties voor den dag kwamen. De Synode heeft niet één stap teruggewild. De verklaring van Amsterdam, de verklaring van Ds Veenhof, het heeft alles niet gebaat. De uyperiaansche binding moest en zou het winnen. Nu moet men ook aanvaarden de overal, ook op het terrein van de Universiteit aangerichte ruïne. We houden de eeren alleen aan hun eigen woorden. We willen die woorden ernstig nemen, maar er dan ook ernstig naai handelen.

We dringen aan op een klare houding van de Universiteit. Op een duidelijke uitspraak. Is er in den vollen zin voor de Vrijgemaakten plaats aan de Universiteit, niet om er te komen studeeren en zoo , , genezen" te ordeh, maar is er voor hen invloedssfeer? Dat moeten e duidelijk weten. Wë mogen hier niet in den mist willen leven

Voorloopig hopen we, dat de Theologische ontwikkeling niet meer gebonden zal zijn aan de opleiding aan de eenmaal „Vrije", nu in alle opzichten gebonden Universiteit: dat het niet meer noodzakelijk zal zijn Doctoren in de Theologie daar vandaan te halen, maar dat de heologische Hoogeschool, de wettige dan, vrijgemaakt door het erkennen van het promotierecht uit haar eigen school hoogleeraren kan recruteeren. In geen enkel opicht binding meer aan deze Universiteit!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1945

De Reformatie | 8 Pagina's

OPVOEDING EN ONDERWIJS

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1945

De Reformatie | 8 Pagina's