GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Sju- en sjeu-sjoernalistiek.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sju- en sjeu-sjoernalistiek.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Overijselaars en Drentenaren worden nog altijd voorzoover ze niet • den blinddoek afwierpen) voorgelicht door een synodocratisch orgaan, geheeten „Gereformeerd Kerkblad", en geredigeerd door de heeren Impeta en Vellenga.

Eerstgenoemde heeft onlangs van laatstgenoemde den „humor" geconstateerd. Humor is „vocht"; tenminste „in het oorspronkelijke". Van „vocht" kwam de schrijver op „saus". Van „saus" op een bepaalde saus, die hij „sju" noemde. „Sju" maakt het eten smakelijk — tenminste als ze goed is. En dr Impeta vond die sju van zijn collega maar wat goed.'

Nu, van „sju" worden de Overijselaars en Drenteren rijkelijk, bedeeld, 't Gevalletje-Ridderbos (Dr H. N.), waarover de heer P. Groen en ds J. Groen schreven, werd óók al onder de rubriek humor = sju ondergebracht, ditmaal door ds Vellenga: als er zoo iets over het hangende varken gezegd zou zijn, welnu, humor, meneeren! Sju, nóg een schepje?

Deze week wordt het in synodocratische kringen verneembare geroep tegen de professoren-ter-synode van zijn ietwat verontrustend effect ontdaan door een citaatje van ondergeteekende. Ik raak in de mode — bij de sju-sjoernalistiek. Als 't om profeteeren gaat is ze me evenwel grandioos vergeten.

Natuurlijk is de sju-sjoernalistiek sjeu-sjoernalistiek. D.w.z. journalistiek van spel. Toen destijds een diplomaat in Bloemendaal een mislukte poging waagde, om van de professoren ter synode bepaalde menschen, die hem lastig waren, van de permanente uitnoodiging uitgesloten te krijgen, maar zelf als kerkrechtman(!) met zijn maar al te vlotte vakgenooten altijd ter synode te kunnen zijn, heb ik gezegd: niet

een keus doen uit de professoren, en vooral geen Kuyper-keuze. Natuurlijk zou ik dat nóg zeggen. Maar dat heeft natuurlijk niets te maken met de huidige kwestie, , die men overigens alleen ginds heeft. En natuurlijk wéét de sju-humorist ds Vellenga dat ook wel. Maar hij kan zijn diplomaten maar niet kwijt, — dat blijft zijn ongeluk.

De diplomaat van daarstraks heeft nog beleefd, wat hij toen beoogde: twee lastige professoren zijn tenslotte toch weggestuurd.

En daarna begon de misère voor de kerken eerst recht. Après lui Ie deluge. Het waren juist de twee, die de Gereformeerde Kerken hadden kunnen helpen tegen het droeve en ondoordachte doen der anderen. Met argumenten — die niemand weerlegd heeft.

Hier — d.w.z. in die laatste zinnetjes — zit geen druppel „sju". Ze zullen den heeren Vellenga en Impeta vast niet smaken, 't Is ook geen „sjeu", maar bittere ernst. De heeren mogen gerust al hun sjukommen uitstorten over die zeer „pedante" zinnetjes. Het zal me koud laten. Want ik weet, dat ze waar zijn. En ik walg van alle zeer lichte kost, die nooit profeteert, en het volkje maar dom houdt. En ik verzeker hun, dat alle sju-sjeu-sjoernalistiek het op den duur aflegt. Men kan Gods Kerk niet onophoude­

lijk met moppen voeden.

K. S.

KORTE BESCHOUWING van het ontstaan der Stichting voor de Financieele verzorging van de Opleiding tot den Dienst des Woords in de Geref. Kerken in Nederland (Vrijgemaakt naar art. 31 K.O.).

Op de 26 October 1944 gehouden vergadering van de Classis Groningen der Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt naar art. 31 K.O.) werden o.m. ook Deputaten benoemd voor de Opleiding tot den Dienst des Woords. Deze Deputaten stelden zich in verbinding met Ds D. van Dijk alhier. Curator der Theologische Hoogeschool en Prof. Dr K. Schilder, welke laatste toen in Groningen woonachtig was, teneinde te komen tot een zoo spoedig mogelijke voortzetting van den arbeid der beide na de vrijmalcing overgebleven professoren Greijdanus en Schilder.

' _ Men was er zich ten volle van bewust dat de regeling van heel deze materie niet tot de competentie van de Classis Groningen (later Classis voor het Noorden) behoorde, doch door een Generale Synode behoorde te geschieden.

Er kon echter niet worden gewacht tot een Generale Synode zou zijn bijeengeroepen en ook was er geen mogelijkheid om zich met de kerken in andere deelen des lands te verstaan, terwijl toch handelend moest worden opgetreden. Er was dus dringende noodzaalc om aan de Classis te adviseereh Deputaten te machtigen in dezen het initiatief te nemen, onder het voorbehoud dat alles wat ten dienste der Opleiding nuttig en noodig werd geacht later zou worden onderworpen aan het oordeel _ van de eerstkomende Generale Synode.

Na ernstige en .herhaalde besprekingen, waaraan ook Ds van Dijk en Prof. Dr K. Schilder deelnamen en ingewonnen advies van den rechtskundigen adviseur der Classis, Mr J. C. Hummelen, zoomede van den heer G. H. Smits, privaat-docent in het fiscaal recht aan de Universiteit alhier, werd op voorstel van Deputaten door de Classis besloten tot het in het leven roepen van een „Stichting voor de financieele verzorging van de Opleiding tot- den Dienst des Woords in de Gereformeerde Kerken ip Nederland (vrijgemaakt naar art. 31 K.O.)", als bestuur waarvan de door de Classis benoemde Deputaten zijn opgetreden.

Men achtte dezen vorm het meest gewenscht omdat de organisatie van het leven der vrijgemaakte kerken zich nog in het allereerste stadium van voorbereiding bevond, de classis Groningen (voor het Noorden) een vo'orloopig karaltter droeg en het noodzalielijk was een rechtspersoon aan^ te wijzen, welke legaten en schenkingen voor de Opleiding zou kunnen accepteeren, terwijl ook rekening moest worden gehouden met het feit dat aan de vrijgemaakte kerlten den naam Gereformeerde Kerken wordt betwist. Een stichting is een geheel zelfstandig lichaam, welker positie en te verkrijgen activa niet door eenige rechterlijke uitspraak inzake de kerkelijke quaestie worden bedreigd.

Teneinde verband te leggen tusschen de Stichting en de kerken.zijn in de Stichtingsacte enkele bepalingen opgenomen, welke aan de Gereformeerde Kerk te Groningen (vrijgemaakt naar art. 31 K.O.) bevoegdheden verleenen inzake de benoeming en het ontslag van haar bestuursleden-Deputaten. Ds D. van Dijk, Prof. Dr K. Schilder en de Classis meen- . den, de deskundigen gehoord, op deze wijze de belangen der kerken inzake de Opleiding het best te dienen, zich daarbij telkens weer ten volle rekenschap gevende van het feit dat de wijze waarop deze zaak geregeld werd, een voorloopig karakter droeg. Het besluit om een stichting te vormen is dus feitelijk uit den nood geboren en van meetaf niet anders dan als een noodmaatregel bedoeld.

Gelijk haar naam aanduidt, is het doel der Stichting, in de hierbij gevoegde stichtingsacte nader omschreven, de financieele verzorging van de opleiding tot den Dienst des Woords op zich te nemen door te voorzien in de huisvesting der Theologische Hooge- • school en wat daarmee verband houdt, de betaling der salarissen van professoren etc. Uitdrukkelijk is door de Classis voor het Noorden uitgesproken dat de bemoeiingen der Stichting op geenerlei wijze prejudiciéeren op de rechten der Vrijgemaakte kerken ten opzichte van het gebouw der school ca. te Kampen en deze kerken haar pretentie, de wettige voortzetting te zijn van de Gereformeerde Kerken in Nederland daarmede allerminst prijsgeven.

De Stichting voornoemd is op 18 Dec. 1944 in het leven geroepen. Haar Bestuur wordt gevormd door de broeders J. A. Mulder, Sappemeer, voorz., J. D. Oosterom, Helpman (Groningen), secretaris, C. Lettinga, Groningen, penningmeester, H. Oosterhuis Noordwolde en J. R. Wildeboer, Hoogkerk.

Terwijl het in de bedoeling ligt de opbrengst der collecten, zoomede die der contributies, voor de financiermg der loopende uitgaven tè bestemmen, werd na goedkeuring door de Classis, besloten een Steunton ds te vormen door van de leden der kerken een bijdrage ineens te vragen, waarbij als globale aanwijzing voor het bedrag dat van elke gemeente gevraagd wordt, een bedrag van f 2.—• per lid genoemd werd. De meeste kerken in het Noorden hebben ten behoeve van dit Steunfonds bereids een actie gevoerd met het resultaat dat thans, einde Dec. 1945, uit dien hoofde een bedrag van rond f 70.000 is bijeengebracht, voornamelijk door de Kerken in het Noorden des lands.

Ter voorziening in de benoodigde accomodatie voor de colleges der professoren zijn onlangs bij notarleele acte alle activa en passiva van de Vereeniging tot Stichting en Instandhouding van een Hospitium voor Studenten aan de Theologische Hoogeschool te Kampen, gevestigd te Kampen, overgenomen, waardoor onze Stichting in het bezit is gekomen van een groot en doelmatig gebouw, met welke transactie een bedrag van rond f 50.000 gemoeid is, dat geheel uit eigen middelen kan worden betaald. Dit gebouw zal in overleg met Curatoren en Professoren worden gerestaureerd en een waardige huisvesting zijn voor de opleiding onzer toekomstige predikanten.

Hoewel de bestuursleden der Stichting het hun door de Classis voor het Noorden gegeven mandaat ter beschikking stelde van de op 16/17 Oct. '45 gehouden Generale Synode te Enschede, heeft deze hen verzocht voorloopig hun functie in samenwerking met Curatoren te willen blijven waarnemen, terwijl zij voorts aan alle Vrijgemaakte Gereformeerde kerken heeft verzocht de opbrengst der collecten, contributies, bijdragen etc. aan de Stichting te willen afdragen teneinde op deze wijze leen inzicht in de financieele mogelijkheden voor de Opleiding te kunnen verkrijgen

Namens de Stichting voornoemd,

C. LETTINÖA.

Groningen, 31 Dec. 1945.

In aansluiting met het bqvenstaande moge aan alle kerkeraden worden verzocht de voor de Opleiding bestemde gelden — collecten, contribution, bijdragen ineens etc. — per bank over te maken aan de bankrelatie der Stichting te Groningen, de Coöp. Gronipgsihe Boaz Bank, ten name van de Stichting voor de Financieele verzorging van de Opleiding tot den D'enst des Woords in de Gereformeerde Kerken in Nederland (vrijgemaakt naar art. 31 K.O.), onder vermelding van den aard _ der gestorte gelden (collecten, contributies, bijdragen votor het Steunfonds, giften, etc).

Alleen wanneer alle kerken de voor de Opleiding bijeengebrachte gelden aan de Stichting afdragen, kan een overzicht der beschikbare middelen worden verkregen, hetgeen voor een goede en verantwoorde financieele verzorging van de Opleiding tot den Dienst des Woords dringend 'noodzakelijk is.

Namens het Bestuur der Stichting voornoemd.

' C. LETTINGA, penningmeester.

Groningen, Januari 1946.

NASCHRIFT. In antwoord op mij gestelde vragen, gebruik ik deze gelegenheid om erop te wijzen, dat LEGATEN ten behoeve van de opleiding kunnen worden vermaakt aan de Stichting, hierboven bedoeld Men gebruike den officieelen naam (gelijk hierboven

vermeld).

K. S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 januari 1946

De Reformatie | 8 Pagina's

Sju- en sjeu-sjoernalistiek.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 januari 1946

De Reformatie | 8 Pagina's