GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT HET POLITIEKE EN SOCIALE LEVEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT HET POLITIEKE EN SOCIALE LEVEN

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE TYRANNIE VERDRIJVEN.

Revolutie op Java en crisis van IMederlands gezag.

I.

DE SHOW.

Toen op 8 Maart 1942 het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger capituleerde, of, zooals de toertmalige legercommandant Ter Poorten zich in orakeltaal uitte, „ophield als eenheid te bestaan", was dat niet het einde van een epos.

De weken, welke onmiddellijk voorafgingen aan de Japansche invasie op Java, leven voort in de herinnering van ieder, die het van nabij moesit meemaken, als een bange spooknacht.

Men kan niet spreken van maatregelen, welke toen getroffen werden. Er zat geen regel in en het geheel bleef ver beneden de maat. Het wasi al order en tegenorder. Ieder giste, vermoedde, opperde, maar niemand wist.

de, maar niemand wist. Toen kwam de vijand!

Hij landde waar hij verwacht werd.

„Er was in die dagen geen koning in Israël. Een iegelijk deed wat goed was in zijn oogen."

Hier de tactiek van de verschroeide aarde: men brandde alles plat, zelfs voedselvoorraden, bakkerijen enz. enz venüelingsbrigadfin werden vandalenhorden.

Elders een „sauve qui peut", met achterlating van alles.

Ginds meende men te moeten stand houden tot hst uiterste.

In Bandoeng dansten vele „leidenide" figuHen tot het uiterste

Genoeg hierover, den verantwoordelijken leiders treft blaam op blaam.

Vele Nederlanders hebben zich geschaamd en zich afgevraagd: Moest dat nu zoo?

Die vraag is daarna duizeudmaal herhaald in de krljgsgevangenkampen: Moest dat nu zoo?

Later heeft men beweerd, dat heel het krijgsbedrijf in Indië maar een show was. Om de Jappen hderfheen te lokken en zoo Australië te redden. Enzoovoort. Ja, hier en daar duikt het verhaal op, dat het geheel een plan was van hooge strategie.

dat het geheel een plan was van hooge strategie. Wie zich dat wil laten wijs maken, ga gerust zijn gang.

In ieder geval bHjft dan nog de show!

En dat die zeer slecht was, zal geen denkend wezen kunnen ontkennen onder degenen, die moesten medespelen.

De toeschouwers, dat wajren de millioenen bewoners van het eilandenrijk. Daar Ihadden de regisseurs dn ieder geval om moeten denken. Tenminste, ieder verwachtte toch, dat het gezelschap later nog eens zou moeten optreden. Na den oorlog!

MAGIE VAIM MERDEKA.

De Nederlandsche pers is in dezen tijd van papierschaarschte niet karig ten opzichte van Indië. Wie echter, als ex-Krijgsgevangene, ergens in dit eilandenrijk, gedoemd is tot welhaast machteloos toeschouwen, vraagt zich af, waar opeens al die Indische experts vandaan komen.

Het antwoord is niet moeilijk, als men kennis neemt van wat een groot deel der scribenten ten beste geeft. Hier zijn theoretici aan het woord en ze komen dan ook niet veel verder dan wat fraseolpgie over vrijheid, nationale bewustwording, nationalisme en (natuurlijk gehaat) koloniaal beleid.

Het schijnt voor deze heeren als een paal boven water te staan, dat Indië vecht voor vrijheid („merdeka", zeggen zij).

Wat we onder vrijheid hebben te verstaan wordt niet recht duidelijk, als men meent, dat het in handen hebben van de teugels van het bewind daaraan inhaerent is.

Dan zou de Nederlander, die zich in den vreemde vestigt, nooit vrij zijn.

Dan was onze vrijheidsoorlog vóór 1581 geen vrijheidsoorlog en dan was Willem van Oranje niet „vrij, onverveert", want hij eerde den , , Koning van Hispanien".

Vrijheid staat op hooger plan. Vrijheid is daar, waar de rechten van den mensch geëerbiedigd worden. Vrijheid is altijd gebonden aan wetten. Zonder die wetten ontaardt ze in anarchie en dat is het tegendeel van vrijheid: de mensch slaaf van zijn hartstochten.

Menschen zijn onvolmaakte wezens, zondaars! Menschen, ook de „edelste", moeten beschermd Worden, allereerst tegen zichzelf.

Ook daarvoor stelde God de Overheid in.

Als in Indië de roep „merdeka" klinkt, is het valsche waan aan te nemen, dat nu voor Nederland

de tijd is aangebroken om afstand te doen van zijn souvereine rechten.

Het is, gezien in het licht van de gebeurtenissen op Java en Sumatra, veeleer een roep om gezag. Deze menschen moeten beschermd worden tegen zichzelf.

Ik las in een artikel in „Vrij Nederland" van 13 AprU j.l. (overgenomen in „Uitzicht" d.d. 8 Mei, uitgave van de R.V.D. te Batavia), dat die merdekaroep magische kracht zou bezitten.

Inderdaad! Maar magie sticht onheil.

Des schrijvers conclusie had nu kunnen zijn, alweer gezien de moordpartijen en de terreur, dat het dringend noodig is, het volk tegen magische krachten te beschermen. Maar neen, hij trekt die conclusie niet. Hij is vijand van alle „geweldpolitiek". Eigenlijk had hij moeten schrijven „gezagshandhaving", maar dat woord past niet in het kader van zijn betoog, want de Nederlandsche souvereiniteit vormt niet zijn uitgangspunt.

De vrienden van den schrijver waren bekeerd tot zijn inzicht, nadat ze gezien hadden, hoe de oude, trouwe baboe, vroeger zoo-lief-met-de-kinderen, achter de barricade messen sleep voor de extre­

misten ! Ik ben van meening, dat dit een vlotte, maar lichtvaardige bekeering was. Van de vrienden èn van de baboe!

Het is vrij zeker, dat diezelfde baboe eenige maanden tevoren, direct na de capitulatie, urenlang om het vrouwenkamp heeft geloopen om een glimp op te vangen van de njonja en de anak anak, in haar slendang luttel speelgoed, wat pisang en sambal, wachtend op het gunstig moment om het te geven. Onze vrouwen zijn vol van aandoenlijke verhalen over baboes en djongossen, die blijk gaven van een trouw en aanhankehjkheid, zooals we nimmer hadden durven hopen.

Ik durf beweren, dat die vrijheidsdrift van den eenvoudigen Javaan uit dessa en kampong zich toen zóó uitte. Ook veronderstel ik, dat zulke ervaringen talrijker zijn dan van messenslijpende baboes. Niettemin, deze laatste ervaringen zijn er ook, daaraan valt niet te twijfelen. Maar , om dit alleen te zien tegen den achtergrond van een „slaaf, die zijn boeien verbreekt", is ergter dan Uchtvaardig'.

Wie oog hebben voor de werkehjkheid en dat zijn in de eerste plaats diegenen, die de gebeurtenissen tijdens den Jap en daarna hebben doorleefd en doorleden, zien hierin eens te meer bevestigd het catastrophale van een beleid, dat prat gaat op „verbeeldingskracht", maar in gebreke bleef ook nog andere kracht te toonen.

HANDZAME JABROERS EN POLITIEK BEWUSTE KRACHTEN.

Als ik aandacht wijd aan het zoo-even aangehaalde artikel, is dit omdat het typeerend is voor die groep van Nederlanders, die het beleid Schermerhom— Logemann—^Van Mook zoo bejubelt en zoo eenstemmig is in bewondering voor Sjalirir.

De schrijver waarschuwt, dat men zich niet van de wijs moet laten brengen „door het chaotisch karakter van wat er in Indonesië plaats vindt". Hij ziet.„naast een algemeenen nationalen opstand tegen de vreemde overheersching tegelijkertijd een felle crisis in de inwendige structuur van de Indonesisdhe maatschappij" zich ontwikkelen.

„Eenerzijds beteekent dit het losscheuren van feodale banden. In deze richting hebben de Japanners reeds een stoot gegeven door een deel van het oude inheemsche bestuur — de typische • vertegenwoordigers van den feodalen adel; en als zoodanig handzame jabroers van het Nederlandsche koloniale gezag — te vervangen door jongere, politiek bewuste krachten."

Gerust lezer, het staat er:

Nog wel een oud-bestuursambtenaar, die dat schrijft en de regeeringsvoorlichtingsdienst, beter genaamd „regeeringspropagandadienst", te Batavia rekende het tot zijn voorlichtingsplicht dat fraais verder te verspreiden.

We weten, hoe de Jappen trouwe onderdanen van Hare Majesteit de Koningin niet konden dulden. Ze hebben ze niet alleen ontslagen, maar vervolgd, gemarteld, vaak gedood. Dat waren „de handzame jabroers van het Nederlandsch koloniale gezag".

Ze hebben er voor in de plaats gesteld ellendige collaborateurs, die niet hebben geprotesteerd als het volk werd uitgezogen en uitgehongerd, die niet hebben geklaagd als tienduizenden hunner volksgenooten als slavenarbeiders den dood werden ingejaagd

Dat zijn de „jongere, politiek bewuste krachten".

We vernemen verder nog, dat dit proces (het losscheuren van de feodale banden namelijk) zich nu versnelt en dat de geschiedenis van Eunopa leert, dat dit altijd vergezeld gaat van wreedheidsexcessen. De schrijver zal natuurlijk niet bedoelen, dat de wreedheidsexcessen op Java bewijzen, dat de zaken zich daar even „gezond" ontwikkelen als tijdens de revoluties in Europeesche landen, zooals Frankrijk en Rusland, maar hij neemt ze toch wat al te gemakkelijk op den koop toe. Trouwens, in heel den stroom van geschriften, waarin het gevolgde beleid verheerUjkt wordt, mist men de kreten van afschuw over het luguber bedrijf van het terrorisme op Java en de krachtige wil om daaraan en alleen daaraan in de allereerste plaats een einde te maken, het koste wat het koste! Al zou de heele wereld tegen ons zyn. Laat dan heel de wereld weten, dat er tusschen Eems en Schelde een staat ligt, die onschuldige en weerlooze onderdanen niet ongestraft laat doodmartelen.

Maar de wereld zou niet tegen ons zijn •

Het wekt ergernis, als men ziet hoe in een deel der Nederlandsche pers telkens weer het feit verdoezeld wordt, dat de groot-collaborateur Soekamo president is van de „repoeblik Indonesia" en dat uiteindelijk in de revolutie-centra Solo en Djokja door Soekamo en zijn oproerige medestanders de hjnen worden uitgelegd, waarlangs elk Sjahrirkabinet- zich moet bewegen.

Het vuur is in Indië aangestookt door Jappen en hun knechten en zij zijn het, die het nog steeds onderhouden. Met valsche leuzen.

Ik kan het begrijpen, dat degenen, die het totdusverre gevolgde beleid willen verdedigen, vervallen tot frasen en verdoezeling van de werkelijkheid. Het is nu eenmaal niet mogelijk zwakheid en inconsequentie te doep aanvaarden als hooge staatsmanswijsheid.

ONVERWACHTE CAPITULATIE ZWAKHEIDSDEMONSTRATIE. NA

Soms is het noodig om bepaalde dingen telkens weer te herhalen. Men heeft nu eenmaal geen letters, die blinden ziende kunnen maken.

Men kan altijd op de sympathie van een deel der goegemeente rekenen, als men zegt: onze vaderen hebben zooveel onrecht gedaan en anderen dan wij hebben het in deze eeuwen nog zoo verdorven door de „ontwaking" der Oost-Aziatische volken voorbij te zien en dat is het kernpunt van de gebeurtenissen op Java en Sumatra, maar dan slaat men de jongste historie van de Hollanders in Indië na de capitulatie van Japan over.

En dat is het belangrijkste stuk.

Daarom volgen hier eenige beschouwingen over gebeurtenissen en situaties, die niet buiten beschouwing mogen bUjven.

Onmiddelhjk na de capitulatie van Japan heeft men het volk van Java (en Sumatra) laten omdolen als schapen zonder herder.

Toen hebben huurlingen van den onderdrukker de kudde geweid.

Als dan eindelijk de geallieerden komen en met hen de vertegenwoordigers van het Nederlandsche gezag, hebben deze laatsten een tasch vol vooruitstrevende plannen bij zich. Dat was goed, maar toch meer directe behoefte was er aan schepen vol voedsel, kleeding en versnaperingen. Dan was er b©-. vrijdingsfeest gevierd.

Die schepen waren er niet, dus ook het feest ging niet door.

Het psychologisch moment werd niet benut! Men is gaan praten met huurlingen, over wier hoofd nog kort tevoren in de Nederlandsche radiouitzendingen vanuit Australië dood en verderf was uitgebraakt. Bij monde van den heer Van der Plas werd zelfs een soort algemeene amnestie gepredikt.

De Europeanen bleven in de kampen.

Stel u voor, lezer, dat de bevrijding van Nederland aldus was ingeluid. De wettige, uitgeweken, regeering terug in het land. Maar de Duitschers blijven vrij rondloopen, men vindt ze in vacantieoorden, in de beste hotels en de mooiste huizen, insgeUjks de N.S.B.-ers. Deze blijven in de baantjes. De interneeringskampen en gevangenissen bhjven voorloopig gesloten.

Men gaat eerst praten met de Quislings. Natuur- Ujk niet officieel, maar officieus.

Welke indruk zou dat gemaakt hebben op de massa van het volk?

Men kan nu zeggen, dat dit oppervlakkig geredeneer is en wijzen op den bekenden berg van moeilijkheden, verrassingen, nieuwe toestanden enzoovoort, waarvoor men stond op Java.

Accoord. Maar de massa ziet en redeneert oppervlakkig en trekt oppervlakkige conclusies.

De massa, dat waren de millioenen toeschouwers van het laatste bedrijf der Hollanders in Indië voor de capitulatie in 1942 en van het eerste bedrijf dier Hollanders bij hun terugkeer in 1945.

En weer deugde de regie niet.

Er volgde een lange demonstratie van zwakheid.

Zoo was het den Europeanen verboden wapens te dragen, maar iedere Inheemsche had er een en gebruikte het ook.

Kwade elementen zijn er onder elk volk. De volken van den Archipel niet uitgezonderd. Hoe kan het anders in deze wereld van Mohammedanisme, heidendom en godsdienstloosheid!

Die kwade elementen hebben aangevoeld hoe zwak de Europeaan en ervaren hoe gemakkehjk het was hem te berooven en te vermoorden. Niet alleen onder Eurppeanen kozen zij hun slachtoffers. Ze hebben overal „merdeka" geroepen en ze roepen

het nog, maar dit woord dient als dekking van de laaghartigste misdaad.

Ik ben niet blind voor het feit, dat we zwak waren. We weten het, we waren niet klaar, de vrede kwam als een verrassing, we hadden te weinig medewerking van de Engelschen, tegenwerking van de Australiërs Helaas!

Ook zonder dat het ons tot in den treure verteld was, zouden wij, gewezen krijgsgevangenen en geïnterneerden, wel opgemerkt hebben, dat men niet „klaar" was.

Men kan opmerken, dat staatslieden, die zich zóó (^oor de gebeurtenissen lieten verrassen, slechte staatslieden zijn.

Churchill had trouwens reeds maanden tevoren gewaarschuwd, dat Japan zijn Europeeschen bondgenoot wel eens korter zou kunnen overleven dan algemeen verwacht werd.

Maar met het weinige, waarmede men gereed had kunnen en moeten zijn, was men ook niet klaar.

Dat bijvoorbeeld de heer Van der Plas er in geslaagd is, gedurende de oorlogsjaren in Australië een select gezelschap van bestuursambtenaren, plichtsgetrouwe - en onbaatzuchtige menschen, van hooge moraal om zich heen te verzamelen, moet sterk worden betwijfeld, gezien de prestaties van de Nica.

Dat de heeren eenig idee hadden van de situatie op Java, tijdens de Japansche bezetting, gelooft ook niemand meer in dit land! ^)

Men krijgt sterk den indruk, dat er door de Nederlanders, die in Australië zich gereed moesten houden om, zoodra de gelegenheid er was, de zaken in Indië „over te nemen", veel kostbare tijd nutteloos is doorgebracht en dat zij in vele opzichten de Nederlandsche zaak zeer slecht hebben gediend.

Er kon geen bezettingsleger klaar staan, ergens in den Archipel. Het zij zoo, al betoogde Prof. Gerritson met klem het tegendeel. Maar wel hadden we mogen rekenen op een groep kundige, plichtsgetrouwe, goed-ingelichte en doelbewuste mannen, gereed om de hun wachtende taak van bestuur en organisatie naar behooren te vervullen.

Het was een allerongelukkigste omstandigheid, dat we ter elfder ure met Mountbatten en een figuur als Christispn in zee moesten. Vooral de laatste zou, volgens insiders, maatregelen hebben genomen, welke meer dan treurig genoemd naoeten worden. Toch moet men niet teveel schuld op den generaal leggen. Als „Vrij Nederland" van 16 Febr. het in hem laakt, dat hij de Nederlanders en de „Indonesische revolutionairen" als twee geüjke partijen beschouwde, , , wat zij „de jure" nog steeds niet zijn", dan Ujkt mij dat toch teveel gevergd van het politiek onderscheidingsvermogen van een Engelschen Generaal. De vertegenwoordigers van het Nederlandsche gezag zijn toch begonnen, door hun handreiking aan de revolutie, die gelijkheidswaan te wekken. En op St. Hubertus hebben een viertal Indische revolutionairen, op voet van gelijkheid, als republikeinsche excellenties met Nederlandsche excellenties mogen onderhandelen.

Wat kan men in dit opzicht den generaal dan verwijten ?

Ook de „dwangpositie" (het woord is van Minister Logemann), waarin de Luitenant-Gouvemeur- GeneraaJ geplaatst zou zijn, moet men niet al te „gedwongen" zien.

Als Ds Verkuyl, blijkens persverslagen, zegt, dat Dr Van Mook niet meer dan „adviser" en , , observer" was en gedwongen met Soekamo te praten, is dat al te simplistisch voorgesteld. Hij was ook Luitenant-Gouverneur-Generaal !

Niet praten zou een conflict met het Engelsche opperbevel hebben geschapen; wel praten moest hem in conflict brengen met de regeering te Den Haag, die (toen nog) met Soekamo niets te maken wilde hebben.

Hij heeft toen maar het hoofd gebogen voor den Engelschman.

Het conflict met de regeering te Den Haag is niet gekomen!

Voor Soekamo een niet-gedroomd succes. Zijn laatste herinnering aan de Nederlanders was zijn intemeering op Flores, waar de Japanneezen hem bevrijdden; zijn eerste kennismaking met de Nederlanders na den oorlog was: capitulatie van de heele Nederlandsche regeering voor biem! Op aandringen van een Engelschen Generaal.

Toeschouwers van dit drama waren weer millioenen Inheemschen. Als ze 't niet direct begrepen, dan heeft de republikeinsche radio het wel uitgeschald, dat de zaken boven verwachting goed gingen.

De „acceptabele" Sjaiirir werd spoedig naar voren geschoven.

Soekamo hield zich wat op den achtergrond. Maar op den achtergrond is hij altijd het gevaarlijkst geweest.

(Wordt vervolgd).

G. GOOSSENS,

leeraaT aan een H. E. S. te Balikpapan.


1) Dit is niet juist, met de uit Australië opgevangen „broadcastings" was men wel degelijk op de hoogte, doch dit maakt de politiek van v. Mook nog bedenkelijker!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 september 1946

De Reformatie | 12 Pagina's

UIT HET POLITIEKE EN SOCIALE LEVEN

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 september 1946

De Reformatie | 12 Pagina's