„DE STAART VAN 1905” EN SCHORSINGEN.

Nogmaals: aan Ds Y. K. Vellenga.

De heer G. Th. Koning, Vondellaan 31, Baam, schrijft ons:

In verband met de vraag van Ds Y. K. Vellenga te Meppel wie gesehorst werd omdat hij zich niet wilde laten binden aan het PERFECTUM van 1942 een herinnering aan Baam.

Daar werd in den Dienst des Woords gezegd:

„De doop is een GoddeUjk pand en waarteeken (ook de KINDERDOOP!), dat wij waarachtig van onze zonden gewasschen zijn, en dus ook WEDERGE­ BOREN ZIJN. (Niet, dat we het zullen WORDEN, als we het AANBOD der genade geloovig aanvaarden of zoo, maar dat we het ZIJN. De Doop is toch als SACRAMENT (zie Zondag 25) alleen voor de GE- LOOVIGEN en tot versterking van hun geloof".

Wat daarvan afweek werd onschriftuurlijk genoemd.

Hierover werd maandenlang gesproken en daarna zijn vier ambtsdragers geschorst omdat zij verklaarden:

„Wij geloven niet dat Gods Woord eist dat het zaad des verbonds voor wedergeboren is te houden. Wèl dat al die kinderen in Christus geheiligd zijn".

De kerkeraden van Baam en Soestdijk overwogen: „Ie. dat deze broeders door hun verklaring in strijd komen met de leerbeslissing der generale synode van 1905, toen zij uitsprak, dat

volgens de BELIJDENIS onzer kerken het zaad des verbonds krachtens de belofte Gods is te houden voor wedergeboren en in Christus geheiligd totdat enz.

„2e. dat deze broeders derhalve in strijd komen met hun onderteekening van de BELIJDENIS onzer kerken, toen zij hun ambt aanvaardden, welke onderteekening de belofte inhield, deze belijdenis der Kerken, aldus in 1905 geïnterpreteerd, te zullen verdedigen, voorstaan en leeren, terwijl zij NU verklaren, deze belijdenis te verwerpen".

BESLUITEN:

„Ie. op grond van art. 79 en 80 D.K.O. (valsche leer of ketterij) de Broeders G. Th. Koning, G. Visser, G. van Wijnen en R. Andriessen voor den tijd van drie maanden, ingaande 4 September 1945 te schorsen in hun diensten resp. van ouderlingen en diaken van de Gereformeerde Kerk van Baam, met de bede, dat zij zich van deze dwaalleer alsnog bekeeren,

2e. van dit besluit mededeeling te doen aan de betrokken Broeders, en door openbare voorlezing van den kansel aan de gemeente".

„Met broedergroeten en heilbede, namens den Raad der Kerken van Baam en Soestdijk:

w. g. W. SEINEN, praeses,

J. SJAARDEMA, loco-scriba.

S. WOUTERS, praeses,

W. A. FEU, scriba.

Baam, 5 September 1945".

Dit stuk moet voor Ds Vellenga wel duidelijke taal spreken. En zegt óók iets aan hen, die beweren, dat er niemand om de leer werd geschorst. En aan hen die vertellen dat géén instemming werd gevraagd van ambtêdragers, maar alleen onthouding van er-

tègen-leeren.

Kg.

Tot zoover de heer Koning, dien wij danken. Er móest toch eigenlijk, als er nog geestelijk geleefd werd, een diepe schaamte komen over heel die synodocratische gemeenschap. Hier in Baam heeft men Christus' Naam gebruikt voor een „vonnis", dat duidelijk (en consequent) het perfectumals vereischt (van Godswege) poneerde. Een poosje later: 't perfectum niet meer noodig. Maar God en menschen vergeving vragen? Dat is te veel gevraagd.

En toch is bekeering geboden.

K. S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen