GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE OECUMENE.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE OECUMENE.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ja, ja, D. E.~C. kent Griekscli! Moet U zoo min niet over denken! Gteleerd uit „In de Waagschaal" en het „Gereformeerd Weekblad"! Ik heb er eerst wat moeite mee gehad, want over die stadhuiswoorden struikel je nog wel eens met je mond, omdat je er eerst over struikelt met je hersens. Ik ben nog wel eens wat vluchtig in 't lezen en dan las ik, als ik dat woord tegenkwam: „oeconomie" en als er „oecvimenisch" stond las ik „oeconomisch". Maar toen ik op een keer aan mijn vrouw wat voorlas uit de „oeconomische beweging", een artikel uit het „Gereformeerd Weekblad", toen zei m'n vrouw, die een beetje gehelleniseerd is: dat lees je verkeerd, jó, dat is niet „oeconomisch", maar „oecumenisch". En ze had gelijk. Zooals gewoonlijk. En nu heeft me Prof., Dr H. N. Ridderbos dat eens fijn uit de doekjes gedaan. Want die heeft me in het „Gereformeerd Weekblad" pas eens fijntjes verteld, dat mijn Vrouw gelijk had. Het is écht Grieksch. En „Oecumene" beteekent zooveel als: „Overal waar huizen staan" en dat het ziet op de heele bewoonde wereld en dat het dan met name gebruikt wordt voor de Wereldkerk. Kijk, dacht ik zoo, ik ben er waarschijnlijk toch niet zoover naast geweest met mijn oeconomisch. Want als je de dingen begrijpen wilt, dan moet je altijd het schrift van den eenen Professor met het schrift van den anderen vergelijken. En nu had ik nog een oud boekje van Prof. Dr P. , A. Diepenhorst in de kast staan, waarin deze een uitlegging geeft van het woord oeconomie. Daar schrijft hij het volgende: „Klassiek gevormden bespeuren aanstonds, hoe oeconomie eene samenstelling is, waarin twee Grieksche woorden verbondeh word& , namelijk oikos, huis, en nomos, wet". En toen ik dat nog eens gelezen had, toen snapte ik er ineens alles van. En ik heb tegen mijn Vrouw gezegd: daar is toch verband tusschen de oeconomie en de oecumene, tusschen oeconomisch en oecumenisch. Dat zit 'm vast in dat oikos, huis, want dat zit in die beide woorden. En de bedoeling van de oecumenische beweging is dat ze al die kerkjes bij elkaar willen doen. Dan krijg je de ééne oecumene, de Wereldkerk en dat is voor alles ook oeconomischer. 't Gaat om de voordeeligheid. Alles hudje mudje bij elkaar voor de oeconomie van de oecumene. Wat toch zoo'n mondje Grieksch ineens de dingen eenvoudig maken kan! Nu was het me ineens zoo klaar als de dag.

Dat dacht ik tenminste.

Want dat schijnt niet in de bedoeling te liggen.

Als ik tenminste Prof. Ridderbos goed begrepen heb.

Het gaat geloof ik niet om vereeniging van kerken, maar slechts om contact-tüsschen-de-kerken. Want ze willen de zaak laten zoo 't was. l> at zit 'm nou weer in 't Latijn, in de pliiriformiteit. (Dat weet ik nog van de J. V. Dat dat Latijn is n.l. Want pluriformiteit moet er wezen. Mijn oude dominee kon dat altijd zoo mooi duidelijk maken. Die zei altijd: er zijn geen twee blaadjes aan een boom gelijk. En zooals het nou in de natuur is, zoo is het ook in de kerk. Die is pluriform, veelvormig en veelkleurig. Dat is een weelde en een rijkdom! Dat moet er wezen! Confectie, dat wordt allemaal hetzelfde. Maar pluriformiteit, dat lééft. En daarom willen ze nou in de oecumenische beweging dat zoo laten. Er moet alleen contact komen. Als ze dan in het Zendingscentrum of elders van die verschillende kerken bij elkaar komen, dan is dat zoo prachtig, zoo veelvormig. Net als met een bouquet tulpen: alle soorten bij elkaar en door elkaar en toch een harmonisch geheel: Darwin en Hugo de Vries, Churchill en Molotov, en - laat ik maar zeggen, want in de bollenwereld kan dat wel - Schleiermachers en Barth, Schilders en Ridderbóssen. Alles door elkaar en tóch: harmonie. Dat is de pluriformiteit van de Oecumene.

Dlaar zit wel wat in!

Alleen maar: het geeft toch moeilijkheden.

Om te beginnen: theologische.

Want we hebben vroeger altijd geleerd, , dat de algemeene kerk onzichtbaar was. Tegenwocfe-dig zouden we zeggen: de oecumenische kerk is onzichtbaar. Maar dat verandert nu natuurlijk. Want als Wurth en Berkouwer en Barth en Niebuhr en Niemöller en Berggray en Stanley Jones en Mott en Visser 't Hooft én zoo bij elkaar komen, dan is dat de oecumene. En dat is dan toch zichtbaar.

En — dat is ook van belang — de pluriformiteit gaat toch teloor. Want op dat Jeugdcongres van de oecumene in Oslo hebben ze uit alle kerken met elkaar uniform avondmaal gevierd: gereformeerden en lutheranen en anglicanen en oudkatholieken en griekschkatholieken, die anders, als ze thuis zijn, avondihaal houden naar eigen vorm, dus pluriform, hebben dat nu uniform, éénvormig gedaan. Dat is dus een verarming. Ën voorts: er zijn toch ook oeconomische bezwaren tegen zulke oecumenische samenkomsten. Als er tenminste op zóó grooten afstand zooiets is, dan kan ik dat oeconomisch niet bolwerken.

De Kamper Schooldag, dat gaat nog

Trouwens Ds van den Bom zei, dat dat nu echt oecumenisch was. Oeconomisch was het er toch ook weer niet: er werd nog al druk gecollecteerd.

Maar ik geef het maar op.

Mijn bol kan het niet meer verwerken. En ik geloof, dat ik van Grieksch maar af zie.

N.B. Over den Kamper Schooldag gesproken! Ik ontmoette dezer dagen een Hoogleeraar, die me verzekerde, dat de rust daar volledig is weergekeerd. De studenten loopen nu niet meer in jaquet. En toen ik vroeg naar de studenten-met-preek-consent (ik dacht er een te krijgen voor a.s. Zondag) verzekerde hij me, dat alles goed ging. Hij gaf me een citaat van Groen, van toepassing op deze van vacantie en preekreizen teruggekeerde jongelui. Zulke professors hebben dat toch maar direct bij de hand: „Ik hoor over 't algemeen veel goeds over de stemming der uitgetrokkene en met zooveel roem teruggekeerde jongelui. Zij pogchen niet en met verre van verwilderd te zijn, kamen zij trouw op de collegiën en hebben veel lust in het werk." 1)

D. E. C.


¹) Gerretson. Briefwisseling van Groen van Prinsterer I, pag. 489: Groen aan van Assen op 23 Oct. 1831.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 oktober 1947

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE OECUMENE.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 oktober 1947

De Reformatie | 8 Pagina's