GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PROFESSOR GREIJDANUS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PROFESSOR GREIJDANUS

als President-Curator

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op den Theologischen Schooldag van het jaar 1939 ontmoette ik voor het eerst Professor Greijdanus. De Schooldag werd te Kampen gehouden, maar beheerschte volstrekt niet het aspect van dit voor het oog van den bezoeker zoo vredige stadje, zooals we dit de laatste jaren gewend zijn.

Geen bijzondere verkeersregeling was noodzakelijk. Geen parkeerterrein voor autobussen afkomstig uit alle deelen van het land. Slechts het welbekende treintje had het wat drukker dan gewoonlijk.

later bleek, dat alle bezoekers geborgen konden worden in de aula van het schoolgebouw in de Oude Straat.

Ook mijn bezoek aan Kampen stond niet in verband met het betoonen van medeleven als kerklid met de School der Kerken. Toch ontmoette ik op dien dag den Professor.

Aan het Gereformeerd Gymnasium te Kampen was een vacature voor leeraar in de klassieke talen. Daarom bracht ik een bezoek aan Professor Greijdanus in zijn qualiteit van President-Curator van dit Gymnasium.

Omdat nu dit eerste bezoek betrekking had op het Gymnasium, en ook het laatste bezoek waarbij ik meer uitvoerig met den Professor kon spreken, voor een groot deel gewijd is aan deze school, hoewel er de laatste jaren geen rechtstreeksche band meer tusschen het Gymnasium en Professor Greijdanus bestond, wil ik eenige indrukken weergeven van het werk van Professor Greijdanus voor deze school. Meer dan indrukken kunnen het niet zijn, omdat ik niet over de officieele gegevens beschik, die een volledig overzicht als basis vereischt.

Het bekleeden van de functie van Curator van het Gereformeerd Gymnasium stelt ons al aanstonds voor een belangrijke vraag. Wat mogen de motieven geweest zijn, die onzen Professor bewogen zijn tijd en gaven ter beschikking te stellen eerst als Curator sedert 9 Augustus 1923, waarbij zelfs tijdelijk als waarnemend penningmeester, en sinds 20 Januari 1936 als Voorzitter van het Curatorium?

Er moeten immers zeer belangrijke redenen geweest zijn, die hem tot het aanvaarden van deze functie noopten.

Juist dezer dagen hoorde ik, dat Professor Greijdanus, tot ouderling verkozen van de kerk van Kampen, aan den Kerkeraad hiervan ontheffing verzocht, omdat hij, geroepen al 1 e kerken te-dienen, niet'aan één bepaalde kerk zijn krachten kon geven.

Het is dan ook niet waarschijnlijk, dat het aan vele vereenigingen gegeven zal zijn bij de herdenking van het levenswerk van Professor Greijdanus melding te maken van arbeid, in een of andere bestuiu"sfunctie door hem verricht. Om heel eerlijk te zijn: ik ken er geen andere dan de Nationale Vereeniging voor Gereformeerd Voorbereidend Hooger Onderwijs te Kampen, van welke Vereeniging het Gymnasium aldaar uitgaat.

Als hoogleeraar aan de Theologische Hoogeschool betoonde Dr Greijdanus zich ook in deze hem karakteristieke levenshouding, dat hij namelijk de vervulling van zijn levensroeping zocht in den arbeid op de studeirkamer, den „professor”.

Dit latijnsche woord hangt samen met het werkwoord „profiteri", dat gebruikt wordt van het werk van diegenen, die van iets hun beroep maken. Eigenlijk, die openlijk verklaren, dat zij een bepaalde bezigheid tot de hunne maken. Dit werkwoord wordt meermalen in het latijn in deze beteekenis eenerzijds geflankeerd door het werkwoord „suscipere” (op zich

nemen), anderzijds door het werkwoord „polliceri" (beloven).

In dien vollen zin was ook Dr Greijdanus „profös^ sor". Hij besefte maar al te goed, welke taak hij op zich had genomen, en welke belofte hij daarmede had gegeven.

Als de groote Romeinsehe redenaar Cicero in een van zijn geschriften over de welsprekendheid naast geestelijke begaafdheid en goede opleiding voor den idealen redenaar ook uitnemende lichamelijke eigenschappen eischt, voegt hij ter verklaring van deze hooggestelde eischen er aan toe: „Een inderdaad geweldige last en taak is het op zich te nemen (suseipere), «n openlijk uit te spreken (profiteri), dat men de eenige is, naar wien, terwijl allen zwijgen, in een ^oote vergadering over de gewichtigste zaken moet worden geluisterd". Cicero acht zulk een taak een zware last, omdat hij ziet op de m e n s c h e n, boven wie de redenaar zich stelt.

Geweldiger is nog de taak van een „professor", wanneer hij weet, zooals Dr Greijdanus wist, dat God hem de' taak gaf om Zijn Woord te verklaren en hij bij het aanvaarden van zijn hoogleeraarschap openlijk heeft - verklaard, deze last op zich te nemen. Dan staat jnen niet voor een rechtbank van menschen, maar voor het oog van Hem, Die den mensch om al deze dingen zal doen komen voor het gericht.

En toch ontmoette ik Professor Greijdanus op dien Theologischen Schooldag als President-Curator van het Gymnasium. Dat is iets wonderlijks.

Is het een naglans van deze neiging, dat hij, als hij aan zichzelf overgelaten, waarschijnlijk heel zijn leven de oude talen zou hebben bestudeerd zonder zelfs iets te publiceeren ? Waarschijnlijk lijkt dit allerminst.

Neen, ook hierin diende Professor Greijdanus op indirecte wijze de Hoogeschool der Kerken.

Dit wordt bewezen door de historie van de Nationale Vereeniging die de belangen van het Gymnasium behartigt. En deze historie was hem lief.

De Nationale Vereeniging was n.l. opgericht, niet om een gynmasiiun te hebben, maar om, toen de Generale Synode (het was die van 1905) besloot het gymnasium, dat aan de Theologische School verbonden was, aan een Vereeniging over te dragen, er voor te zorgen, dat dit gymnasium met de Theol. School verbonden bleef.

Overtuigd van de groote beteekenis van het gymnasium voor; de Theol. School hadden mannen als Prof. Lindeboom, Prof. Noordtzij en Dr Bouwman een oproep doen uitgaan in „De Bazuin" en „De Wachter”.

In korten tijd waren niet slechts 1000 leden der Gereformeerde Kerken, maar ook 20 kerkeraden en 70 predikanten voor hun streven gewonnen. Wel een bewijs, dat genoemde Professoren op overtuigende wijze de 'berangëii', die inet dit gyinnasium voor de Theol. School en daarmede voor de Kerken op het spel stonden, aan de leden der kerken wisten duidelijk te maken.

Merkwaardig was hiertegenover de houding van het Curatorium van de Theol. School. Curatoren betoonden weinig medewerking om het gymnasium aan deze op zoo spontane wijze uit liefde voor de Theol. School gevormde Vereeniging over te dragen. Een van hen verklaarde zich zelfs uitdrukkelijk hiertegen, omdat de Vereeniging een bepaalde kleur (het was kort na 1905) vertoonde.

Desondanks kwam toch op 1 Januari 1908 de overdracht tot stand.

Wie dit weet, zal begrijpen, dat Professor Greijdanus zich niet slechts de vrijheid veroorloofde, maar zich geroepen wist Curator van deze school te zijn. Hij trad daarmede in het voetspoor van de genoemde hoogleeraren niet alleen, maar wist ook in zijn arbeid voor het gymnasium het belang der Kerken in het algemeen te dienen.

Zoo werd de Professor in 1923 tevens Curator. En alweer was de benaming, die hem in deze functie ten deel viel, in hem ten volle een realiteit. Curator, „Verzorger", dat was hij in den waren zin des woords.

Zijn zorg betrof alle zijden van het werk der Vereeniging en der school.

Om strijd hebben zijn mede-Curatoren verklaard, hoe consciëntieus zelfs de gebruikelijke vergaderingen van de, door de te Kampen woonachtige Curatoren gevormde, Commissie van Toezicht werden voorbereid.

En zij, die nauw bij de school betrokken zijn, weten welk een zegen er gelegen is in dit zoo onopvallende werk, wanneer het met toewijding geschiedt. Daarin heeft de President-Curator Greijdanus vele generaties van leerlingen, die bij dit werk waarschijnlijk nooit hebben stil gestaan, en tevens de leeraren die de waarde van dit werk veelal eerst na zijn heengaan ten volle beseften, aan zich verplicht.

Met teedere zorg beoordeelde hij de rapporten der leerlingen in verband met hun eventueele bevordering naar een hoogere klas. Het spreekt vanzelf, dat een tekort aan kennis nimmer door de vingers werd gezien. Maar de oorzaken hiervan werden grondig nagegaan, en ook de mogelijkheden tot wegneming er van. Nog in het laatste gesprek met mij toonde hij, die reeds drie jaren buiten het Curatorium stond, zijn belangsteUing voor enkele eindexamencandidaten, wier namen ik toevallig noemde. Oogenblikkelijk herinnerde hij zich deze leerlingen, over wie zijn zorg zoo dikwijls was gegaan. En ook nu overwoog hij met mij de mogelijkheid van hun slagen voor het examen.

Ook de leeraren deelden in zijn getrouwe verzorging. Welk een belangstelling legde hij aan den dag, wanneer men hem sprak over de dagelijksctfe ervaringen aan de school, gepaard gaande met een kennis van zaken, die slechts het gevolg kon zijn van zijn liefdevol medeleven met alles wat op het gymnasium gebeurde.

En gaarne gaf hij zich de moeite zich voor te bereiden op een lezing of voordracht, die dobr een leeraar gehouden zou worden.

Persoonlijk herinner ik mij, hoe bij een lezing, die ik hield over een studiereis naar Griekenland, bleek, dat een door mij terloops genoemde reisbeschrijving onmiddellijk na de aankondiging van die lezing door hem was besteld, maar helaas eerst tn den loop van dien dag was aangekomen. Hij betreurde het dan ook, dat hij nog niet het heele boek had kunnen lezen.

Ik verbaasde mij slechts, dat hij reeds op het spoor van dit overigens niet eens wetenschappeUjke boek was gekomen, en tevens reeds zoo deugdelijk er kennis van had genomen. Zulk een zorg is een voortdurende stimulans voor allen, die er aan zijn toevertrouwd.

Groote zorg betoonde Professor Greijdanus ook voor het gymnasium in den moeilijken bezettingstijd. Nauwgezet waakte hij er voor, dat de aan de hoede van de school toevertrouwde leerlingen ook waarlijk gevrijwaard zouden blijven voor elke poging hen te beïnvloeden met beginselen, die niet waren naar de Schrift. Dreigingen van de zijde van het Departement bleven niet uit. Handhaving van den Rector, Dr R. J. Dam, ondanks het vanwege het Departement aan hem gegeven ontslag, van het vak Hebreeuwsch, niettegenstaande het advies van den Bond van Vereenigingen voor Christelijk Voorbereidend Hooger en Middelbaar Onderwijs, het buiten den rooster om, als een cursus, te geven, wekte scherpe reacties tegen het Curatorium, zoodat zelfs de President-Curator en de secretaris van Curatoren voor de Duitsehe instanties moesten verschijnen, maar tot tegenmaatregelen kwam het niet. Professor Greijdanus is niet tot het einde van zijn leven Curator van het gymnasium gebleven.

Op 26 Juli 1945, op de Curatorenvergadering voorafgaande aan de eerste Algemeene Vergadering van de Nationale Vereeniging na de bevrijding, en tevens na de Vrijmaking, zag hij zich genoopt —^ aldus het Negen-en-dertigste Jaarverslag der Vereeniging — als lid en Voorzitter te bedanken.

Motieven worden niet genoemd. Toch moeten ze van zeer gewichtigen aard geweest zijn. We zagen immers dat Professor Greijdanus zijn werk in deze Vereeniging zag als een dienen van de Kerken.

Bovendien schreef hij asin het slot van een In Memoriam van Dr J. J. Esser en Dr R. J. Dam op 30 April 1945, dus nog geen drie maanden voor zijn be-, danken, deze hem kenmerkende woorden:

„Die nagedachtenis van deze twee mannen is een lichtend spoor van de vreeze des Heeren en van toewijding aan de roeping van 's Heeren wege op Gymnasiaal, kerkelijk, staatkundig gebied, en zij ons tot een voortdurende aansporing om in het werk des Heeren, ook ten aanzien van ons Gymnasium, o n s o p de hand gezet, overvloedig bezig te zijn, tot het einde daarvan door den Heere gesteld, en onder inwachting van Zijnen zegen”.

Professor Greijdanus, die nimmer zelf iets „aanpakte", heeft ook zijn werk voor het gymnasium verricht, omdat het hem „op de hand gezet" was. Daarom was hij hierin „overvloedig bezig". Daarom leefde hij met de school en haai' leerlingen mede tot in zijn laatste dagen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 5 juni 1948

De Reformatie | 8 Pagina's

PROFESSOR GREIJDANUS

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 5 juni 1948

De Reformatie | 8 Pagina's