GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

In den neergang

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In den neergang

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

(IV)

Toen er gesproken werd over het denkbeeld, dat ook de openbare scholen v r ij e scholen zouden moeten zijn, zooals ook in bepaalde kringen van het openbaar onderwijs in den laatsten tijd wel bepleit wordt, en deze scholen dus niet van Rijk of Gemeenten, maar van vereenigingen van gelijkgezinde ouders touden uitgaan, bleek alras — zegt Dr D. — dat

„in ónze commissie voor dit denkbeeld zeker geen algemeene instemming te vinden zou zijn. Naast verdedigers van (deze) richting vindt men voorstanders van het openbaar onderwijs, die de openbare school niet beperkt willen zien tot een sohool, die in de toekomst zou uitgaan van een Vereniging van Ouders, die voor hun kinderen een humanistische school begeren, maar zij staan een openbare school voor, die niet op een bepaalde grondslag staat en waaraan alle ouders zowel Prot. Christelijke, Rooms-Katholieke, als Humanistische, hun kinderen kunnen toevertrouwen zonder te behoeven te vrezen, dat de school in haar onderwijs tegen de in het gezin gegeven opvoeding zou inga a n."

We hebben enkele woorden gespatieerd.'Hier blijkt immers zonneklaar, dat er commissieleden waren, die ten eenen male niets verstonden van den zin van bij-'Zonder onderwijs. Tegen dezen moet de strijd even scherp gevoerd worden, als een eeuw geleden. Wat deed nu Dr D.? Hij zelf vervolgt:

„Een uitvoerige discussie is over dit moeilijke (!, M.) onderwerp •— „openbare" of „vrije" school —• niet in extenso gevoerd, omdat onze commissie — en m.i. terecht (!, M.) - — zich op het standpunt heeft gesteld in haar rapport een oplossing te moeten geven, die zich baseert op de tegenwoordige toestand."

BUjkbaar heeft de commissie geen kans gezien in dit geval tot een gemeenschappelijke formuleering te komen. Maar gelukkig toonde Dr D. evenveel „begrip" voor het standpunt van den tegenstander, als Prof. Scholten, zijn medecommissielid te Utrecht liet blijken, toen hij ter vergadering opmerkte, dat de voorstanders van de openbare school heusch wel „voor hen goede" argumenten hadden voor hun standpunt.

Zulk een „begrip" hebben voor de situatie is geheel conform den eisch van dezen tijd. Het is zelfs volgens een propaganda-biljet van de Vereenigde Naties — die ook wel in onze christeHjke scholen hangt de leuze van 1750 millioen mensohen tegenwoordig: Elkaar begrijpen — en in vrede leven. Van dat „begrip" heeft Nederland dan inzake zijn optreden in Indië weer een voorbeeld gezien!

Maar dank zij dit „begrip" wordt het stellen van de eenig juiste norm gezien als te leiden tot een discussie over een m o e i 1 ij k onderwerp. En dat kan men dus maar beter nalaten. Het is zoo moeilijk. En het leidt tot niets.

Dit laatste is waar. Discussieeren brengt hier niets verder.

En men mag het onderwerp ook gerust moeilijk noemen, wanneer men zich gezamenlijk stelt op het standpunt van de verwerping der Schrift. M.a.w. wii willen gaarne erkennen de moeilijkheid van een dergelijke discussie in den kring van uitsluitend voorstanders van openbaar onderwijs, vooral nu hier het besef begint door te dringen, dat de Staat niet veel van het onderwijs terecht brengt.

Maar een voorstander van het chr. onderwijs zal een dergelijke discussie alleen moeilijk kunnen noemen, wanneer hij het zijn plicht acht het redelijke van het „vrije" onderwijs aan te toonen mét argumenten, die ook de tegenstander kan waardeeren, zoodat hij daarbij uitgaat van het feit, dat de ander zich niet onderwerpt aan het Woord der Schrift.

Zou men het anders een zware taak willen achten duidelijk te maken, dat een school, als boven werd omschreven, altijd moet ingaan tegen de opvoeding in het Christelijk gezin? In die school wordt immers welbewust het koningschap van Christus geloochend, terwijl in het gezin de Christus beleden wordt als Heer over heel het leven?

Ondanks deze ook door Dr D. niet te overkoepelen tegenstelling komt de referent tot de conclusie, dat „we met recht vruchtbare arbeid van de hier voorgestelde Onderwijs-Centrale mogen tegemoet zien."

Zelfs meent Dr D. dat in het voorgestelde ontwerp een nationaal belang wordt bevorderd (pag. 17):

„Wanneer alle belanghebbenden bij het onderwijs, in hun scholen weliswaar uitgaande van verschillend beginsel, in dit lichaam echter samenwerken op alle terreinen, waar dit mogelijk is, om de bloei van dit onderwijs te bevorderen, dan zal dit niet alleen aan onze scholen en haar leerlingen ten goede komen (!, M.), maar ook bevorderlijk zijn voor ons nationale leven."

Groen van Prinsterer zag het toch anders, toen hij verklaarde, dat onze natie werd geboren in de kerk.

H. M. MULDER.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 5 februari 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

In den neergang

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 5 februari 1949

De Reformatie | 8 Pagina's