GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

In den kerkelijken weg aanhangig maken.

Een der Oosterbeekenaren (dr A. la Fleur) schrijft:

Tenslotte, er werden op de Pletersberg kerkelijke zaken besproken. De daar aanwezige broeders zijn er zich echter ten zeerste van bewust, dat deze zaken In de kerkelijke weg aanliangig gemaakt moeten worden, Indien het ooit weer zou kunnen komen tot hereniging.

Dit is de theorie.

Nu de practijk. Een der meest op den voorgrond tredende Oosterbeekenaren is dr F. L. Bos in Vlaardingen. Met algemeene stemmen, dus ook met die van dr F. L. Bos is daar dit stuk aanvaard.

Vlaardingen, 26 Januari 1949.

Aan de leden van de Gereformeerde Kerk van Vlaardingen.

Broeders en zusters.

De kerkeraad,

gelet op de verschillende houding, die wordt aangenomen ten aanzien van dei samenspreklngen te Oosterbeek en de daarvan gepubliceerde conclusies,

en op de onrust die — blijkens een aantal ingekomen stukken — ten aanzien daarvan bij de gem.eenteleden bestaat;

overwegende:

1. dat de conclusies van „Oosterbeek" — ofschoon hij daarvan mededeling heeft ontvangen — niet tot hem, maar tot de gelovigen in het algemeen zijn'gericht, en daarom niet als een wettig te zijner tafel gekomen zaak kunnen worden behandeld;

2. dat hem niemand uit eigen midden bekend Is, die het niet meer eens zou zijn met de gronden waarop de vrijmaking rust, n.l. de verwerping van de binding aan de bekende leerbesllsslngen aangaande het genadeverbond en de niet-erkenning van de daarmede In verband staande schorsingen enz.;

3. dat naar de overtuiging van al zijn leden de kerkelijke 5^meensci; ap met „de Gereformeerde kerken" niet kan worden hersteld. Indien niet voor het minst deze scheldlngmakende dingen zijn te niet gedaan, en dat inmiddels de roeping tot vrijmaking moet blijven gelden;

4. dat de meningsverschillen over de wijze van handelen met hen die buiten zijn, welke ook in zijn eigen boezem bestaan, de onderlinge broederlijke gemeenschap niet mogen storen, daar bij alle verschil van mening beiderzijds wordt vastgehouden aan Gods Woord en de Belijdenis als basis van kerkelijke gemeenschap;

5. dat alles gedaan moet worden om de bestaande onrust, met handhaving van ieders consclentlevrijheidj zo mogelijk weg te nemen;

keimis genomen hebbende van:

de eigener beweging door onze predikant gedane verklaring, dat hij, zolang hij daartoe door zijn conscientie niet wordt genoopt, zich in de predildng en in Kerkpost van het attenderen op de „kwestie van samenspre-Ifing" zal onthouden, en ook in zijn overig optreden alles zal doen wat in zijn vermogen is om vóór alle dingen de onderlinge broederlijke gemeenschap tn eigen kring te bevorderen;

heeft besloten:

a. ter wille van de enigheid en de eendracht tn de gemeente op al wat verband houdt met „Oosterbeek" en derzelver conclusies en heel de kwestie van samenspreking niet verder in te gaan en zich van elke oflicdele actie in dezen te onthouden, totdat hr| daartoe door officiële stukken die hierna wettig ter tafel zouden komen, zou worden genoopt;

b. zoveel in hem is alle de onderlinge broederlijke gemeenschap aantastende dingen die gepasseerd zijn, te bedekken;

c. de gemeente dringend te verzoeken deze houding van de kerkeraad te respecteren, en door woord en daad in dezelfde geest te handelen;

d. alle ten avondmaal gerechtigden hartelijk op te wekken om tot versterking en verlnmging ook van de broederlijke liefde, aanstaande Zondag tezamen de dood des Heeren te verkondigen.

Namens de kerkeraad,

Dr F. L. BOS, praeses.

M. VAN MIDDELKOOP, scriba.

We zullen thans op dit stuk niet ingaan. Slechts één vraag: als Oosterbeek alle ambtsdragers active er en wil, en spreekbeurten orgEiniseert, en roept: den kerkelijken weg, den kerkeUjken weg, en als de menschen dan eindelijk wakker wórden, moet dan dr F. L. Bos verklaren: dekerkeraadweetofficie e 1 V a n n i e t s, en ik zal in de preek Gods Woord a la Oosterbeek niet verkondigen, maar wel publiek uitroepen: menschen, preek toch a la Oosterbeek Gods Woord, want Oosterbeek spreekt Gods Woord? Waarom wind zaaien als men geen storm durft oogsten? En dan loopt ds B. A. Bos te roepen: revolutie, revolutie! Kom, houdt toch eens op met het gezeur.

Ds B. A. Bos laat zich voor het karretje van De Strijdende Kerk spannen, en roept ach en wee over H e 1 p m a n, waar de kerkeraad (praeses ds den Boeft) weigerde met den synodocratischen te prateny zoolang dit praten zeuren moet zijn-(zonder zaken doen). Hij vindt dat meer dan slecht (deuren dichtsmijten, en zoo). Welnu, thans zal zijn mede-onderteekenaar dr F. L. Bos geen woord kikken als kerkeraadslid. Niet eens in de kerk, laat staan: met den kerkeraad dr E. D. Kraan. Smijt dr F. , L. Bos nu ook deuren dicht? Ook al extremist?

K. S.

Synodocratische stemmen contra Oosterbeek.

Hetgeen voorspeld was, gaat in vervulling. Men laat ds B. A. Bos, nu hij zijn werk gedaan heeft, en in eigen gelederen verwarring stichtte, verder in den steek. De beide doctoren Ridderbos moedigden aan, en beiden laten nu weer los. En het consigne is aanstonds opgevolgd door anderen. We lezen althans in Geref. Kbl. Dr. en Ov. (syn.) uit de pen van ds Y. K. Vellenga:

„Oosterbeek" ligt onder het vuur van de „grosze Kanonen".

Als we lezen wat er geschreven wordt, is het duidelijk, dat er van „Oosterbeek" niet veel terecht zal komen. „De Reformatie" wijst het — of is het haar of hem —• voor honderd procent af. Prof. Ridderbos schrijft boven zijn eerste artikel: „Zo kan het niet". De beide andere genoemden hebben „bezwaren", zelfs „ernstige bezwaren". Men behoeft dus niet met veel profetische blik begaafd te zijn, om te kunnen voorspellen, dat „Oosterbeek" onvruchtbaar zal blijken.

Onvruchtbaar; op welk punt? Op het hoofdpunt, het eigenhjke, .dat Oosterbeek verklaarde na te streven:

Het zal zakelijk voor de hereniging geen of minimaal weinig resultaat opleveren. Dat kunnen we nu wel zeggen.

Oók ds Vellenga meent: oordeelen is verboden aan profeten, priesters, koningen:

Prof. Ridderbos is pas aan het begin van zijn artikelenreeks, maar in zijn eerste artikel heeft hij het grote bezwaar tegen dit soort conferenties toch direct precies getroffen. Men wil er nu eenmaal tot „conclusies" komen. Maar spreekt daarin toch een „oordeel" uit. En dat uitspreken van een oordeel verdraagt zich niet met de goede kerkelijke trouw jegens eigen kerkgemeenschap. Ik ben het daar volkomen en hartelijk mee eens. In volgende woorden valt Oosterbeek geheel:

.Als nu dit" soort vrijgemaakten en gereformeerden elkander vinden en samen weer uitspraken doen, heeft dat tengevolge, dat er naast uitspraken en handelingen van gereformeerde en vrijgemaakte kerken, nu ook nog uitspraken van particuliere personen en conferenties komen — natuurlijk met de bedoeling de twee eersten tot elkaar te brengen, maar m feite het gekrakeel met een stem. vermeerderend. Ietwat laat komt deze (overigens onjuiste) bewering:

We moeten kerkelqk blijven denken en leven.

Een dag daarna trad prof. dr H. J. Jager op met zgn inaugureele rede. Het was bekend, dat dr Jager, wiens dissertatie we reeds hebben aangehaald, meer en meer bezwaren bij zich heeft voelen opkomen tegen onderscheiden scholastische constructies, die men in de laatste jaren, vaak met fatale gevolgen, is gaan ijken en hardhandig gaan „beschermen" als „gangbare meeningen", terwijl ze toch niet steunen op de Schrift. Te verwachten was, dc|.t de opvolger van prof. Greijdanus zijn inaugureele rede zou doen getuigen, op een of andere vnjze, van dit zijn inzicht, en er concrete uitwerking aan zou geven. In deze verwachting heeft de redenaar niemand teleurgesteld. Een verhandeling werd gegeven over het gesprek tusschen Christus en Nicodemus, Joh. 3. Heel de pericoop kwam in bespreking, en, gelijk te verwachten was, werd bizondere aandacht gegeven aan de kwestie, wat „wederom geboren wlorden" in dit hoofdstuk te beteekenen had. Naar we vernemen zal ook deze rede in druk komen; we zien dus af van een verslag, en geven liever eenige samenvattende indrukken; zie elders in dit nummer. Laat qns voor ons zelf volstaan met de opmerking, dat de uitwerking van de onderhavige begrippen uit Joh. 3 zoo was, dat men weer de belijdenis kan verstaan als deze opmerkt, dat het geloof den mensch wederbaart (art. 24). Een uitspraak, die meer dan één, als een dominee ze zonder verwijzing naar de confessie zou herhalen, bedenkelijk zou doen kijken. Misschien zou zoo iemand ter verklaring van deze woorden willen gaan denken aan zoo iets als „de kiem des geloofs", om dan daarmee de plooien glad te strijken. Maar er staat, dat dit geloof den mensch wederbaart en vernieuwt door Woord en Geest. Er moet dus een aanvaarding van het Woord zijn. Wij verblijden ons, dat zulke dingen weer duidelijk kunnen gezegd worden, en hopen, dat de arbeid van prof. Jager aan de opening der Schrift ten goede zal komen, en dat de samenwerking, die in de laatste jaren ons in Kampen zoo verblijd heeft, door zijn intrede in den kring der hoogeschool zal worden versterkt.

Het was goed gezien van het College van Hoogleeraren, Curatoren voor te stellen, het kerkgebouw Broederweg aan te vragen voor beide redevoeringen. Gewoonlijk wordt de aula gebruikt voor rectorale oraties, en meer dan eens is dat ook het geval voor inaugureele redevoeringen. Maar de aula zou de belangstellenden nimmer hebben kunnen bevatten. Het was heerUjk, zooveel bezoekers te zien, die dankbaar gebruik maakten van de geboden gelegenheid, om door combinatie van de beide „plechtigheden" beide redenaars te beluisteren. ^

Ons Studentencorps Fides Quaerit Intelleetum bestond 85 jaren, en heeft de herdenking van zijn zeventiende lustrum daarom ook maar in dezelfde Week doen geschieden. Dit is op sobere en waardige wijze geschied. Het was alles eenvoudig en onopgesmukt, en heeft zich onthouden van alle vertoon en drukte; de ernst van onzen tijd is geen oogenblik vergeten. De verschillende bijeenkomsten werden door velen bijgewoond. Een door een predikant gehouden lezing hopen we, in een bewerking, die aan de niet theologisch geschoolde lezers tegem.oet hoopt te komen, eerlang in ons blad te kunnen publiceeren. We vermelden nog den tekst van een telegram, dat door het Studentencorps is toegezonden aan H. M. de Koningin, het luidt:

„Het Studentencorps „Fides Quaerit Intelleetum" (erelid Prof. Dr K. Schilder) verbonden aan de Theologische Hogeschool van de Gereformeerde Kerken in Nederland, in openbare vergadering bijeen, ter gelegenheid van de viering van zijn 17e Lustrum, bidt Uwe Majesteit toe de genade van onzen Heere Jezus Christus, ' Die, opgevaren ten hemel, Zichzelve daar bewijst als het Hoofd van de Christelijke Kerk, door Wien God , Die ons in Christus een barmhartig Vader is, alle ding regeert. Deze God, Die aan de overheid het zwaard in handen gegeven heeft tot straf der bozen en bescherming der vromen, make U getrouw, opdat ook in ons vaderland, naar de eis van Zijn Woord, de hand gehouden worde aan de getrouwe dienst des Heeren, het Konhikrijk van Jezus Christus bevorderd en het Woord des Evangelies overal gepredikt worde, zodat God van èen iegelijk geëerd en gediend wordt, gelijk Hij in Zijn Woord gebiedt. Hij bekwame U om in deze tijd, waarin de ongebondenheid der mensen toeneemt door het zich steeds meer afkeren van de getrouwe dienst des Heeren, zo in gehoorzaamheid aan den Koning der koningen Uw ambt te vervullen.

H. VAN OMMEN, praetor.

G. ZOMER, ab-actis.

Graafschap 3, Kampen."

Zoo reizen we weer verder. De naam van onzen onvergetelijken Greijdanus blijft in eere bij ons; wij weten dat niets hem liever zou zijn geweest dan de opwekking om den staf weer op te nemen en voort te trekken. We snakken naar het oogenblik, waarin het kerkelijke leven wordt verlost van de onrust, die vreemde krachten erover trachten te brengen; en dat we de vermoeiende polemiek zullen mogen staken, om aan de ontwikkeling van het kerkelijke leven in positieven vorm te kunnen blijven werken. Zoodra de rust zal hersteld zijn, die alleen verkregen worden kan in eerlijke en berustende aanvaarding van de werkeüjke feiten, zal hiervoor, de mogelijkheid weer zijn ge­ schapen. Eerder ook niet.

K. S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 februari 1949

De Reformatie | 14 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 februari 1949

De Reformatie | 14 Pagina's