Rectificatie
We spraken onlangs over Noordeloos (synodocr.) en over den door de classis Gorcum peremptoir geëxamineerden candidaat, te Noordeloos beroepen. We noemden hem, herinneren we ons, een „jongen man", doch het blijkt nog erger: -hij is een man; op leeftijd. Die heeft dus den moed te gaan zitten op een voorzittersstoel, en te gaan staan op een kansel, waar een ander van afgehouden werd omdat hij, In goede trouw, verklaarde, dat God hem met toestond te beloven, wat thans van dezen man niet meer gevraagd wordt, laat staan: gevorderd, te beloven: niets te leeren wat niet heelemaal overeenstemde enz. Integendeel: hij mag doen wat dien ander verboden werd.
Ik kan zulke stukjes van professoren en dominees op leeftijd alleen dan verklaren, als ik die menschen hoor zeggen:
je moet altijd alles dóen wat een synode zegt, al is het nog zoo gek; en je moet leeren wat zij beveelt, al vind je het ook .niet Gods Woord; je moet dus, In kadavergehoorzaamheid, desnoods een paar jaar lang, aan de „leeken" vertellen: dit is Gods Woord, ook al ben je zelf als theoloog-vakman (!) overtuigd dat 't mis is.
BefeW ist Befehl.
Maar dan moet „Oosterbeek" niet doen, alsof er een bresje geschoten is. Er is nog geen steentje verwrikt aan dat muurtje; en Toornvllet-Volten hebben haastig verklaard, dat ieder terecht kon concludeeren: het vriest, en evenzeer terecht kon concludeeren: het dooit. Toornvliet en Volten zijn grootmeesters in. de logica. Maar het volk heet kudde.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 juni 1949
De Reformatie | 8 Pagina's