„Afgezien”

Berkouwer schrijft in Ger. Wkbl. iets over Greijdaniis en mij. Onderwerp: gemeene gratie.

Greijdanus schreef (Wezen v. h. Calvinisme): „Daarom zonken Adam en Eva niet terstond na hun eerste zondigen in het eeuwige verderf. Afgezien daarvan, dat God hen üiallgen wilde om Christus' wil, de menschheld moest geboren worden en zich ontwikkelen tot het laatste kind, dat geboren zou worden".

Over die uitspraak, heel eenvoudig dunkt me, en klaA', verblijdde ik me destijds; dat was van Greijdanus een welkome erkenning, dat terecht dit element in het debat gebracht was ter doorbreking van de kuyperiaansche constructie: we , , zouden" allemaal verdoemd zijn, „indien God" direct den vollen toorn ontladen had; die volle ontlading bleef uit: ergo, we deelen allemaal in „genade".

Naar het recept: geef me een letter schrift, en ik hang u, schrijft nu Berkouwer, van wien we, eerlijk gezegd, zulke „polemiek" niet verwacht hadden: „hier wordt (door Greijdanus) maar even geredeneerd afgezien van Gods wil tot zaliging om Christus' wil. Het is niet in te zien, hoe een geloovige het recht voor zich zou mogen opeischen, hiervan af te zien, waar het Woord Gods ons voor heel het leven en denken roept om hierop juist ten volle acht te geven".

Ja, nog meer. Van dik hout zaagt ook Berkouwer plan ken; het is me, alsof ik Hepp hoor uit vroeger dagen. Hij holt door: „Men mag dan ook met stelligheid poneeren, dat dit „afgezien van" zeker niet tot het „weaeu" van het Calvinisme behoort". Hoofdartikel Ger. Wkbi. Volgende zin: „Bij zulke beschouwing (!, de wagen is op stoom )• ziet men af van wat tot de inhoud der Openbaring behoort". Ja, ja, en dat staat er dan van Greijdanus.

Nog is Berkouwer niet klaar: „Men schermt dit volle licht af" (de wagen is nu op vóUe toeren) „en deukt zoo tot meerder inzicht te kunnen komen".

Natuurlijk is die heele tirade een slag in het luchtledige. „Afgezien van" beleekent niets anders dan dit: „daargelaten, voor het oogenblik". We zeggen dat allemaal duizend keer. Als ik zeg: , , afgezien van het feit, dat Greijdanus Berkouwer's respect verdient, moet Berkouwer toch bedenken, dat ook hij zelf zijn naam als rustig argumentator heeft op te houden, en dus met zulke lichte kost geen hoofdartikelen opvullen moet", heb ik dan het volle licht afgeschermd van de lamp vEin Greijoanus? Weineen: ik zou liever mijn hand hebben zien verlammen, dan mijn naam te zetten daar waar Berkouwer hem zette: onder Greijdanus' schorsingsbul.

„Afgezien van" beteekent: behalve aan dit, moeten we oök nog denken aan dat. Niet één lamp wordt afgeschermd, maar het scherm, dat Kuyper om een andere lamp had geknutseld, wordt er afgehaald. Afgezien van Greijdanus' . eer, had Berkouwer dat terwille van eigen naam moeten onder de oogen zien. ,

Afgezien van Greijdanus., krijgt: ook ondergeteekende eer dergeUjke beurt.

Volgende mtaal daarover.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen