Gaat Abel Kaïn naar de bioscoop brengen?

Onlangs zijn de uitslagen verschenen van de volkstelling 1947. Het zou de moeite loonen de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek aan een nadero analyse te onderwerpen. Deze cijfers zijn leerzaam. Maar we memoreeren hier alleen, dat de Roomsch Katholieken in ons land sedert 1930 van 36.42 % van de totale bevolking klommen naar 38.5 %; dat de Hervormden-daalden van 34.5 % op 31.03 %; dat de, Gereformeerde Kerken (de gebonden en de vrijgemaakten samen) van 8.04 % kwamen op 7.93 %, terwijl degenen, die verklaarden, „tot geen kerkelijke gezindte te behooren", een toename vertoonen van 14.43 % op 17.04 %.

Vooral de laatste getallen spreken een duidelijke taal. En ze worden nog welsprekender of liever kwaadsprekender, als we eens letten op de verhoudingen in de groote steden. Bedroeg het aantal godsdienstloozen in Amsterdam in 1930 34.8 % van de bevolking van de hoofdstad, in 1947 waren het 45 %. In Rotterdam zijn de cijfers:22.1 % (1930) en 31.3 % (1947), in Den Haag respectievelijk 23.3 % en 27.4 %, in Utrecht 16.4 % en 17.7 %.

Dat beteekent, dat in ons geheele vaderland langzamerhand het vijfde gedeelte van de bevolking met alle christelijk geloof gebroken heeft; dat in Amsterdam ongeveer de helft, in Rotterdam een derde, in 's-Gravenhage meer dan een vierde en in Utrecht iets minder dan een vijfde gedeelte van de bevolking aan de laatste resten van den dienst des HEEREN ontzonken is.

Benauwende cijfers. De „groote afval", waarvan de apostel spreekt, is er. Het is gegaan als in Israël.

Het begon daar met den eigenwilligen godsdienst bij de altaren en de gouden kalveren in Bethel en Dan, met de zonde van Jerobeam; den zoon van Nebat, die Israël zondigen deed om den HEERE tot toom te verwekken.

En het eindigde in het volkomen heidendom, het Baaiisme in de dagen van Achab, toen de ware kerk „zeer klein en als tot niet scheen geworden te zijn in de oogen der menschen".

Zoo ging het in Nederland. Het begon in de kerk.

Daar verdrongen menschenvonden het Woord des HEEREN en menscheninzettingen het koningsschap van den Gezalfde Gods, daar werd het uitzicht des geloofs op het Jeruzalem, dat Boven is, verduisterd door de leer, dat de ware kerk gebonden is aan een zekere plaats (Rome!) of hangt aan zekere personen (Pausdom, conciliën, kerkbesturen, en synodale hiërarchen).

En het eindigt daarin, dat de menschen volkomen ontzinken aan het echt-lDijbelsche en oer-christelijke besef, dat er buiten de kerk geen zaligheid is.

Een besef, dat in de „kerk" zelve wordt ondergraven.

Zoo is ons volk bezig weg te zinken in het nihilisme.

** * Edoch, in deze duisternis glansde ons een ster der

hope tegen. We lazen, we mogen wel zeggen per ongeluk.

Trouw. Ons oog viel op een aantal vet gedrukte regels: „Het congres wenste tegenover.de Kaïnshouding van „Ben ik mijns broeders hoeder" de liefde van Christus gesteld te zien, die ons dringen moest om ook hierin voor heel het volk met barmhartigheid bewogen werk­

voor heel het volk met barmhartigheid bewogen werkzaam te zijn".

Zulke woorden doen het hart goed. We herinneren weer wat eens in Kuyper's hart

brandde: „Om Godes heil'ge ordinantiën, waar Woord en schepping van getuigt in 't volk zoo helder te graveeren tot weer dat volk voor God zich buigt".

„Met barmhartigheid bewogen over héél ons volk". Wat men dan voor heel ons volk doen wil? De Kaïnshouding laten varen! Dus voor héél het volk Abel zijn! Waarin zal dat blijken?

Het congres, onder leiding van Ds H. J. Groenewegen, met als sprekers Prof. Dr J. de Zwaan en den Gereformeerden Dr M. Kruyswijk (ook gij, Brutus? ) beraamde plannen om te zorgen voor „goede films". Men zal wat op de filmmarkt verschijnt keuren naar bijbelschen maatstaf en uitsluitend ethisch en aesthetisch verantwoorde films doen vertoonen.

Abel gaat Kaïn naar de bioscoop brengen. Naar een bijbels verantwoorde bioscoop. We herkennen dezen „Abel" niet.

We dachten, dat Abel maar eenvoudig den HEERE moest vreezen.

Door het geloof een meerdere offerande offeren dan

Kaïn. Door het geloof den offerdienst, den dienst der kerk zuiver bewaren.

zuiver bewaren. Met het risico, dat „broeder" Kaïn hem op een goe­ den dag doodslaan zal.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen