GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De stad der toekomst

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De stad der toekomst

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

(II)

De bouwers van nu willen de ideale wereldstad en - verzekeren uitdrukkelijk, dat zij geen utopie najagen. - Zij binden den strijd aan tegen de misstanden in de liuidige wereldsteden en zij zien die misstanden heel scherp.

Men predikt een sociale progressiviteit op algemeenjnenschelijke basis en vraagt daarbij niet naar Gods •woord en de Christelijke beginselen. Men tracht den gang van het huidige cultuurproces te leiden en te corrigeeren door talrijke sociaal economische maatregelen en men meent de problemen van de wereldstad tot een oplossing te kunnen brengen door ordening van het gemeenschapsleven, maar men erkent niet, dat heel iiet leven, ook dit gemeenschapsleven van de stad, in •dienst moet staan van Christus, ter volbrenging van onze cultuurtaak.

Daar dus de diagnose fout is, is het begrijpelijk, dat ook de therapie niet deugt.

De doktoren zijn sociologen, sooiaal-economen en ingenieurs en veel boeken worden er geschreven over stedebouwkunde, bedrijfsorganisatie en socialisatie; belangwekkende boeken vaak, want de schrijvers zijn aeer doordrongen van den nood der menschheid en zij zoeken, naar zij meenen, eerlijk naar een oplossing van al die problemen.

Maar daar, zooals ik reeds zei, het uitgangspunt niet juist is, zien zij den waren aard van dezen nood niet en daarom moeten de middelen wel falen en is vaak het middel nog erger dan de kwaal.

Be nieuwe bouwers streven, met handhaving van het cultuurideaal der wereldstad naar decentralisatie . - en wijkvorming. Men blijft bij het zoeken nasLr oplossingen voor den bouw van onzen tijd de wereldstad in het middelpunt stellen en zoekt naar vernieuwing van de structuur der groote stad zelf en daarin het ideaal voor politiek, sociaal en cultureel leven. „De persoonlijkheid als orgaan van goddelijken geest", kan slechts tot ontvirtkkeling komen in de sterke gemeenschapsvormen van de door de overheid geordende wereldstad, waarvan de wijken de bouwelementen zijn.

Deze vnjken „vormen de levende cellen van het stedelijk organisme" en zij zullen het eigenlijke sociale en cultureele milieu moeten vormen voor haar bewoners.

De wijken worden gegroepeerd tot stadsdeelen die een meer organisatorische beteekenis hebben en die voorzien in bepaalde behoeften van sociaal-economischen en materiëelen aard, waarvoor de wijk afzonderlijk te klein is.

Tenslotte vormen de stadsdeelen met eilkaar een groote organische en karaktervolle eenheid, — de wereldstad.

Op enthousiaste wijze wordt de lof der groote stad gezongen.

Weliswaar opeenhooping van menschen, maar toch vooral intensiveering en verheviging van het maat-schappelijke leven en van het levenstempo.

De stad is vol nerveuze spanning en geestelijke activiteit, zoo juicht men.

Het tempo van den arbeid wordt bepaald door calculatie en tijdmeting en de oneindige mogelijkheid van contacten en de groote verscheidenheid van levenskringen bieden den voedingsbodem voor de ontplooiing van rijk gevarieerd sociaal-cultureel leven.

„De stad is dus in wezen concentratie, verdichting, brandpunt. Deze verdichting is nooit vrij van een zekere dramatiek, zelfs niet van tragiek. Een groot deel van de natuurlijke vitaliteit en de begaafdheden, op het land gewekt, gaan in de stad onherroepelijk verloren. Dit verlies is de prijs, die voor de hogere cultuur moet worden betaald. Men kan het brengen van dit offer als iets vreugdevols of als iets smartelijks zien, doch het resultaat van het gebeuren blijft hetzelfde. Men heeft hier te doen met een primair gegeven, dat. zich door bewust menselijk ingrijpen niet laat veranderen of opheffen, al zijn ook hier verschillende gradaties mogelijk".

Alle energie, activiteit en intensiviteit in den mensch op alle gebied wordt gedreven naar de stad en dan kan het leven op het land „gezond, natuurlijk en vitaal zijn, de verhouding van mens tot natuur, de kosmische verbondenheid van al het zijnde kan er bevsmst of onbewust diep worden beleefd — een zeker gebrek aan geestelijke activiteit, een beschouwelijke, aan het traditionele denken gebonden levenshouding zullen steeds de kenmerken van het echte landehjke leven blijven".

Het leven in de stad is vooruitstrevend en vrij van klemmende banden „en het ziet er allerminst naar uit, dat dit proces in de nabije toekomst minder revo• lutionaire vormen zal aannemen".

Men ziet de destructieve werking van het moderne stadsleven wel, maar men gelooft in de toekomst de wegen te vinden om „deze grootsheid en veelzijdigheid samen te vatten in de eenheid van een structurele en natuurhjke orde" en daarmede den grondslag te leggen voor „een vernieuwde stedelijke cultuur en een vernieuwd gemeenschapsleven", maar „nog steeds ontbreekt in de moderne stad de gemeenschapszin als het alles-bindend element in het stadsleven, nog steeds ontbreekt de eenheid van denken en van levensstijl, welke voorwaarde is voor alle ware cultuur".

Men wacht op de doorbraak naar een hoogeren levensvorm, nu reeds door velen nagestreefd en dan is de tijd daar, dat ook het „stadsgewest" zich ontwikkelen zal , , tot een sociaal organisme van hoge orde".

„Dan zou de puber tot volwassene uitgroeien, zijn mogelijkheden leren kennen en beheersen en aan zijn leven vorm en karakter weten te geven".

„Een machtige, veelzijdige, structurele orde". Tot deze doorbraak behoort ook de socialisatie-gedachte en sociale zekerheid.

De van alle bindingen losgeslagen mensch, de verlorene in de geprolitariseerde massa is op zichzelf teruggeworpen en ontworteld en zoekt vastigheid zonder eigen verantwoordelijkheid te beseffen.

Mr Dr A. Zeegers geeft ons in zijn werk „Socialisatie" hierover een interessante, heldere beschouwing.

De mensch, die in de moderne maatschappij alle houvast heeft verloren en tengevolge van steeds meer doorwerkende nivelleering dreigt onder te gaan, zoekt zekerheid bij de georganiseerde gemeenschap en bij den staat.

, , Het massa'e, het overweldigende moet de zo zeer begeerde zekerheid geven".

Den grootsten nood vindt men in de industrie-centra der wereldsteden en de bestrijding van dit kwaad zoekt men ook weer in organisatie, een doorbraak van den hoogeren levensvorm door socialisatie en een van de aan te wenden middelen is ook hier decentralisatie onder leiding van den staat, echter riïet vasthouding van het ideaal der wereldindustrie in de wereldstad, omdat daarin de machtsconcentratie ligt, die noodig is voor den naam, dien de mensch zich wil maken op de aarde.

In dit bestek kan ik niet uitvoerig ingaan op het socialisatie-streven als ideaal van het socialisme, alhoewel het onmiddellijk verband houdt met den torenbouw van Babel in de wereldstad.

Ook hier zien we dezelfde fout gemaakt. De socialisatie van het geheele leven in de sfeer van het geordende stadsgewest zou het verwachte heil moeten brengen, maar volkomen terecht zegt het program van actie van de A.R. partij van 1946 over deze socialisatie: „Ze houdt geen rekening met het feit der zonde; acht den natuurlijken mens tot alle goed werk geschikt en bekwaam, mits zijn ontwikkeling en de omstandigheden hem daarvoor maar niet

in den weg staan; meent het egoïsme te kunnen uit-, drijven zonder aanvaarding van het evangelie van Jezus Christus, en moet daarom uitlopen op een geweldig fiasco".

Dat dit heele streven moet uitloopen op een fiasco, is duidelijk, omdat het grondbeginsel goddeloos is, maar ook in een nadere beschouwing der gepropageerde ideeën blijkt hun practische onvolkomenheid en hun ongeschiktheid om de oplossing te brengen.

In de wijk van de gedecentraliseerde stad wil men het individu dien levenskring geven, die nog juist overzichtehjk en begrijpelijk is, maar men blijft de hoogere eenheid, het cultuurideaal zien in het georganiseerde leven van de wereldstad, het stadsgewest.

Wat is echter de waarde van dit cultuurideaal der moderne maatschappij met haar sociaal verkeer, ontspanning, spel en sport, wetenschap, kunst en techniek, waarvoor de massale concentratie de mogelijkheden moet scheppen?

Het is de cultuur van den hoogmoedigen mensch, die in zelfverheerlijking eigen grootheid zoekt. Het is het streven naar topprestaties, waarvoor de mensch het offer moet brengen van het levende contact met de natuur.

Het platteland toont een gebrek aan geestelijke activiteit, zoo zegt men, maar wat een kostelijke waarden worden hier prijsgegeven, maar ook wat een miskenning van het leven op het platteland, want niet bij de ontevreden stakende arbeiders van de stad, maar veel meer bij de eenvoudige bevolking van het land vindt men geestelijken diepgang en activiteit.

Men noemt dit geestelijk leven traditioneel gebonden en conservatief. Maar de stad en vooral ook de cultuur en de kunst kunnen niet leven zonder de voortdurende injecties van het platteland, waar nog een restant van gezond leven is overgebleven en het is maar al te waar, dat ook de Christenen in de groote cultuur-centra heel dikwijls sterk worden beïnvloed door de nivelleerende werking der massa-cultuur, waar het klatergoud van den menschehjken hoogmoed de oogen verblindt, en de armoede tracht te camoufleeren. Men juicht elkaar en daarin zichzelf toe over de geweldige prestaties op het gebied van de wetenschap. De rede kan alles, verlost den mensch uit de slavernij en bewijst zijn godheid.

Men slaat zich op de borst over de onbegrensde mogelijkheden van de techniek. Geen kracht in den kosmos of zij wordt dienstbaar gemaakt aan den mensch. De techniek kan alles, verlost den mensch uit de slavernij en bewijst zijn godheid.

Men verheerlijkt den cultuurmensch, want hij kan alles; hij verlost zichzelf uit de slavernij en maakt zichzelf tol een god.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 11 februari 1950

De Reformatie | 8 Pagina's

De stad der toekomst

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 11 februari 1950

De Reformatie | 8 Pagina's