GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

DS C. G. BOS OVER „SJLOTBAIJUVS HAAGSCHE SYNODE".

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

DS C. G. BOS OVER „SJLOTBAIJUVS HAAGSCHE SYNODE".

Ds C. G. Bos schrijft over de Haagsche synode in Kerkpost", orgaan v. d. Geref. Kerk N.O. Polder— mmeloord:

De dagbladpers heeft hieraan bijzonder veel aandacht besteed en meegewerkt om hiei; en daar de gedachte te werken alsof de resultaten van die arbeid zeer groot zouden zijn geweest en uu de weg tot „herenigicg-; u'; , '5Pn vrijgemaakten en syuodalen" zou zijn gebaand.

Na vermelding van het feit, dat enkele predikanten n anderen oordeelden, dat nu een einde gekomen was an hun „doleantie", schrijft ds Bos, te vreezen, dat e zaak der „hereeniging" door wat er nu plaats geonden heeft niet is gediend:

Dat ook het enthousiasme In synodale kring niet algemeen is. Is me wel gebleken uit de reactie van het blad „Waarheid en Eenheid" hierop. Ronduit schrijft Dr Schelhaas daarin, dat hij over het resultaat van de samenspreküigen geen blijdschap kan uitspreken. Ds M. Vreugdenhil acht de Vervangingsformule in'een belangrijk punt zelfs beter dan de Ingediende nieuwe verklaring. In hetzelfde blad oefent H. v. D. ernstige critiek op een onderdeel der dogmatische verklaring, nl. deze zinsnede:

„dat ze (nl. de kinderen der gelovigen, B.) daarom zonder onderscheiding gelovig zijn te tellen bij (te rekenen tot, te erkennen als) dezulken, in wie de (ïeest der genade onoverwinlijk heerst tot wederbaring, tot geloof, tot bekering en ten eeuwigen leven".

Hij acht deze zinsnede in strijd met de andere Inhoud der verklaring en onjuist. Zij doet tekort aan de verbondsverantwoordelijkheid.

Wat H. V. D. ten bewijze van zijn gevoelen schrijft, wordt door ds Bos aangehaald en door ons via zijn blad overgenomen:

„Immers, indien men iemand rekent tot, of zelfs erkent als uitverkoren, hoe zal men dan tegelijkertijd tot hem kunnen zeggen, dat hij de zaligheid niet deelachtig wordt, als hij de els van geloof en bekering niet nakomt? Tenslotte, het oordeel over het uitverkoren zijn der kinderen komt ons niet toe en het is ook niet waar wat In het begin der verklaring staat, dat de Heere deze beschouwing en behandeling der kinderen van ons vraagt. Wij behoren er mee tevreden te zijn te weten dat God ze in het Verbond stelde, hun de i^erbondsbeloften gaf en hen aan de verbondseisen bond, en hebben het geopenbaarde tot regel en richtsnoer van ons denken en handelen te nemen en niet enige verouderstelUng of enig onzuiver en onjuist oordeel".

Ds Bos merkt naar aanleiding hiervan op:

Dit alles komt van die zijde, waarvan wij toch wel het grootste enthousiasme over 't gebeurde zouden verwachten. Als de gereserveerdheid van die zijde reeds zo groot is, behoeft het niet. te verwonderen, dat er van onze zijde veel scherpe critiek komt.

Voor wat hem zelf betreft, oordeelt ds Bos aanaande de nieuwe verklaring:

Zélfs al zou ik er geheel mee kunnen instemmen (wat niet het geval is) dan zou ik hierdoor nog niet de „weg tot hereniging" gebaand zien. Mijn hoofdbezwaar is, dat hier is ingeslagen de z.g.n. „noodweg van Amersfoort": het verleden Is blijven rusten en slechts voor het heden Is overeenstemming gezocht. In de conclu-

sles van Oosterbeek II werd ook gerept van „een voor dood en begraven achten" van dat verleden, mé, ar pas nadat schuld was beleden en de zonde was weggedaan!!! Hier is van schuldbelijdenis geen sprake geweest (laat staan van een wegdoen der zonde!).

Of ja, tóch! Maar dan van één kant! Dr Polman en Ds Vellenga waren maar matig tevreden over de arbeid der deputaten voor • samenspreking, omdat in him rapport niet werd gerept van de schuldbelijdenis van hen die wensten terug te keren. Dr Schelhaas toont zich hierover in „Waarheid en Eenheid" wel zeer verontwaardigd, dat juist Prof. Polman hiervan repte, omdat die zo'u groot aandeel heeft gehad in het stellen van de bovenschriftuurlijke eisen, door de opstelling van het beruchte „Praeadvies". Maar van een dergelijke verontwaardiging-ter Sjmodezitting is niets gebleken. Integendeel, Ds Veldkamp oordeelde, dat er over die schuldbelijdenis maar niet teveel meer moest worden gesproken, omdat in het vragen van een samenspreking die schuldbelijdenis al opgesloten lag! Van tegenspraak tegen deze redenering heb ik in het persverslag niets gelezen.

Hierboven, is aan het woord „noodweg" herinnerd. Ds Bos is er niet over te spreken:

Nu acht ik deze noodweg van Amersfoort zeer verderfelijk! Zulk een weg, waarbij men over het verleden zwijgt kan misschien wel eens ingeslagen worden in het particuliere leven, wanneer er dan allerlei wrijvingen zijn geweest en in boosheid over en weer allerlei verkeerde dingen zijn gezegd en gedaan. Maar hier staan de zaken anders! Hier betreft het de grondslag der Kerk! Hier zijn onder aanroeping van de Naam des Heren oordelen uitgesproken en vonnissen geveld. Hier zijn „Goddelijke waarheden" afgekondigd en „Goddelijke rechtsregelen" gehanteerd. We zullen nu om 's Heren wil moeten weten waar we aan toe zijn. Nauwgezet zal moeten worden beproefd of datgene, wat als goddelijk is aangediend, ook metterdaad goddelijk was en dus nog goddelijk IS! En als dat niét het geval zou blijken, dan is op een vreselijke manier de NAAM des HEBREN ontheiligd. En dan is het helemaal niet een kwestie van gelijk-willen-hebben, maar ijver voor de heiligheid des Heren om er op te staan, dat deze zonde openlijk wordt weggedaan! o n n

Ds Bos wijst erop, dat in het èène geval (uitdrijven) de synodes dapper vóórgaan, doch in het andere (revisie, o neen, schulderkenning) de plaatseUjke kerken voorgaan.

Nu kan men wel zeggen: , , Maar dat is een zaak voor de Plaatselijke Kerken en de synode heeft toch uitgesproken dat men in elk bijzonder geval moet zien in •hoever er van weefszijden schuld beleden moet worden". Maar dit gaat niet op! Hier ligt generale schuld! Het is toch zö, dat juist de synodes zijn voorgegaan. Die hebben de plaatselijke Kerken geactiveerd en gestimu­ M A leerd en de richtlijnen voor hun handelen gegeven. Het is nu de gelegenheid niet om alles op te sommen wat de synodes in dezen hebben verkeerd gedaan. Niemand zal mij wellicht betwisten dat de synodes leiding hebben gegeven bij de schorsingen. Ik denk aan de schorsingen der Professoren Greijdanus en Schilder. Ik denk aan de schorsing van al die ambtsdragers te Kampen, die het met de synode niet eens waren. Vanwege de Synode een briefje üi de bus, dat zij geschorst waren! Waar de plaatselijke Kerken „gehandeld" hebben, daar zijn zij gegaan in 't spoor door de synoden gewezen. Daarom kan de generale synode er zich nu onmogelijk van afmaken, de zaken te verwijzen naar de plaatselijke Kerken. De Kerken, die zich achter deze richtlijnen der synodes hebben geplaatst, ook zij, die het deden onder protest, hebben hier gemeenschappelijke schuld.

Op èèn argument wordt nog ingegaan:

Nu zegt men wel: „Een synode kan niet de verantwoordelijkheid dragen voor het doen van haar voorgangsters". Maar dit kan men alleen zeggen, wanneer men de synodes ziet als zelfstandige colleges, onafhankelijk van de Kerken! Dit is echter niet naar het gereformeerd Kerkrecht. De synodes vertegenwoordigen de Kerken. Wanneer nu de Kerken synode-uitspraken accepteren en zich plaatsen achter sjmodehsmdelingen, dan dragen die Kerken de volle verantwoordelijkheid. En diezelfde Kerken komen nu na enkele jaren weer bijeen in synodevergadering, nog dragend dezelfde verantwoordelijkheid. Gemeenschappelijk kunnen en moeten zij eventueel gemeenschappelijk schuld belijden en de verkeerd getrokken richtlijnen weer anders trekken. ' Vanuit plaatselijke kerken kan hiertoe het initiatief genomen worden (zoals is geschied!), terwijl de synode dan alvorens definitief te handelen de kerken zou moeten , , horen" over voorgestelde nieuwe richtlijnen. Zo is dus ook hierin m.i. een totaal verkeerde gfedragslijn gevolgd. Zo komen we er niet! De verantwoordelijkhed van de Kerken in het gemeen mag niet afgeschoven worden op enkele plaatselijke Kerken; al neemt dit niet weg, dat die ook een , , eigen" verantwoordelijkheid hebben.

Op onderscheiden plaatsen wordt thans getracht, ns samenleven te ondermijnen. Het is goed, op deze uchtere beschouwüig acht te geven. De verwijzing aar Oosterbeek, en het loslaten daarvan, toen het rop aankwam, is eveneens leerrijk.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 april 1950

De Reformatie | 8 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 april 1950

De Reformatie | 8 Pagina's