GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het sprollelvrouwtje

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het sprollelvrouwtje

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onlangs werd mij een vraag gesteld, die ook onze lezers wel zal Interesseeren. De vraag luidde: hebben we een of ander bewijs, dat de kerk metterdaad de bijbelboeken heeft erkend, en op de juiste wljzp gebundeld? Het laat zich „in het afgetrokkene" toch wel denken, dat sommige boeken als geïnspireerd door de kerk zijn aanvaard bij vergissing; en dat andere, die wèl geïnspireerd zijn, niet door haar zijn aamgenomen? De kerk is toch niet onfeilbaar? Laat het-Zich niet denken, dat misschien nog eens een of andere brief van Paulus gevonden wordt, die dan alsnog zou op te nemen zijn in den canon?

Op die vraag heb ik toen een verhaaltje verteld. Misschien is 't al eens eerder in de krant geweest van mfln hand; dat moet me dan maar vergeven worden: ik weet het niet meer.

Het verhaaltje was van Multatuli. Een meneer zat eens op een barren winterdag op een bankje in een plantsoen. Hij zag op een afstand een arm vrouwtje bezig met het sprokkelen van hout; ze zocht wat warmte tegen den avond en een vuurtje om het potje te koken. De meneei dacht: arme stumper, — ik zal je wat helpen. Maar zoader je te kwetsen. Hij gooide een geldstuk op den weg, daar, waar hij verwachtte, dat het vrouwtje langs zou komen. Dan zou ze — zoo rekende hij — dat geldstuk vinden en, zonder het gevoel te krijgen, dat ze als bedelares behandeld was, voor enkele dagen achtereen genoeg hebben.

Ongelukkigerwijs ging het vrouwtje een andereu kant uit, dan de meneer verwacht had. Hij begreep: zóó vmdt ze mijn geldstuk niet. En om haar toch te laten vinden wat Jiij haar had toegedacht, riep hij: zeg vrouwtje, ligt daar geen geldstuk?

Het vrouwtje keek op"

En zei: nou, als jij dat docht, dan had je 't zelf wel opgeraapt.

En liep door.

En ging naar huis zónder geld.

Kijk, die meneer wou wat geven. Maar hij kon niet maken, dat de gave werd herkend en aanvaard door de geadresseerde. Hij kon een zieltje, dat alleen egoïsten kende, met overtuigen, dat er ook anderen waren.

En, zoo luidde toen het antwoord op de gestelde vraag: wat die man niet kon, dat kan God wel. Hij kan maken, dat de gave terecht komt bij dengene voor wlen ze bestemd is. Hij kan tusschen de toegedachte gave en het uitverkoren adres verbinding scheppen. Als de Bijbel zijn gave is, voor ons noodzakelijk om te léven, en als we dat gelooven, dan is het ook een volgende geloofsstap, te aanvaarden, dat Hij dan ook wel gezorgd zal hebben, dat wij — menschen — zijn gave hebben gevonden en meegenomen. Die meneer slaagde niet in het leggen van verbana tusschen de toegedachte gave en het uitverkoren adres. God slaagt daar altijd in.

Geen bewijs? Weineen — alleen maar gelóóf.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 10 juni 1950

De Reformatie | 8 Pagina's

Het sprollelvrouwtje

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 10 juni 1950

De Reformatie | 8 Pagina's