GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Maria, de moedegr van onzen Heere Jezus Christus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Maria, de moedegr van onzen Heere Jezus Christus

VROUWy ZIE UW ZOON.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

(XIII)

Alleen het Evangelie van Johannes maakt melding van een woord, dat de Heiland aan het kruis tot Zijn moeder heeft gesproken. In de andere Evangeliën wordt Maria niet genoemd bij de vrouwen, die het sterven van Jezus hebben aTanschouwd.

Het Evangelie van Johannes deelt mee, dat bij het kruis aanwezig waren zijn moeder, zijn moeders zuster, Salome, de moeder van Johannes en Jacobus, Maria de vrouw van Klopas, die naar de overlevering een broeder van Jozef was en Maria Magdalena. Als nu Jezus zijn moeder ziet — het kruis was niet hoog boven de aarde — naast Johannes, Zijn intiemen discipel, zegt Hij tot haar: vrouw, zie, uw zoon, en tot hem: zie, uwe moeder.

In welken zin moeten deze woorden worden verstaan ?

Zeer ver reikende gevolgtrekkingen zijn uit dit woord gemaakt.

Men heeft dit woord verbonden met Openbaring 12. Johannes wordt gezien als de vertegenwoordiger van de Kerk, die in Maria de moeder der geloovigen moet zien.

Maar deze opvatting kan moeilijk juist worden geacht.

Wij zullen hier moeten uitgaan van de benaming: rouw. Dit woord zijn we reeds eerder tegen gekomen (Joh. 2:4) in de geschiedenis van de bruiloft te Kana. Kt woord gebruikt Jezus om de ondergeschiktheid van den band des bloeds aan den band des Geestes te betuigen. Het werk van Christus wordt niet door Maria, maar alleen door den Vader bepaald.

De doorgaande lijn in de Schrift aangaande de verhouding van Jezus tot Maria is telkens weer geweest, dat haar gedachten en begeerten moesten wijken voor den wil des Heeren.

Dat is voor Maria het zwaard geweest, dat door haar ziel gaat, zooals Simeon heeft gesproken (Luc. 2 : 35).

In de lijn van Joh. 2 : 4 en andere plaatsen zullen we dus dit woord van den Heiland moeten nemen. „Hij zegt niet: oeder, doch: rouw. Gebrek aan eerbied? O neen — plaatsaanwijzing! Juist in het aanwijzen van een anderen zoon, dus in 't grondig afstand s doen — voor eeuwig — van de bloedrelatie tusschen Maria en Zichzelf, teekent Christus de toekomst af, en belicht het heden uit de eeuwigheid. Maria is Zijn moeder nu niet meer; dus wordt zij op haar plaats gezet" ^).

In dit woord wordt ons dus zeer duidelijk gemaakt, dat Maria alléén een bijzondere plaats heeft in den staat van Christus' vernedering. In den staat van Zijn verhooging speelt Maria in het geheel geen rol meer. Indien we dit goed in het oog vatten, blijkt het ons, dat de traditie, waaruit Rome putten wil voor de ver-' eering van Maria, in strijd is met de doorgaande gedachte van de Schrift. Dat klemt nog te sterker, wanneer wij bedenken, dat Christus gestorven is in het

IsewTistzijn van Zlijn opstanding op den derden dag (Mt. 16 : 21, Mt. 17 : 23, Mt. 20 : 19, Joh. 2 : 20). Bij den overgang naar den staat van Zijn verhooging heeft Jezus Zich uitdrukkelijk van Maria losgemaakt.

Het is ook merkwaardig, dat, hoewel de Heilige Schrift tot tienmaal toe van een verschijning van den Heere Jezus spreekt, nergens sprake is van een verschijning aan Maria. Indien ook Maria een belangrijke rol zou hebben gespeeld in den staat van Christus' verhooging, dan zou toch zeker een verschijning aan haar zijn vermeld. Uit het feit, dat de Heere Jezus niet aan Maria is verschenen mogen wij de gevolgtrekking maken: De plaats van Maria in de historie des heils' is beperkt tot den staat van Christus' vernedering, inzonderheid tot Zijn geboorte en jeugd.

In verband met het feit, dat de Heiland haar toevertrouwt aan Johannes, is het mogelijk nog op enkele dingen te wijzen.

Het kan vreemd lijken, dat Jezus Maria inzonderheid aan Johannes toevertrouwt. Want de Heiland zelf heeft ook broeders gehad (Mt. 13 : 55, 56). Deze hebben aanvankelijk niet in Hem geloofd (Joh. 7:5). Maar na de Hemelvaart treffen wij hen aan in den kring van de gemeente (Hand. 1 : 14). Zelfs heeft een van de broeders van den Heere Jezus, Jacobus, een belangrijke plaats ingenomen in de gemeente van Jeruzalem (Hand. 15:13). Ook hebben twee van de broeders van den Heiland brieven geschreven, die in den canon zijn opgenomen: e brief van Jacobus en de brief van Judas.

Waarom heeft de Heiland nu inzonderheid Maria toevertrouwd aan zijn geliefden discipel Johannes?

„Hij zet juist dien discipel aan haar rechter-en haar linkerzijde, die onder alle menschen van Grods Geest verkoren is om de diepste dingen te schrijven, die ooit in de wereld zijn gezegd, over de verbintenis van Gods eeuwige gedachten in het historisch leven van den mensch Jezus. De discipel, die tot nog toe het meest van Hem verstaan heeft, en die van het mysterie van het vleesch geworden Woord slechts hierom onder 'Geestesdrijving later schrijven mocht, omdat Hij blijkbaar door den scheppenden Geestenvader in zijn denken en zijn, daartoe van zijn geboorte af en opwaarts, is gepraedisponeerd, krachtens de praedestinatie — dien mensch juist zet Hij naast Maria" ^).

De Heiland heeft ongetwijfeld ook Zijn kerk op het oog gehad, toen Hij Maria aan de zorgen van Johannes toevertrouwde, maar niet, opdat Maria zou zijn de Koningin des Hemels, de Moeder aller geloovigen, maar opdat zij de kerk zou dienen in het meedeelen van al wat zij in haar hart had bewaard aangaande Jezus' geboorte en jeugd (Luc. 2 : 19, 51).


1) K. Schilder, Christus in zijn lijden, III, 339.

2) K. Schilder, Christus in zijn lijden, III, 347.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 7 april 1951

De Reformatie | 8 Pagina's

Maria, de moedegr van onzen Heere Jezus Christus

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 7 april 1951

De Reformatie | 8 Pagina's