GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ltand der dingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ltand der dingen

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een derde vraag, die met de bedoeling vEin de regen-Tjoog als teken samenhangt, is deze: is die boog-in-de-•wolken geen bewijs van een heel ander wereldbestand, gans anders dan vóór de zondvloed?

We menen: neen. Dr A. Kuyper krijgt een man als Heidegger aanstonds tegen zich, als het erom gaat, vast te stellen, dat, en waarom, het noachietlsche verbond „iets volslagen nieuws" stelde.

Kuyper beweert zo stellig mogelijk: na de zondvloed is er een „nieuwe stand der dingen" ontstaan.

Nu is het woord „stand-der-dingen" rekkelijk; maar zélfs als we het zo rekkelijk nemen als 't maar even kan, zeggen we toch: hier liggen in een enkele volzin problemen voor de opbouw van het begrip „natuur" en „natuurordtnantie", die men toch niet zo luchtig afwimpelen kan. Die nieuwe „stand der dingen" wordt door Kuyper dan in verband gezet met „de korst dezer aarde" niet alleen, maar ook met „de atmosferische gesteldheid". Tweemaal tevoren was hij (naar Kuyper's mening) „afgebroken en veranderd", eerst met het teloor gaan van „de schoonheid van het paradijs", later met de zondvloed (12). Maar dat zal nu voortaan niet meer geschieden.

Wat die verandering betreft: eerst spreekt Kuyper nog maar van een „vermoeden"; men zou dus zeggen: concludeer dan voorlopig maar niet, vooral niet, als ge op zoek zijt naar een „vast uitgangspunt".

Maar al spoedig woïdt het „vermoeden" omgezet in een stellige bewering, en wordt die nieuwe stand-derdlngen in verband gezet met het bekende woord over het niet zullen ophouden van zomer en winter, dag en nacht, zaaiing en oogst (14).

Maar Heidegger zegt: een nieuwe stand, maar de oude orde, daarover gaat het in Gen. 8 : 22.

Men moet Heidegger's waarschuwing onthouden. Een teken zegt nooit meer, dan het „diploma", waar het aan gehecht is. De regenboog zegt dus niets meer, dan: het zal niet meer zó gaan als In die zondvloed.

Of er vroeger geen regenboog was? Wel — er was water vóór de doop. Er was brood en wijn vóór het avondmaal. Er was goud vóór een verlovingsring. Uit het bekende wordt het teken gekozen; op het woord, dat gesproken wordt komt het aan.

Waarom zou het dan anders wezen met die regenboog?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 december 1951

De Reformatie | 8 Pagina's

Ltand der dingen

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 december 1951

De Reformatie | 8 Pagina's