GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

„THIJS BOOY KRIJGT BEN COLLEGA".

De (synodocr.) K'bode van Utrecht schrijft:

Thijs Booy krijgt een collega. — Het zondenregister van de Kerk. — Een schip op strand.....

Nou moet eindelijk de kogel maar eens door de Kerk, zo luidt de titel van het hoek, dat de Rdoihse schrijver Glele Franckens op de markt heeft gebracht en waarin hij zijn opgekropt gemoed lucht geeft, Hij geeft daarin een scherpe critiek op de toestanden en misstanden, die z.i. de atmosfeer in de Roomse Kerk bederven en waar. aan zo spoedig mogelijk een einde dient te worden gemaakt. We zouden hem dus de Roomse Thijs Booy kunnen noemen.

Alleen met dit verschil, dat hij waarschijnlijk meer uit de werkelijkheid spreekt dan onze Geref. broeder. Een resumé van dit boek vonden we in de 's-Gravenhaagse (Herv.) Kerkbode. Het is goed, dat onze lezers hier ook eens kennis van nemen, niet met een soort leedvermaak, want daar is geen reden voor, maar om enigszins georiënteerd te zijn met wat er op het Roomse erf gaande is. En tussen de regels door, make ieder zelf de toepassing voor ons eigen kerkelijk leven. Ook voor ons valt hier mogelijk nog wel wat te leren.

Hier volgt dan wat we lazen:

Wat zijn klachten zijn? Allereerst de opleiding van de priesters. Veel te onpractisch en te wereldvreemd. Door hun onnatuurlijk leven, annex aan hun staat, hebben de priesters geen benijdenswaardige eigenschap voor een leidersfiguur. Er behoeft niet veel meer bij te komen of een priester is als mens niet meer aanvaardbaar in de gemeenschap, waarvan hij leiding heeft. Bovendien wordt hij door zijn vorming veel te weinig afgestemd, ja afgericht op de mensen, hun concrete zorgen, wensen, behoeften en idealen. Laten ze als seminaristen maar onder dienst gaan! Ze zullen er heus niet van smelten. Laat ze maar net als in Frankrijk in het volle arbeidsproces betrokken worden. En waarom is er geen verplicht emeritaat als bij de Protestanten? Onlangs overleed in Nederland een 82-jarige deken. De laatste 10 a 15 jaar had hij door zijn te lang blijven net alles afgebroken, wat hij eerst met zoveel zegen had opgebouwd.

En dan het werk vaji de pastoors en kapelaans. Hoe weinig huisbezoek wordt er vaak gedaan. Ze hebben wel tijd om bij een rijke de deur plat te lopen. Maar naar de minder bedeelde, die misschien drie minuten van de kerk afwoont, kijken ze niet om. Er is geen geest van saamhorigheid meer in de parochies. Misschien beleven we de tijd nog, dat er kleine wijkkerkjes komen, waardoor het mogelijk is de gemeenschapsgeest te activeren. En die kleine parochiekerkjes moeten niet meer dan 400 plaatsen tellen. (Denk aan het streven naar veel kleine preekgelegenheden in onze eigen Hervormde gemeente).

En dan dat tarief bij huwelijk en begrafenissen. Allemaal geldmakerij. Aanstaande Woensdag een H. Mis voor bruidegom en bruid. Dat is vierde klas. Of het is gezongen Mie voor bruidegom en bruid. Of het is plechtig gezongen H. Mis en daarna het „feestelijk gezongen H. Mis voor bruidegom en feruid!" Maar die eerste klasse is weer onderverdeeld in twee a drie superklassen, met extra lopers, kaarsen en bloemen. Bij eerste klasse C ligt de loper tot achter in de kerk, bij eerste klasse B tot in het kerkportaal en bij de super H. Mis, feestelijk gezongen en wel, gaat hij de trappen af tot aan de portier van de trouwkoets. Zeg nu maar eens dat wij geen mooie godsdienst hebben. Een deken

heeft een nog vernuftiger klasse-systeem uitgedacht. Bti een eerste klas huwelijk mogen de familieleden zowaar op de eerste 20 banken zitten; die eerste banken blijven echter onbezet bij een tweede klas huwelijk en wanneer iemand derde klas trouwt, dan mag de familie in de kerk plaatsnemen vanaf bank 41. Op de eerste Zondag van de maand pleegt de preek te vervallen. Dan wordt het zieleboek voorgelezen. Allen, die eemnaal een grote gift aan de pastoor gaven worden hierin bij name genoemd. Misschien een ongetrouwde juffrouw, die In 1898 op 98-jarige leeftijd overleed na de pastoor voor dit doel f 2000 nagelaten te hebben. En neem dan de bankenverpachting maar eens. Daar wordt tegen elkaar opgeboden alsof het een marktplein gold.

En het gehalte van het huisbezoek; . De naam van God wordt niet eens genoemd. In de parochies komt de kapelaan soms nog heel even binnen, spreekt in telegramstijl, hoeveel kinderen ? Namen, geboortedata enz., heeft het razend druk en moed houden maar. Het volk schampert: De Eerwaarde is de meter op komen nemen.

En wat wil deze man (of deze groep) nu? Revolutionnair wil Franckens niet zijn. Wij leken kunnen voorstellen, adviseren, bepleiten, maar als-, het er op aankomt hebben wij onze kerkelijke leiders slechts te volgen en niet anders. In 's hemels naam geen tweede Luther, die millioenen van de kerk heeft vervreemd.

Eu toch: hoewel dit enfant terrible de dingen raillerend kan zeggen, heeft hij nolens volens werkelijk iets van een reformator in zich. Merkwaardig dat hij op vele punten Hervormder is dan hijzelf wel vermoedt.

Hoe kan er verbetering komen?

Allereerst moet het peil van de predieaties omhoog. •90 procent van het kerkvolk wordt jaren achtereen afgescheept met een slordig voorgedragen catechismuslesje, dat jaar in jaar uit hetzelfde is zonder de minste actualiteit. Of een onjuist résumé van , , zonde". Op dit gebied zijn onze pastoors veel te Calvinistisch (sic!). De geestelijken hebben echter vooral in hun preken tot eerste roeping het leven van alle mensen evenzeer te heiligen. Dit wil eenvoudig zeggen: de mensen te leren hun aardappelen-schillen en brieven schrijven, hun metselen en filosoferen in dienst te stellen van elkaar en langs deze weg God te bereiken in hun dagelijkse doodgewone manier van doen. Giele Franckens moet niets van Duther hebben. Maar hier denken we toch onwillekeurig aan de reformator in zijn spreken over het goddelijk beroep van ieder mens. Maar er komt nog meer. De samenwerking van geestelijken en leken mag zich niet langer beperken tot een klein aantal intellectuelen van beide zijden. De leken moeten erkend worden. Hun Invloed moet worden aanvaard op alle niet uitgesproken godsdienstige facetten VELU het kerkelijk leven. Het behoeft natuurlijk geen betoog, dat de geestelijkheid op zuiver godsdienstig gebied volkomen en zuiver autonoom is. Dit wil echter niet zeggen, dat bescheiden opmerkingen van leken de inzichten der geestelijkheid inzake zielszorg niet vruchtbaar zouden kunnen beïnvloeden. Heel, heel bescheiden komt er toch iets om de hoek kijken van het algemene priesterschap der gelovigen.

Bij het lezen van deze „cri de coeur" mag er bij ons niet in de eerste plaats leedvermaaJi zijn. Het zou natuurlijk wel goed zijn voor Protestanten met romantiserende neigingen dit boek eens te lezen. In de Roomse kerk zijn de dingen heus niet beter dan bij ons; waarmee ik allerminst de wantoestanden bij ons goed wil praten. Maar dit is nu juist het verschil. De predikant kan dictator zijn, maar heeft door de zo nodige samenwerking met de Kerkeraad en levende critiek der gemeenteleden lang niet de kans van de priester om zich in deze ongewenste richting te ontwUckelen. In de kerken der Hervorming is er trouwens altijd critiek vanuit het levende Woord.

Tenslotte: staat Giele Franckens alleen? Neen, hij zegt zelf, dat een grote groep rapporteurs hem aan de geboekstaafde feiten geholpen heeft. Is deze groep een voortzetting van de „Christofoorgroep" van voor de oorlog? We zullen hem wel moeten zoeken in redactie of althans in de kringen van het R.K. weekblad „Te elfder ure".

Hoe het af zal lopen? De tijd zal het Ieren. Wanneer er n.l. ook door de hogere geestelijkheid niet geluisterd wordt zal er een tweede boek verschijnen.

Giele Franckens moet niets van Luther hebben, van Luther I niet en van een eventuele Luther II niet. Toch is het ook toen zo begonnen. Al stempelt de invloed van de Romeinenbrief iemand meer tot reformator dan de bestaande misstanden der kerk! Maar enfants terribles zijn op hun tijd ook nodig. Soms begrijpt de mensheid hun geluid beter dan het zwaardere, geladene van de reformator. Laten we dankbaar zijn dat deze man de ontferming kent voor de schare.

Het stuk is ondertekend: Chr. J. G.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 december 1951

De Reformatie | 12 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 december 1951

De Reformatie | 12 Pagina's